Marc van Oostendorp

287 Artikelen
48 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Marc van Oostendorp is hoogleraar Nederlands aan de Radboud Universiteit Hij heeft een website, een YouTube-kanaal.
Foto: DonkeyHotey (cc)

Zorgen over de wetenschap in Amerika

COLUMN - In Amerika zijn de afgelopen weken rake klappen uitgedeeld aan de wetenschap. Zo werd mensen die bijvoorbeeld een subsidieaanvraag wilden indienen verboden om woorden zoals gender en bias te gebruiken – woorden zonder welke het eenvoudig heel lastig is om over bepaalde onderwerpen te spreken. En zo werden door wetenschappelijke websites ‘gezuiverd’ van allerlei informatie omdat deze in strijd zou zijn met de ideologie van de nieuwe heersers. Dat betrof onder andere informatie over vaccinatie, soa’s en anticonceptie.

Heeft de Nederlandse wetenschap gereageerd? Ik heb een tijdje gezocht, maar ik heb geen reacties gevonden. In De Morgen stond wel een goed stuk van decanen geneeskunde uit Brussel, Antwerpen, Hasselt en Leuven. Maar uit Nederland? Geen woord.

Vrijheid

Misschien hebben wij het hier te druk met onze eigen besognes. De grote kladderadatsch is hier immers ook al begonnen, met de sluiting van de afdeling Technische Natuurwetenschappen in Twente, waar tientallen banen geschrapt staan, de eerste tientallen van enkele duizenden, als we niet uitkijken. De Open Universiteit in Heerlen volgt mogelijk binnenkort, en dan hebben we al net moeten slikken dat bijvoorbeeld Italiaans in Leiden en Utrecht (de enige twee plaatsen met een volledige opleiding) wordt geschrapt. Dat is allemaal nog vóór de bezuinigingsagenda wordt aangekondigd – dat is niet vrolijk.

Foto: © cartoon Marc van Oostendorp Iemand staat met haar foto in de krant, in ons herleefde managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.

‘Boeken lezen, dat hoeft een neerlandicus kennelijk ook al niet meer’

COLUMN - “Mensen,” zei Flo, de nieuwe decaan van de faculteit altijd als ze het woord voerde. Sommigen verdachten haar er om deze reden van dat ze heimelijk weleens woke kon zijn. Waarom zei ze niet gewoon ‘dames en heren’ zoals vroeger? “De wereld is gek geworden” Deze sommigen drongen daarom af en toe aan de lunchtafel aan op haar ontslag, ook al hadden de lunchpartners helemaal geen macht om Flo te ontslaan.

Anderzijds wist niemand of ze vroeger, toen woke nog niet bestond, dan wél ‘dames en heren’ had gezegd.

Flo was zich in het geheel niet bewust van de discussie over haar eventuele wokedom. Ze vervolgde daarom haar toespraak. “Zoals jullie weten hebben we een nieuwe regering. Ik heb daar”, ze keek schalks om zich heen, “ook niet om gevraagd.” Er werd niet instemmend gehumd, het bleef eigenlijk doodstil. “Dit beleid”, zei Flo, nu ernstiger, “is mij natuurlijk een gruwel. Het stuit me tegen de borst. Ik word er, dat mogen jullie eerlijk weten, onpasselijk van.”

“En verdrietig”, vulde Wouter aan. Hij was inmiddels weer hoogleraar, maar zat naast haar omdat hij tot voor kort decaan was geweest. Samen hadden ze de boodschap voorbereid die ze nu naar voren moesten brengen.

Foto: IoSonoUnaFotoCamera (cc)

Waarom vertrouwen we Amerika?

COLUMN - Nu de regering-Trump hard ingrijpt in de wetenschap als die volgens politici de verkeerde woorden gebruikt, en nu het duidelijk is dat grote Amerikaanse bedrijven door de knieën gaan en het nieuwe regime steunen, wordt het belangrijk om keuzes te maken.

Ik heb het altijd eigenaardig gevonden dat ik als medewerker van een Nederlandse universiteit verplicht ben Teams te gebruiken en daarmee allerlei gegevens aan een Amerikaans bedrijf overdraag. Microsoft beheert de manuscripten van mijn artikelen, kijkt mee met vrijwel al mijn vergaderingen en heeft controle over mijn e-mail en agenda. Om toegang te krijgen, moet ik bovendien een Microsoft-app op mijn mobiele telefoon installeren om mijn identiteit te verifiëren bij het inloggen.

