Marc van Oostendorp

291 Artikelen
48 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Marc van Oostendorp is hoogleraar Nederlands aan de Radboud Universiteit Hij heeft een website, een YouTube-kanaal.
Foto: Jon (cc)

Eppo’s emmertje

COLUMN - Bijna ieder gesprek dat ik de laatste tijd voer met mensen die ik een tijd niet heb gezien, gaat zo. Een van de twee zegt ‘hoe gaat het?’, en dan zegt de ander ‘nou, de wereld staat in brand’. Meestal volgt dan iets als: ‘Maar persoonlijk gaat het wel goed.’ De wereld staat natuurlijk al lange tijd op verschillende plekken in brand, maar de vlammen slaan nu zo hevig uit dat ze in kleine gesprekjes zichtbaar worden.

Brandblusmachine, ca. 1750. Anoniem; collectie Rijksmuseum

Ik kom ook mensen tegen die ontmoedigd of somber zijn en niet goed weten waar ze moeten beginnen met blussen. Het wordt steeds minder duidelijk of die branden onze levens echt niet zullen blakeren.

Formulieren

Van de leiding van het land moeten we niet hebben. Zeker als wetenschappers niet. Eppo Bruins is niet alleen de minister van onderwijs en wetenschappen, maar ook een duidelijk toonbeeld van de incompetentie van deze regering: iemand die zijn naam heeft gezet onder rampzalige bezuinigingen, maar die deze nog steeds niet duidelijk in de verf heeft gezet waardoor er de hele tijd een vaag gevoel van doem over het vak blijft hangen.

Zijn laatste stapje was om vrijdag ineens via de sociale media te laten weten:

Foto: Abhi Sharma (cc)

Ze sprak haar naam uit als Fleuj

RECENSIE - Zeg mij welke taal je spreekt, en ik zeg je wie je bent. Geen twee mensen op de wereld spreken precies hetzelfde, en die verschillen laten altijd iets zien over een verschillende geschiedenis, een verschillende identiteit, een verschillende plaats in de samenleving. Dat je in Rotterdam geboren bent, maar in Den Bosch opgegroeid, dat je een man bent, en theoretisch opgeleid, dat je getrouwd bent met een Italiaanse, dat je bovengemiddeld gefascineerd bent door hoe andere mensen praten: het heeft allemaal invloed op je taalgebruik.

Dat is een waarheid waarnaar al heel veel onderzoek is gedaan, een waarheid bovendien die door verschillende geleerden op een verschillende manieren is uitgewerkt, maar een waarheid waarover nog niet zo heel veel geschreven is. De sociolinguïstiek, de tak van de taalwetenschap die zich met deze waarheid bezighoudt, is altijd populair onder studenten, juist omdat ze zoveel te zeggen heeft over de onvermoede rol van taal in het eigen leven. Maar in heel veel publieksboeken heeft dat niet geresulteerd.

Milieu

De schrijver en taalkundige Khalid Mourigh brengt daar nu verandering in met zijn boek Denkend aan Hollands. De ondertitel van het boek luidt: Wat taal zegt over wie we zijn.

Foto: James grills, CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons.

Je weet niet wat de chatbot weet

COLUMN - Nooit zal het wonder van de taalmachine die mens heet bezongen zijn. Wat wij allemaal niet weten en kunnen! Een verschil maken tussen de volgende zinnen bijvoorbeeld:

  • Dit is de man die de vrouw die wilde aanvallen weggejaagd had.
  • Dit is de man die de vrouw die wilde aanvallen mij weggejaagd had.

Als jij ook een Nederlandsetaalmachine bent, en dat ben je, anders zou je dit niet lezen, dan voel je meteen aan dat de eerste zin grammaticaal juist is, maar de tweede niet. Waarom?

De tweede zin kan zelfs betekenis hebben. Zoals de eerste een andere vorm is van de zin:

  • De vrouw die wilde aanvallen had de man weggejaagd.

zo zou de tweede ongeveer kunnen betekenen:

  • De vrouw die de man wilde aanvallen had mij weggejaagd.

Materie

Zoals uit de eerste zin de man naar voren is gehaald als lijdend voorwerp van wegjagen, zo zou het in de tweede naar voren zijn gehaald als lijdend voorwerp van aanvallen. Waarom kan dat tweede niet? En vooral: hoe weten wij dat die tweede zin niet kan? Nooit heeft iemand ons de reden verklaard – tenzij we behalve taalmachines ook docenten syntaxis zijn. Ook heeft niemand ons ooit op zo’n zin gewezen en gezegd: dat kun je dus niet zeggen, je kunt een zinsdeel zoals man wel naar voren halen als het lijdend voorwerp is van de hoofdzin, maar niet als het lijdend voorwerp is van een bijzin van het onderwerp.

