Proloog, scène 4
Uruzgan. Journalist Arnie embedded aan het front. Hij wordt aangesproken door majoor Vleugels.
Majoor Vleugels: Doe dat ding nou maar aan. Je wilt hier toch niet de held spelen, wel? Ze gebruiken echte kogels weet je.
Soldaat Arnie: Het vloekt een beetje met m’n poloshirtje, maar allah.
Majoor Vleugels: Inshallah. We moeten het vertrouwen van de bevolking winnen. In Rome do as the Romans do. Het is een wederopbouwmissie.
Soldaat Arnie: Stond er hier dan nog wat om wederop te bouwen?
Majoor Vleugels: Het vertrouwen, Arnie. Vertrouwen in de mensheid. Vertrouwen in ons. In de democratie. Doe je scherfvest aan en zet je Willempie-hellempie op.
(Soldaat Arnie krijgt een helm op, maar die is te klein. Medium is niet meer voorradig. Dus het wordt large. De helm zakt voortdurend over z’n bril.)
Majoor Vleugels: Maar goed dat jij niet hoeft te schieten.
Soldaat Arnie (schrijft): Het is nu nog rustig in Camp Unicorn, maar hoe lang nog? (Tegen majoor Vleugels) Best wel saai, zo’n oorlog.
Majoor Vleugels: Het is geen oorlog, Arnie, het is een peace-keeping mission op de roadmap to freedom. Wederopbouwen. En je vooral niet in je eentje of zonder scherfvest buiten het kamp begeven. Wij zijn hier ook om jou te helpen. Want als je een goed verhaal hebt, dan moet je het ook kunnen opschrijven.
Soldaat Arnie: Ay ay.
(changement.)
Proloog, scène 5
Voor de zonovergoten drogist Hermanusje Van Alles in de Westerstraat. Een meisje op de fiets wacht. Haar vriend komt opgewonden naar buiten.
Vriend: Ze hebben hier wel pampers!
Meisje: Dat meen je niet!
(changement.)
::: Meer over de serie De allerlaatste dagen der Mensheid, de schrijvers Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes en illustrator Aart Clerkx :::