Controleren

Microsoft zal de Nederlandse universiteiten vast allerlei mooie beloften hebben gedaan over geheimhouding en privacy, maar in Amerika heeft de regering inmiddels een buitenstaander, de miljardair Elon Musk, toegestaan om in de gegevens te kijken van zo ongeveer iedereen die ooit geld van de overheid heeft gekregen. Iets wat eerder zelfs Amerikaanse ministers niet mochten. Wat betekenen beloften onder dit regime?

Ik ben oud genoeg om me te herinneren dat mij werd verteld dat de universiteiten voorop zouden lopen bij de open source-revolutie. Ik denk dat het een jaar of twintig geleden was dat. We zouden alleen gebruik maken van programma’s die vrijelijk beschikbaar waren, omdat programmeurs ze gezamenlijk hadden gemaakt en hadden vrijgegeven voor het publieke domein. Niemand hoefde te verdienen aan software, of preciezer gezegd: mensen konden dan altijd nog verdienen aan het op maat maken van pakketten of mensen ondersteunen. Bovendien heeft open source-software het voordeel dat iedereen kan controleren wat er gebeurt.

Foto: eigen werk - Cartoon Marc van Oostendorp eppo bruins sloopkogel.jpg

Nog meer destructieve plannen van de minister

Verontrustend nieuws uit doorgaans goed geïnformeerde kring: terwijl de universiteiten nog nasudderen van de draconische bezuinigingen die hen zijn opgelegd – de Eerste Kamer moet nog instemmen, maar niemand koestert nog illusies over de liefde van de christelijke partijen voor het onderwijs –, bezint minister Eppo Bruins zich alweer op de volgende grote klap met de sloopkogel.

Hij zou bij de Voorjaarsnota met een ingrijpende wijziging in het universitaire systeem komen. Drie lijnen daarvan zijn inmiddels bekend.

Rug naar de samenleving

Ten eerste wil de minister alle zogeheten randprogramma’s afschaffen—geld dat niet bedoeld is voor regulier onderzoek of onderwijs. Dit betekent dat het kleine beetje geld dat nu naar bijvoorbeeld wetenschapscommunicatie of ‘open science’ gaat (initiatieven om onderzoeksmethoden en -resultaten vrij toegankelijk te maken), verdwijnt. Hierdoor wordt de wetenschap gedwongen met de rug naar de samenleving te staan, juist nu er voorzichtige pogingen worden gedaan om toegankelijker te worden. Ook het programma Erkennen en Waarderen, dat voorzichtig probeerde universitair medewerkers te belonen voor meer dan alleen publicaties in toptijdschriften, dreigt hiermee te verdwijnen.

Je kunt ook zeggen: zo krijgen mensen zo min mogelijk mee van wat de wetenschap denkt, waardoor ze vatbaarder worden voor radicale, niet op feiten gebaseerde meningen.

Foto: Elon Musk, Public domain, via Wikimedia Commons en logo Wikipedia.

Leve Wikipedia

Misschien wel het grootste monument dat de mensheid de afgelopen decennia heeft opgericht, vergelijkbaar met de middeleeuwse kathedralen: Wikipedia. Het is vermoedelijk de omvangrijkste encyclopedie die er ooit is samengesteld, en dat in een groot aantal talen, waaronder een aantal minderheidstalen. Het is doorgaans een zeer betrouwbare kennisbron. En het wordt vrijwel geheel gedragen door vrijwilligers.

Het internet is inmiddels meer dan dertig jaar geleden oud – in ieder geval als publieke dienst, het bestond al langer op universiteiten en in het leger – en Wikipedia is misschien wel de plek die de oorspronkelijke idealen van het internet het meest zichtbaar heeft waargemaakt: dat de mensheid vrijelijk informatie kon delen, dat alles wat iemand wist voor andere mensen óók beschikbaar zou zijn, en wel gratis. Eindelijk leek kennis haar bestemming te vinden. De betaalmuur moest nog worden uitgevonden. (Was er maar een online museum waar je kon ronddwalen alsof het weer 1995 was—iets zoals de Wayback Machine, maar dan interactief en compleet.)