Foto: Elvin (cc)

Doe eens wat voor het Nederlands

Mensen vragen me in deze duistere tijden weleens of ik, hoogleraar Nederlands, nu niet aan de goede kant zit. Nationalisme tiert welig en de regering bindt de strijd aan met het Engelstalige onderwijs.

Nu valt het leven aan de goede kant nogal tegen. Ik heb er 8 jaar geleden al op gewezen dat de leider van inmiddels de grootste partij in het Nederlandse parlement waarschijnlijk de parlementariër is die het vaakst Engels gebruikt in de socialemedia (‘Fantastic speech by US Vice-President @JDVance!’). Bovendien richt de regering zich momenteel wel tegen het Engels – maar het maakt er nauwelijks een geheim van dat het hier gaat om een bezuinigingsmaatregel – iets constructiefs wordt er niet mee beoogd, zeker ook niet voor het Nederlands.

Afgelopen donderdag was het ‘dag van de moedertaal’, en de acteur en bestuurder Boris van der Ham greep de gelegenheid aan om hier bij het tv-programma Goedemorgen Nederland ook op te wijzen. De Nederlandse regering steekt geen vinger uit voor onze taal. Dat betreft bijvoorbeeld Van der Hams eigen sector, de podiumkunsten:

Je ziet daar in het klein wat er met het Nederlands aan de hand is. Het is veel minder risicovol om bijvoorbeeld een Engelstalige musical naar Nederland te halen, te vertalen en uit te gaan voeren. Als je een nieuwe Nederlandse voorstelling wilt gaan maken voor een groot publiek, dan is het heel ingewikkeld om de financiering rond te krijgen. Als dit steeds meer onder druk komt te staan, wordt het minder gemaakt. Dan hebben we straks alleen maar Amerikaanse en Engelse voorstellingen en films. Dus daar moet iets aan gebeuren!

Foto: DonkeyHotey (cc)

Zorgen over de wetenschap in Amerika

COLUMN - In Amerika zijn de afgelopen weken rake klappen uitgedeeld aan de wetenschap. Zo werd mensen die bijvoorbeeld een subsidieaanvraag wilden indienen verboden om woorden zoals gender en bias te gebruiken – woorden zonder welke het eenvoudig heel lastig is om over bepaalde onderwerpen te spreken. En zo werden door wetenschappelijke websites ‘gezuiverd’ van allerlei informatie omdat deze in strijd zou zijn met de ideologie van de nieuwe heersers. Dat betrof onder andere informatie over vaccinatie, soa’s en anticonceptie.

Heeft de Nederlandse wetenschap gereageerd? Ik heb een tijdje gezocht, maar ik heb geen reacties gevonden. In De Morgen stond wel een goed stuk van decanen geneeskunde uit Brussel, Antwerpen, Hasselt en Leuven. Maar uit Nederland? Geen woord.

Vrijheid

Misschien hebben wij het hier te druk met onze eigen besognes. De grote kladderadatsch is hier immers ook al begonnen, met de sluiting van de afdeling Technische Natuurwetenschappen in Twente, waar tientallen banen geschrapt staan, de eerste tientallen van enkele duizenden, als we niet uitkijken. De Open Universiteit in Heerlen volgt mogelijk binnenkort, en dan hebben we al net moeten slikken dat bijvoorbeeld Italiaans in Leiden en Utrecht (de enige twee plaatsen met een volledige opleiding) wordt geschrapt. Dat is allemaal nog vóór de bezuinigingsagenda wordt aangekondigd – dat is niet vrolijk.

Foto: © cartoon Marc van Oostendorp Iemand staat met haar foto in de krant, in ons herleefde managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.

‘Boeken lezen, dat hoeft een neerlandicus kennelijk ook al niet meer’

COLUMN - “Mensen,” zei Flo, de nieuwe decaan van de faculteit altijd als ze het woord voerde. Sommigen verdachten haar er om deze reden van dat ze heimelijk weleens woke kon zijn. Waarom zei ze niet gewoon ‘dames en heren’ zoals vroeger? “De wereld is gek geworden” Deze sommigen drongen daarom af en toe aan de lunchtafel aan op haar ontslag, ook al hadden de lunchpartners helemaal geen macht om Flo te ontslaan.

Anderzijds wist niemand of ze vroeger, toen woke nog niet bestond, dan wél ‘dames en heren’ had gezegd.

