Betrek burgers en wetenschappers van allerlei pluimage bij de coronacrisis

Dossier:

OPINIE - ‘Wetenschappers hebben nog nooit zo weinig geslapen,’ schrijft Paolo Giordano in zijn essay In tijden van besmetting. De Italiaanse schrijver die beroemd werd met zijn roman De eenzaamheid van priemgetallen en die zelf natuurkundige is, denkt dat we in tijden van Covid-19 de kennis en inventiviteit nodig hebben van wetenschappers uit tal van disciplines. Er is, tekent hij op, ‘werk aan de winkel voor wiskundigen, maar ook voor natuurkundigen, artsen, epidemiologen, sociologen, psychologen, antropologen, stedenbouwkundigen, klimatologen.’

In het kort:

  • Begrijpelijkerwijs domineerde aan het begin van de coronacrisis een medisch-virologische benadering.
  • Voor de maatschappelijke uitdagingen waar de crisis de samenleving voor stelt, is een bont palet van disciplines nodig.
  • Vragen en behoeften van burgers moeten centraal staan bij de plannen om de weg vooruit weer te vinden.

Schrijvers mogen we gerust aan het rijtje van Giordano toevoegen. Meer dan uit vele krantenstukken leren we wat deze epidemie over onszelf en de wereld vertelt uit de gedachten die Giordano in de dagen dat de storm door Italië begint te razen aan het papier toevertrouwt.

Glashelder legt de exacte wetenschapper in hem uit wat het besmettingsgetal R-nul betekent en dat het alleen maar goed met ons afloopt als dat minder dan één is. Overtuigend betoogt hij dat we om de epidemie in toom te houden en overbelasting van de ziekenhuizen te voorkomen niets anders kunnen dan grijpen naar ‘het enige vaccin dat ons ter beschikking staat’, namelijk ‘een nogal vervelende vorm van voorzichtigheid’.

Met onthutsende zekerheid stelt hij dat wat de wereld nu overkomt geen toeval is en opnieuw zal gebeuren, omdat de besmetting een symptoom is van een onderliggende infectie. ‘Onder de wezens die op de vlucht zijn voor de verwoesting van het milieu bevinden zich ook virussen’, schrijft hij. ‘Als we eens even wat minder egocentrisch zouden zijn, zouden we merken dat niet zozeer de nieuwe microben naar ons op zoek zijn maar dat wij ze uit hun hol jagen.’

Wat Giordano te berde brengt, klinkt allemaal zo eenvoudig en helder dat je bijna zou gaan denken hij open deuren intrapt. Toch zijn het dat niet. Kijk maar naar wie op dit moment adviseert over de lijnen van het beleid.

Eenzijdige focus in Nederland

In Nederland speelt het Outbreak Management Team (OMT) een hoofdrol. Daar zitten artsen, epidemiologen, virologen en microbiologen in, geen economen, psychologen en sociologen. Toen we plotsklaps voor de zware uitdaging stonden een razende pandemie onder controle te krijgen, was het logisch dat de medisch-epidemiologische benadering de overhand had.

Maar nu het ergste achter de rug lijkt, begint die eenzijdige focus te wringen. Jan Kluytmans, hoogleraar microbiologie aan het UMC Utrecht, zei onlangs dat als het aan hem ligt ook economen, gedragswetenschappers en juristen mogen meedenken over het vinden van oplossingen hoe te leven met het virus dat voorlopig zijn hielen nog wel niet zal lichten.

Vergeet ook de historici niet, stelden vier geesteswetenschappers onlangs in een opiniestuk. Ze betoogden dat Covid-19 niet alleen een gezondheidskwestie is maar alle aspecten van het menselijke bestaan raakt. We hebben juist nu, schreven ze, historische kennis nodig. Die biedt ons de kans lessen te trekken uit de aanpak in het verleden. Een belangrijke les is dat je de burger serieus moet nemen: ‘Zo demonstreert het verleden dat crises slechts duurzaam kunnen worden opgelost als mensen mee kunnen denken en de kans krijgen verschillende maatregelen en remedies te beproeven.’

De burger laten meedenken, dat is in de kennisgedreven democratie waarin we leven van het hoogste belang. Wil je dat oplossingen voor maatschappelijke problemen werken, dan is het zaak ze nooit alleen aan de experts over te laten, maar de burger van meet af aan bij het uitdenken en ontwikkelen ervan te betrekken. Dat geldt evengoed voor de antwoorden die we nu zoeken voor de complexe maatschappelijke uitdagingen waar de coronacrisis ons voor stelt.

Bij de zuiderburen

Hoe het mis kan gaan, als je vergeet de burgers erbij te betrekken, hebben onze zuiderburen tot hun schade en schande geleerd. Op 24 april presenteerde de Belgische regering haar exitstrategie. Ze kondigde aan dat het in België voorlopig verboden bleef vrienden en familie in kleine kring thuis te ontvangen, maar dat de winkels wel op 11 mei al open mochten gaan.