Oorlog

Er valt van alles aan te merken op de Wikipedia, en op de organisatie, en er zijn allerlei enorme twisten geweest op dat medium, maar het heeft altijd zijn integriteit behouden. Alle informatie is voor iedereen toegankelijk, en zonder reclame. De inkomsten komen van donateurs, dus van gebruikers, die net zo goed lezers als schrijvers kunnen zijn. De opzet vereist een specifiek idee van wat ‘waar’ is, namelijk wat elders in een betrouwbare bron gepubliceerd is (dat betekent bijvoorbeeld dat je niet je eigen onderzoek kunt publiceren op Wikipedia, hoe goed ook: het moet eerst elders staan en dan kun je het citeren).

Foto: © Marc van Oostendorp joggende hersens cartoon (eigen werk)

Taal leren als mentaal joggen

Vreemde talen leren is gezond. Uit onderzoek weten we dat het cognitief voordelig is om tweetalig te zijn – het maakt je flexibeler, en hoewel er nog geen algemene consensus over is, zijn er aanwijzingen dat ziektes als Alzheimer hierdoor kunnen worden vertraagd.

Vanuit dit perspectief is de komst van de zogeheten grote taalmodellen op het eerste gezicht zorgwekkend. Het moment lijkt nabij dat je een oortje in kunt doen dat jou alles wat je gesprekspartner zegt laat horen, in diens eigen stem, maar dan vertaald in jouw eigen taal. Zet die ander ook een oortje in, dan kun je gesprekken voeren in alle mogelijke talen. Dan zal op zeker moment de vraag opkomen: waarom zou je als mens nog een taal leren? Wie wil er nog Duitse naamvallen stampen als ChatGPT de woorden moeiteloos verbuigt? Als iedereen permanent een automatische simultaantolk ter beschikking heeft, wie gaat dan nog naar het talenlab?

Contact

Daar zijn natuurlijk wel wat argumenten tegenin te brengen. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat mensen, in ieder geval voorlopig, en in ieder geval bij intensief en intiem contact, niet altijd afhankelijk zullen willen zijn van een techniek. Dat die techniek bovendien geld kost en het milieu zodanig belast dat ‘iedereen een oortje’ nog ver weg lijkt.

Buiten op straat lijkt iedereen gelukkig

COLUMN - Er zijn tijden dat het nodig is om de straat op te gaan. Dat je niet kunt volstaan met achter je scherm woedende berichten de wereld in te slingeren – ieder voor zich –, maar dat het nodig is om anderen te laten zien dat je er bent, dat er genoeg voor je op het spel staat om ergens met zoveel mogelijk anderen te zijn.

Het kabinet-Schoof bezuinigt ruim twee miljard in het onderwijs – een onderwijs dat juist gebaat zou zijn bij investeringen of op zijn minst bij enige rust. Vorige week is het bovendien verschillende grenzen overgegaan. Een gezelschap dat het enige Marokkaans Nederlandse lid laat vertrekken nadat allerlei op zijn minst dubieuze uitspraken zijn gedaan, en dat daarna verklaart ‘niet racistisch’ te zijn en geen enkele aanstalten doet tot zelfonderzoek, met zo’n gezelschap is iets mis. Er worden voortdurend kleine stapjes gezet, en er worden steeds meer grenzen opgerekt.

Op de sociale media ging dit weekeinde een citaat rond uit het bekende boek They Thought They Were Free: The Germans, 1933–45 van Milton Mayer, gepubliceerd in 1955. Daarin onderzocht Mayer hoe gewone Duitsers geleidelijk de opkomst van het naziregime accepteerden. Onder andere schreef hij:

Foto: Illustratie Marc van Oostendorp

Taal en tanks

Als je je afvraagt of de bezuinigingen op het hoger onderwijs van ruim 1 miljard en de extra 5 miljard die naar het leger gaan iets met elkaar te maken hebben, lees dan het nieuwe advies van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI), de raad waarvan de huidige OCW-minister, Eppo Bruins, tot voor kort voorzitter was.

