Het stigma “hoer” en het falende prostitutiebeleid
ACHTERGROND - Het leuke van seks is dat vrijwel iedereen eraan doet, zodat vrijwel iedereen er ook een mening over kan hebben. Het is dan weer wat minder leuk dat mensen die er hun beroep van maken, niet worden gehoord. Als het gaat over prostitutie, wordt er vooral gesproken over de sekswerkers en zelden met hen.
Representatief is een artikel dat CU-Kamerlid Gert-Jan Segers ooit publiceerde in het NRC Handelsblad: “Happy hookers bestaan niet”. De kop laat de inhoud raden: prostitutie is kommer en kwel. En als dat eenmaal is beweerd, kan Segers zijn eigen oplossing noemen: criminalisering van klanten. Segers is op een missie.
Het is voor mij, gemiddeld relatief happy sekswerker, altijd weer fascinerend te vernemen dat ik niet besta. Zolang mijn niet-bestaan slechts Segers’ mening zou zijn, kon ik daarmee leven. Hij kan dit soort dingen echter beweren doordat tevreden sekswerkers vrij systematisch worden genegeerd. De media concentreren zich immers vooral op de slechte arbeidsomstandigheden, op de armoede van arbeidsmigranten en op degenen die uit overlevingsnoodzaak kozen voor raamprostitutie. Het op deze manier gevormde beeld van de “gedwongen hoer” moet het bewijs vormen dat uitoefening van dit beroep een bedenkelijke aangelegenheid is. De niet-gedwongen hoer is zoek.