Er ontstond grote maatschappelijke onrust. De perceptie was dat de overheid de economie voor liet gaan op het welzijn van de burgers. De regering zag zich gedwongen de plannen aan te passen. Ze besloot dat de Belgen vanaf zondag 10 mei vier mensen, wel telkens dezelfde, thuis op bezoek mogen krijgen.

Dat de Belgische regering in eerste instantie het maatschappelijk draagvlak uit het oog verloor, heeft wellicht ook te maken met de samenstelling van het team dat speciaal is opgericht om plannen te bedenken voor hoe het leven te hervatten, de Groep van Experten belast met de Exitstrategie (GEES). Naast medici en virologen zetelen ook een econoom en een jurist in het team. Maar geen cultuurwetenschappers en sociologen.

‘Waar is het menselijke in dit alles?’ vroeg de Belgische krant Le Soir zich afNota bene een neuroloog mocht uitleggen dat de mens een sociaal wezen is dat niet gemaakt is voor eenzame opsluiting in zijn huis. Het was zaak, zei hij, te voorkomen dat de plaats van de vermeden doden straks werd ingenomen door mensen die uit het leven stappen. Hoogste tijd om deskundigen van het menselijk welbevinden erbij te halen, vond hij.

Ruim honderdtwintig Belgische alfa- en gammawetenschappers boden half april hun diensten aan de regering aan. ‘Het is van het hoogste belang’, schreven ze, ‘om alle aspecten van de menselijke samenleving in ogenschouw te nemen bij het bedenken hoe we de exit uit de lockdown en de periode die daarna komt moeten organiseren.’ De dominante logica is momenteel, stelden ze, de medische, vooral virologische en dan op de tweede plaats de economische.

Het Europese denkraam

De medisch-virologische benadering domineert ook op Europees niveau. Op 17 maart stelde de Europese Commissie een expert-groep Covid-19 aan. De adviesgroep bestaat volledig uit virologen en epidemiologen, onder wie de Rotterdamse hoogleraar virologie Marion Koopmans.

De medische bias tekent zich tevens af in de Europese onderzoeksagenda. Op 31 maart maakte de Europese Commissie in een persbericht bekend welke achttien projecten ze had uitverkoren in het kader van urgent onderzoek naar het coronavirus. Alle achttien hadden ze een medische invalshoek.

Half april presenteerde de Europese Commissie haar ‘roadmap’ voor het geleidelijk opheffen van de maatregelen om het virus in te dammen. Het is een poging van de Commissie om de aanpak van de verschillende lidstaten te stroomlijnen. Zij erkende in de inleiding dat de maatregelen een grote aanslag op de geestelijke gezondheid van de Europese bevolking hebben betekend en een enorme economische en sociale impact hebben gehad.

Maar bij de maatregelen die ze voorstelde, zien we daar niets van terug. Daar gaat het om zaken als het ontwikkelen van een app voor track and tracing, het verhogen van de testcapaciteit, het vergroten van voorraad beschermingsmiddelen, het vinden van een vaccin etc. Over maatregelen die landen kunnen nemen om de toegenomen onderwijsachterstand van kwetsbare groepen in te lopen, de eenzaamheid van ouderen in verzorgingstehuizen te bestrijden, de snel toenemende armoede en werkloosheid aan te pakken en de nood van mensen die in wereld van de kunst en de horeca werkzaam zijn te verlichten, zweeg de Commissie in alle talen.

Op maandag 4 mei organiseerde de Europese Commissie een grote donorconferentie. Ze haalde € 7,4 miljard op. Dat geld is bedoeld om voor iedereen beschikbare, betrouwbare en betaalbare instrumenten te ontwikkelen op het terrein van preventie (vaccins), testen en therapie. Zeker een mooie zaak. Maar opnieuw valt op dat de Europese Commissie zich vooral op medisch terrein in de kijker wil spelen.

Meedenkende burgers

Het dominante denkraam is medisch, de oplossingen waar overheden het eerst aan denken zijn technologisch. Zoals track and tracing apps. In een verlangen zo snel mogelijk slimme technologie in te zetten voor het beteugelen van het virus organiseerde de Nederlandse overheid een appathon in het weekend van 18 en 19 april. Een datalek waarbij persoonsgegevens op straat kwamen te liggen, deed de bijeenkomst op een fiasco uitlopen. Neem de tijd om de corona-apps zorgvuldig, met aandacht voor alle relevante aspecten, te onderzoeken en betrek daar niet alleen experts maar ook de burger bij, adviseerde het Rathenau Instituut eerder.

Dat advies past ook binnen het voorzorgsbeginsel dat de Europese Unie hooghoudt. Dit betekent dat afgezien moet worden van acties en beleid waarbij er een aannemelijk risico bestaat dat ze schade toebrengen aan mens of milieu en waarover nog geen wetenschappelijke consensus is. Het voorzorgsbeginsel heeft een democratisch karakter: de noodzaak voor voorzorg komt voort uit het idee dat het rechtvaardig is partijen te betrekken bij een beslissing die grote invloed op hun leven kan hebben.