De raad adviseert de universiteiten gebruik te maken van het groeiende financiële potentieel bij Defensie. Daar wil men het vrijkomende geld vast voor een deel besteden aan onderzoek. Door daar aan te kloppen kunnen de dramatische tekorten die bij universiteiten aan het ontstaan zijn worden gecompenseerd. Omgekeerd wijst de Adviesraad het ministerie van Defensie erop, dat het niet alleen gaat om de ontwikkeling van nieuw materieel, maar ook om “kennis omtrent logistiek (digitale) infrastructuur, cybersecurity, gedrag, energie, cultuurwetenschappen en media- en communicatiestudies.” Als er op de universiteiten geen Arabisch meer gegeven wordt, is er bij Defensie allicht nog emplooi voor.

Propagandatechnieken

Het rapport haakt slim in op een al langer bestaande ontwikkeling: dat wetenschap zich moet laten leiden door maatschappelijke vraagstukken (in plaats van zelf een diagnose te stellen van wat nodig is):

Eerder adviseerde de AWTI hbo/wo-instellingen al om zich meer te richten op de maatschappelijke vraag/verwachting. Daarnaast zal de verwachting die de maatschappij van hbo/wo-instellingen heeft, veranderen met toenemende dreigingen en de urgentie om ons land en onze samenleving te beschermen.

Foto: Screenshot

Studenten, verenigt u. Of niet

Ik mag niet langer zwijgen. De mensen die momenteel acties voorbereiden tegen het rampzalige beleid van minister Eppo Bruins zijn zo beleefd dat er gisteren in allelei app-groepen lang werd gediscussieerd over de vraag of je het wel een ‘Eppocalyps’ mocht noemen – maakte je het dan niet te persoonlijk?

Ondertussen haalde Bruins zelf gisteren onbekommerd zijn zoveelste botte bijl tevoorschijn. Deze keer ging het om de langstudeerboete: studenten die langer doen over hun studie dan de norm, moeten 3000 euro bovenop hun collegegeld betalen. Het betreft ongeveer 95.000 studenten, oftewel 1 op de 8.

Zelf maar zien

Gisteren maakte Bruins duidelijk dat het niet de bedoeling is dat de boete studenten sneller laat studeren. Het doel is simpelweg dat de maatregel geld oplevert. Om dat te bereiken, moeten er daadwerkelijk 94.000 studenten te laat afstuderen. Universiteiten moeten er dus voor zorgen dat studenten hun gedrag niet aanpassen: het geld moet binnenkomen. Daarom zullen er geen uitzonderingen zijn: niet als je ziek wordt, niet als je zwanger bent, niet als je moet werken om je studie überhaupt te kunnen betalen. “Er is geen ruimte voor uitzonderingen in de financiële tabel,” zei de minister, nadat hij eerst had benadrukt hoe jammer het is dat er geen uitzondering kan worden gemaakt voor mensen met een handicap of voor studenten die actief zijn in de medezeggenschap. Als de universiteiten die 94.000 x 3000 euro niet innen, moeten ze zelf maar zien waar ze het geld vandaan halen. Met andere woorden, dan wordt er nog verder op hen bezuinigd.

Foto: Rijksoverheid minister Eppo Bruins, foto Martijn Beekman

Neerlandicus voor de andere talen

Ik mag niet langer zwijgen. Ik mag me dan voorgenomen hebben een tijdje mijn mond te houden, maar als onverlaten dan de gelegenheid aangrijpen om alles af te breken wat ons lief is, wordt zwijgen op zeker moment immoreel.

Een van de kenmerken van de regeerstijl van Eppo Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, is dat hij de verschrikkelijkste dingen doet, en regelmatig erkent dat ze verschrikkelijk zijn, maar daarbij eigenlijk nooit argumenten geeft waarom hij ze desalniettemin doet. Ik heb in de afgelopen vier maanden slechts twee argumenten gehoord, ‘omdat het in het hoofdlijnenakkoord staat’ – maar waarom staat het daar? – en ‘omdat we nu eenmaal niet alles kunnen doen’ – dat is duidelijk, maar wat verklaart dan de keuze om dit niet te doen en dat wel?

