OPINIE - Komt er ooit nog een nieuwe wet op de openbaarheid van bestuur?
Jaren geleden hoorde ik deze uitspraak voor het eerst van een ambtenaar: hoeveel beren zijn er nog op deze weg? Oftewel: welke hindernissen gaan we nog tegenkomen om dit plan uit te voeren? De geschiedenis van de initiatiefwet Open Overheid (WOO) laat zien dat ambtenaren ook beren op de weg kunnen zetten om te voorkomen dat plannen doorgaan. De WOO is vijf jaar geleden ingediend door GroenLinks en D66 en uiteindelijk na een aantal wijzigingen vorig jaar in de Tweede Kamer aangenomen. Tegen stemden VVD en CDA, de twee grootste partners van de beoogde nieuwe regeringscoalitie. De wet ligt nu bij de Eerste Kamer en het is zeer de vraag of er daar een meerderheid voor te vinden is. Op verzoek van Minister Plasterk heeft een adviesbureau van de Rijksoverheid twee ‘quick scans’ uitgevoerd om een beeld te krijgen van de te verwachten kosten. De uitkomsten daarvan zijn alarmerend: tientallen, honderden miljoenen vliegen je om de oren als je de bevindingen leest. De Eerste Kamer gaat het nu allemaal nog weer eens grondig onderzoeken en we moeten ook nog rekening houden met een ‘njet’ in het regeerakkoord dat aan alles een einde maakt, want de coalitiepartijen hebben ook daar een krappe meerderheid.
Wat de besluitvorming bijzonder troebel maakt is dat voor de ‘quick scan’ uitsluitend input is verzameld uit de ambtelijke organisatie. En juist die zou volgens de geest én de letter van de wet hoognodig veranderd moeten worden om de veelgeroemde, maar in de praktijk vooral belemmerde transparantie van de overheid nu eindelijk eens waar te maken. De alarmbellen die de Eerste Kamer voor de wet moeten waarschuwen worden gedragen door de beren die de openheid vrezende ambtenaren zelf hebben opgesteld. Of, om het met een expert op het gebied van informatievoorziening bij de overheid, Guido van Enthoven, te zeggen: ‘In zekere zin is hier de kalkoen bevraagd over het kerstmenu.’
Cultuuromslag
Is de WOO dan zo revolutionair? De belangrijkste verandering in vergelijking met de huidige Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) betreft de verplichting van de (semi-)overheid informatie actief openbaar te maken. Kern is een register van beschikbare documenten met doorklikmogelijkheden naar de tekst, dan wel een melding dat hiervoor een speciale aanvrage gedaan moet worden. Door deze procedure kan de overheid zich, in vergelijking met de huidige WOB, veel geld besparen als ze het aantal alsnog aan te vragen stukken aanzienlijk weet te beperken. Maar dat vereist dan wel een flinke cultuuromslag onder ambtenaren plus vernieuwing van de ICT, een ander pijnpunt in deze kringen, zoals eerder gebleken.
De ‘quickscan’ vertrekt en eindigt bij de bestaande ambtelijke werkwijzen en de inrichting van een volkomen verouderde informatiehuishouding. Enthoven:
Er is uitsluitend gekeken naar de effecten die de WOO op de overheid zal hebben. Maar de Wet Open Overheid is er voor de burger en de samenleving, daarvoor ‘dient’ de overheid. Geen woord wordt gewijd aan de maatschappelijke impact, aan de voordelen van openbaarheid, aan de reinigende werking van openbaarheid, aan de vele voorbeelden waarbij via openbaarheid misstanden aan de kaak werden gesteld, aan de voorbeelden waarbij via openbaarheid verspilling van belastinggeld werd aangetoond, aan het belang van transparantie in een democratie.
‘Onhapbare werklast’
Plasterk’s consultants lijken er vooral op uit te zijn zoveel mogelijk beren op de weg te verzamelen. Een van hen was daar blijkens via de WOB opgevraagde stukken zeer open over. Het ging er om een wet te voorkomen die een ‘onhapbare werklast’ met zich mee zou brengen. Daarom worden alle implicaties van de wet zo ruim genomen dat ook de indieners van de wet zich gedwongen voelen te verklaren dat dit niet hun bedoeling is geweest en dat het ook helemaal niet zo hoeft uit te werken.
De adviseurs dreigen in de ‘quickscan’ met het risico van calculerend rapporteren door ambtenaren of helemaal niet meer rapporteren, de terugkeer van informele onderonsjes waar niemand meer zicht op heeft. Ook waarschuwen ze dat een register een aanzuigende werking kan hebben voor inzageverzoeken. En ze verwachten ‘majeure risico’s’ door mogelijk misbruik van grote aantallen openbare overheidsdocumenten. Een typisch geval van ‘demofobie,’ om met voormalig PvdA-Kamerlid Niesco Dubbelboer te spreken.
‘Dun ijs’
De Open State Foundation van voormalig GroenLinks Kamerlid Arjan El Fassed vroeg alle onderliggende cijfers van de ‘quickscans’ op en constateerde dat de resultaten gebaseerd zijn ‘op te grove schattingen, grote verschillen in inschattingen en vluchtige aannames.’ Ze citeren de onderzoekers die zelf toegeven dat het cijfermateriaal ’te divers’ is en ‘dun ijs’, maar die daar toch de vergaande conclusie aan durven te verbinden dat de WOO beter niet ingevoerd kan worden. Open State Foundation heeft alle verkregen documenten doorzoekbaar gemaakt en samen met de inventarislijsten geplaatst op openstate.github.io/wobwoo.
Het is de hopen dat onze senatoren de pogingen van ambtelijke zijde om de Open Overheid om zeep te helpen op hun waarde weten te schatten. De WOO moet niet worden gezien als bedreiging maar als kans om de publieke verantwoording van de overheid te verbeteren. Als er vanuit die invalshoek nog verbeteringen kunnen worden aangebracht in de wet, des te beter. Maar verder uitstel van de wet is schadelijk voor de kwaliteit van de democratie. Onder de titel ‘Van wettelijk kwaad naar kernwaarde’ pleiten Marco Vonk en Mark Plekker voor een omslag bij de lokale overheid die, gezien het groeiende wantrouwen bij burgers, niet langer uitgesteld kan worden. Ze roepen gemeenten op om -wel of geen nieuwe wet- nu alvast te beginnen die omslag naar een transparante overheid te realiseren. De komende gemeenteraadsverkiezingen zijn een mooi moment voor de politieke partijen om te laten zien dat zij daar aan mee willen werken.
[Overgenomen van Free Flow of Information]
Reacties (1)
Het is ook nogal vertroebelend dat dit stukje uitsluitend lijkt uit te gaan van de premisse dat alle overheids informatie transparant dient te zijn naar de burger toe. En dat is natuurlijk ook grote onzin. De positie van onderzeeërs, de namen en adressen van medeburgers, de grondplannen van banken, politie-onderzoeken, lopend of niet, die zaken die allemaal bij uiterst gevoelige internationale onderhandelingen bij elkaar gesprokkeld worden teneinde een onderhandelingspositie te creëren – zij zijn allemaal niet zomaar voor ieders consumptie. En alle WOB verzoeken waaraan voldaan wordt, moeten allemaal gescreend worden, letter voor letter, op dit soort informatie. En alles wat lekt, is de opmaat voor een volgende procedure.
Dus ergens begrijp ik die tegenzin vanuit het ambtelijk apparaat wel.