Flo was zich in het geheel niet bewust van de discussie over haar eventuele wokedom. Ze vervolgde daarom haar toespraak. “Zoals jullie weten hebben we een nieuwe regering. Ik heb daar”, ze keek schalks om zich heen, “ook niet om gevraagd.” Er werd niet instemmend gehumd, het bleef eigenlijk doodstil. “Dit beleid”, zei Flo, nu ernstiger, “is mij natuurlijk een gruwel. Het stuit me tegen de borst. Ik word er, dat mogen jullie eerlijk weten, onpasselijk van.”

“En verdrietig”, vulde Wouter aan. Hij was inmiddels weer hoogleraar, maar zat naast haar omdat hij tot voor kort decaan was geweest. Samen hadden ze de boodschap voorbereid die ze nu naar voren moesten brengen.

Foto: IoSonoUnaFotoCamera (cc)

Waarom vertrouwen we Amerika?

COLUMN - Nu de regering-Trump hard ingrijpt in de wetenschap als die volgens politici de verkeerde woorden gebruikt, en nu het duidelijk is dat grote Amerikaanse bedrijven door de knieën gaan en het nieuwe regime steunen, wordt het belangrijk om keuzes te maken.

Ik heb het altijd eigenaardig gevonden dat ik als medewerker van een Nederlandse universiteit verplicht ben Teams te gebruiken en daarmee allerlei gegevens aan een Amerikaans bedrijf overdraag. Microsoft beheert de manuscripten van mijn artikelen, kijkt mee met vrijwel al mijn vergaderingen en heeft controle over mijn e-mail en agenda. Om toegang te krijgen, moet ik bovendien een Microsoft-app op mijn mobiele telefoon installeren om mijn identiteit te verifiëren bij het inloggen.

Controleren

Microsoft zal de Nederlandse universiteiten vast allerlei mooie beloften hebben gedaan over geheimhouding en privacy, maar in Amerika heeft de regering inmiddels een buitenstaander, de miljardair Elon Musk, toegestaan om in de gegevens te kijken van zo ongeveer iedereen die ooit geld van de overheid heeft gekregen. Iets wat eerder zelfs Amerikaanse ministers niet mochten. Wat betekenen beloften onder dit regime?

Ik ben oud genoeg om me te herinneren dat mij werd verteld dat de universiteiten voorop zouden lopen bij de open source-revolutie. Ik denk dat het een jaar of twintig geleden was dat. We zouden alleen gebruik maken van programma’s die vrijelijk beschikbaar waren, omdat programmeurs ze gezamenlijk hadden gemaakt en hadden vrijgegeven voor het publieke domein. Niemand hoefde te verdienen aan software, of preciezer gezegd: mensen konden dan altijd nog verdienen aan het op maat maken van pakketten of mensen ondersteunen. Bovendien heeft open source-software het voordeel dat iedereen kan controleren wat er gebeurt.

Foto: eigen werk - Cartoon Marc van Oostendorp eppo bruins sloopkogel.jpg

Nog meer destructieve plannen van de minister

Verontrustend nieuws uit doorgaans goed geïnformeerde kring: terwijl de universiteiten nog nasudderen van de draconische bezuinigingen die hen zijn opgelegd – de Eerste Kamer moet nog instemmen, maar niemand koestert nog illusies over de liefde van de christelijke partijen voor het onderwijs –, bezint minister Eppo Bruins zich alweer op de volgende grote klap met de sloopkogel.

Hij zou bij de Voorjaarsnota met een ingrijpende wijziging in het universitaire systeem komen. Drie lijnen daarvan zijn inmiddels bekend.

Rug naar de samenleving

Ten eerste wil de minister alle zogeheten randprogramma’s afschaffen—geld dat niet bedoeld is voor regulier onderzoek of onderwijs. Dit betekent dat het kleine beetje geld dat nu naar bijvoorbeeld wetenschapscommunicatie of ‘open science’ gaat (initiatieven om onderzoeksmethoden en -resultaten vrij toegankelijk te maken), verdwijnt. Hierdoor wordt de wetenschap gedwongen met de rug naar de samenleving te staan, juist nu er voorzichtige pogingen worden gedaan om toegankelijker te worden. Ook het programma Erkennen en Waarderen, dat voorzichtig probeerde universitair medewerkers te belonen voor meer dan alleen publicaties in toptijdschriften, dreigt hiermee te verdwijnen.

Je kunt ook zeggen: zo krijgen mensen zo min mogelijk mee van wat de wetenschap denkt, waardoor ze vatbaarder worden voor radicale, niet op feiten gebaseerde meningen.