Woensdagavond was Bruins op de radio om zijn nieuwste botte bijl te laten bewonderen – de Wet Internationalisering in Balans, die hij voor de gelegenheid nog net wat stomper heeft gemaakt: een wet die enorm moet snoeien in de Engelstalige bachelors aan de vaderlandse universiteiten, en daarmee naar verwachting grote schade gaat aanrichten. Zoals Remco Breuker van WO in Actie in de uitzending uitlegt, hebben universiteiten de afgelopen jaren geprobeerd de enorme tekorten te compenseren door buitenlandse studenten aan te trekken. Het resultaat daarvan is dat die universiteiten inmiddels voor een belangrijk deel financieel afhankelijk zijn van die opleidingen. Een voorbeeld is Breukers eigen Faculteit der Geesteswetenschappen in Leiden, die studies in allerlei zogeheten ‘kleine talen’ (zoals Swahili, dat natuurlijk een wereldtaal is, maar dat maar weinig studenten trekken en dus in Nederland ‘klein’ heten) kan bekostigen door een gigantische opleiding International Studies in te richten. De slachting is in Leiden inmiddels begonnen.

Foto: Antony *** (cc)

Wat te doen als iedereen boos op je is?

Afgezien van het feit dat we een regering hebben die bezig is om ons, net als alle geesteswetenschappers, het werk zo goed als onmogelijk te maken, zijn het gouden tijden voor de taalwetenschap. In de politiek telt de daad niet meer, het woord regeert: de grootste partij van Nederland kent geen concrete wapenfeiten, enkel grote woorden over anderen.

Hoe word je zo populair met niets anders dan beledigingen, halve waarheden en onzin? Ook dit fenomeen valt natuurlijk binnen het domein van de taalwetenschap.

Drie Leidse taalkundigen publiceerden deze week een boek over de kracht van taal in het openbare leven, met een bijzondere invalshoek: de verdedigingsstrategieën van politici en andere publieke figuren na controversiële uitspraken. Van ‘Dat heb ik nooit gezegd’, via ‘Het is uit de context gehaald’ en ‘Ik was dronken’ tot ‘Moet je horen wie het zegt!’

Prioriteiten

Het boek imponeert alleen al door de overvloed aan voorbeelden. Het telt 320 pagina’s, waarin de voorbeelden over elkaar heen buitelen: van Akwasi, die op de Dam riep dat hij ‘een Zwarte Piet hoogstpersoonlijk op zijn gezicht zou slaan’ en later verklaarde dat dit geen oproep tot geweld kon zijn omdat Zwarte Piet niet bestaat, tot PVV-Kamerlid Raymond de Roon, die over Recep Erdoǧan zei: ‘Nu komt de islamitische aap uit de mouw’ en vervolgens stelde dat hij slechts een bestaande uitdrukking gebruikte.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Woordenboeken als wapens voor de rechter

Er zijn vermoedelijk geen woorden waarover zoveel is geschreven als over Jood. Althans, dat meent Ewoud Sanders, en als er iemand is die dat weten kan, is hij dat – de Nederlandse historicus die het allermeest weet over taal.

Sanders is zelf ook al heel lang bezig geweest met het onderwerp. Twintig jaar geleden deed hij al onderzoek naar ‘het beeld van Joden in de Nederlandse taal, hij wilde er zelfs op promoveren. Er waren toen overigens allerlei problemen – het Meertens Instituut in Amsterdam wilde zijn netwerk van informanten liever niet met dit gevoelige onderwerp confronteren – en het onderzoek sneeuwde een beetje onder. Hij promoveerde uiteindelijk op een in de verte verwant onderwerp: kinderverhalen over jodenbekeringen. Maar de vraag wat voor beeld er nu precies opduikt van de Nederlandse kijk op joden als je naar de gebezigde taal kijkt, bleef hem bezighouden.

En nu, in tijden waar het antisemitisme weer zoveel reëler is, nam hij het toch weer op.

Dat is volkomen terecht, want er blijkt heel veel over te vertellen. De methode Sanders is dat je door de geschiedenis heengaat en onderzoekt in wat voor samenstellingen (jodenkoek, jodenstreek), uitdrukkingen (twee joden weten wat een bril kost) en plaatsaanduidingen (Jeudenhoek) het woord voorkomt, om zo te achterhalen wat voor beeld erop duikt. Eerder paste hij dat toe op het n-woord, en in dit geval werkt het even goed.

Volgende