Politici, aan de kant? Staatscommissies en het lange-termijn-perspectief
ANALYSE - door Karin van Leeuwen.
In december 2016 verscheen ‘Kind en ouders in de 21ste eeuw’ van de staatscommissie-Herijking Ouderschap: een dik rapport vol goed onderbouwde aanbevelingen over onder andere meeroudergezinnen en draagmoederschap. Hierop voortbouwend beloofden acht politieke partijen, waaronder VVD, D66 en CDA, in maart 2017 in het Regenboog Stembusakkoord snel een meerouderschapswet in te voeren. Toch liet minister Dekker onlangs weten pas minimaal over een jaar met voorstellen te komen. Volgens het regeerakkoord tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is er namelijk eerst nog nader onderzoek nodig.
Nu is het begrijpelijk dat de door de staatscommissie onderzochte vraagstukken vooral bij de kleinste coalitiepartners gevoelig liggen. Tegelijkertijd roept het door Dekker aangekondigde onderzoek vragen op over de betekenis van staatscommissies anno nu. Het lot van de staatscommissie-Herijking Ouderschap staat immers niet op zichzelf. Ook met de aanbevelingen van een recente staatscommissie-Grondwet is niet veel gedaan, terwijl de huidige staatscommissie-Parlementair Stelsel evenmin zeker is van het gehoor dat haar adviezen eind dit jaar zullen vinden. Hoe kan het eigenlijk dat rapporten van deze eminente commissies zonder al te veel omkijken aan de kant worden geschoven? En waartoe dienen staatscommissies dan eigenlijk nog?
De vijf functies van de staatscommissie