#Dezeweek | Boos of teleurgesteld?
COLUMN - Als ik me vroeger had misdragen in de klas, of als ik een drol in een brandende krant voor de deur van de buurman had gelegd, wisten mijn ouders mij altijd te verzekeren dat ze niet boos op me waren. ‘Nee,’ zeiden ze dan, ‘we zijn niet boos, we zijn teleurgesteld.’ Ach, het stelde wel enigszins gerust, maar eigenlijk waren mijn ouders natuurlijk vette leugenaars.
Om mij op enige autoriteit te beroepen in die claim houd ik mij aan de definities van Van Dale. Het woordenboek duidt boos als ‘ongunstig gestemd over iets’, teleurgesteld als ‘niet beantwoorden aan een verwachting’. Oplettende lezers hebben natuurlijk al geconcludeerd dat deze twee gemoedstoestanden met gemak tegelijkertijd kunnen bestaan. Sterker nog, als je teleurgesteld bent zou je daar heel goed ook boos over kunnen zijn. Het omgekeerde is natuurlijk niet noodzakelijk, je zou best even lekker boos kunnen zijn zonder dat daar een oprechte teleurstelling aan vooraf gaat.
Een dame die bijvoorbeeld zou stellen dat ze teleurgesteld is in de nieuwe speelgoedcatalogus van de Bart Smit, zou dat dan vooral te danken hebben aan haar eigen verwachtingen. Seksisme in reclame is namelijk niets nieuws. Bedrijven wenden genderpraktijken aan om hun speelgoed makkelijker te verkopen, dat ze daarmee bijdragen aan het voortbestaan van diezelfde praktijken is een bedoeld gevolg, daar profiteren ze later zelf weer van. Het zou daarom veel gepaster zijn boos te zijn in plaats van teleurgesteld, als namelijk heden ten dage een speelgoedgids je nog teleur kan stellen, dan wordt het leven één grote teleurstelling.