Publieke participatie klinkt in tijden van nood al snel als een tijdrovende luxe. De reflex is om de experts aan het roer te zetten. Maar de aanpak van de coronacrisis vraagt dringend om democratisch debat en het laten meedenken van de burger over de gekozen aanpak. Die raakt immers ieders leven.

In een opiniestuk wierp de Vlaamse schrijfster Saskia De Coster de vraag op wat de ouderen in rusthuizen die nu geen bezoek mogen krijgen er eigenlijk zelf van vinden. ‘Sommigen verkiezen misschien minder eenzaamheid en wél fysiek contact boven nog een paar jaar kiemvrij bestaan’, opperde De Coster. ‘Gemiddeld leven mensen in een rusthuis nog twee jaar. Nu zouden de gezonde bejaarden daar sowieso zeven maanden niemand mogen zien. Willen zij dat?’

De Coster hekelde de eenzijdigheid van de dagelijkse cijfers over coronadoden en ziekenhuisopnames. ‘Een dagelijkse update over de cijfers rond werkloosheid, overlijdens door uitgestelde operaties, partnergeweld, zelfdoding, armoede, verslaving, …  hoort er ook bij om een volledig beeld te geven van de situatie’, stelde ze. Dat alles moeten we er in haar ogen bij betrekken om te beoordelen of de coronamaatregelen de goede zijn.

Haar stuk riep felle reacties op. Ze kreeg het verwijt onvermeld te laten waar het bij de lockdown allemaal om te doen was: die R-nul waar Giordano over schreef onder de één te krijgen en een ineenstorting van de gezondheidzorg te voorkomen. Maar ze stelde wel relevante, vergeten vragen, zoals welke schade van de genomen maatregelen buiten beeld blijft en wat mensen in verzorgingstehuizen er nu eigenlijk zelf van vinden.

De exit­strategie

Wat zijn de behoeften en vragen van burgers uit verschillende geledingen van de samenleving? Die vraag zou naar het inzicht van het Rathenau Instituut een belangrijke leidraad moeten zijn bij het ontwikkelen van de plannen hoe we stapje voor stapje de coronamaatregelen kunnen lossen en de weg vooruit weer kunnen vinden.

Op 6 mei presenteerde de Nederlandse regering haar exitstrategie. Het is een broodnodig stappenplan voor wat wanneer weer mag. Maar dat is natuurlijk nog maar een pril begin. Nu is het zaak uit te werken hoe we samen verantwoord handelen vormgeven, in huis, op school, op het werk, in de openbare ruimte. En hoe we de diepe wonden die Covid-19 in de maatschappij heeft geslagen kunnen helen.

Meer dan ooit is het zaak daarbij niet blind te varen op de raad van de experts, maar om de denkkracht en betrokkenheid van burgers uit alle geledingen van de samenleving te mobiliseren en hun worstelingen, verlangens en ideeën centraal te stellen.

Dit artikel verscheen eerder bij het Rathenau Instituut en is op verzoek van het Rathenau Instituut geschreven door journalist Tomas Vanheste. Vanheste (1968) studeerde wijsbegeerte van wetenschap, technologie en samenleving aan de Universiteit Twente, waar hij ook promoveerde. Hij was verbonden aan Vrij Nederland en De Correspondent en schrijft nu onder meer voor De Groene Amsterdammer. In de komende tijd zal hij als gastschrijver vaker berichten over Europese ontwikkelingen.

0

Reacties (1)

#1 Le Redoutable

Het OMT is nodig omdat geen enkele politicus hier ook maar enig verstand van heeft, je ziet ook dat hun advies door vrijwel alle burgers en politici aanvaard wordt. Voor de volgende ronde ligt dat anders, op het vlak van sociaaleconomische zaken zijn politici veel meer thuis. Daarnaast hebben zij een heel scala aan vaste denktanks en planbureau ’s die hun daar extra advies over kunnen geven.

Wat daarbij komt is dat het OMT met vrij harde feiten komt, een vol IC bed is een vol IC bed en die R waarde blijkt vrij feilloos te kloppen met de cijfers achteraf. Als we sociologen, economen en andere experts erbij gaan betrekken wordt het al snel politiek. Tekenend is al dat ze opinie stukken in de krant schrijven, opinie is geen wetenschap maar politiek.

Met het Corona management is de democratie tijdelijk opzij gezet, dit was in de haast nodig, maar dit moet nu teruggedraaid worden. De vervolg maatregelen moeten gewoon via de 2e kamer verlopen waar de kiezers via hun partij vertegenwoordigd zijn. Hierbij moeten we niet naar individuen of kleine groepjes die hard schreeuwen kijken, maar naar de gehele democratische achterban.