Foto: Elon Musk, Public domain, via Wikimedia Commons en logo Wikipedia.

Leve Wikipedia

Misschien wel het grootste monument dat de mensheid de afgelopen decennia heeft opgericht, vergelijkbaar met de middeleeuwse kathedralen: Wikipedia. Het is vermoedelijk de omvangrijkste encyclopedie die er ooit is samengesteld, en dat in een groot aantal talen, waaronder een aantal minderheidstalen. Het is doorgaans een zeer betrouwbare kennisbron. En het wordt vrijwel geheel gedragen door vrijwilligers.

Het internet is inmiddels meer dan dertig jaar geleden oud – in ieder geval als publieke dienst, het bestond al langer op universiteiten en in het leger – en Wikipedia is misschien wel de plek die de oorspronkelijke idealen van het internet het meest zichtbaar heeft waargemaakt: dat de mensheid vrijelijk informatie kon delen, dat alles wat iemand wist voor andere mensen óók beschikbaar zou zijn, en wel gratis. Eindelijk leek kennis haar bestemming te vinden. De betaalmuur moest nog worden uitgevonden. (Was er maar een online museum waar je kon ronddwalen alsof het weer 1995 was—iets zoals de Wayback Machine, maar dan interactief en compleet.)

Oorlog

Er valt van alles aan te merken op de Wikipedia, en op de organisatie, en er zijn allerlei enorme twisten geweest op dat medium, maar het heeft altijd zijn integriteit behouden. Alle informatie is voor iedereen toegankelijk, en zonder reclame. De inkomsten komen van donateurs, dus van gebruikers, die net zo goed lezers als schrijvers kunnen zijn. De opzet vereist een specifiek idee van wat ‘waar’ is, namelijk wat elders in een betrouwbare bron gepubliceerd is (dat betekent bijvoorbeeld dat je niet je eigen onderzoek kunt publiceren op Wikipedia, hoe goed ook: het moet eerst elders staan en dan kun je het citeren).

Foto: © Marc van Oostendorp joggende hersens cartoon (eigen werk)

Taal leren als mentaal joggen

Vreemde talen leren is gezond. Uit onderzoek weten we dat het cognitief voordelig is om tweetalig te zijn – het maakt je flexibeler, en hoewel er nog geen algemene consensus over is, zijn er aanwijzingen dat ziektes als Alzheimer hierdoor kunnen worden vertraagd.

Vanuit dit perspectief is de komst van de zogeheten grote taalmodellen op het eerste gezicht zorgwekkend. Het moment lijkt nabij dat je een oortje in kunt doen dat jou alles wat je gesprekspartner zegt laat horen, in diens eigen stem, maar dan vertaald in jouw eigen taal. Zet die ander ook een oortje in, dan kun je gesprekken voeren in alle mogelijke talen. Dan zal op zeker moment de vraag opkomen: waarom zou je als mens nog een taal leren? Wie wil er nog Duitse naamvallen stampen als ChatGPT de woorden moeiteloos verbuigt? Als iedereen permanent een automatische simultaantolk ter beschikking heeft, wie gaat dan nog naar het talenlab?

Contact

Daar zijn natuurlijk wel wat argumenten tegenin te brengen. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat mensen, in ieder geval voorlopig, en in ieder geval bij intensief en intiem contact, niet altijd afhankelijk zullen willen zijn van een techniek. Dat die techniek bovendien geld kost en het milieu zodanig belast dat ‘iedereen een oortje’ nog ver weg lijkt.

Buiten op straat lijkt iedereen gelukkig

COLUMN - Er zijn tijden dat het nodig is om de straat op te gaan. Dat je niet kunt volstaan met achter je scherm woedende berichten de wereld in te slingeren – ieder voor zich –, maar dat het nodig is om anderen te laten zien dat je er bent, dat er genoeg voor je op het spel staat om ergens met zoveel mogelijk anderen te zijn.

Het kabinet-Schoof bezuinigt ruim twee miljard in het onderwijs – een onderwijs dat juist gebaat zou zijn bij investeringen of op zijn minst bij enige rust. Vorige week is het bovendien verschillende grenzen overgegaan. Een gezelschap dat het enige Marokkaans Nederlandse lid laat vertrekken nadat allerlei op zijn minst dubieuze uitspraken zijn gedaan, en dat daarna verklaart ‘niet racistisch’ te zijn en geen enkele aanstalten doet tot zelfonderzoek, met zo’n gezelschap is iets mis. Er worden voortdurend kleine stapjes gezet, en er worden steeds meer grenzen opgerekt.

Op de sociale media ging dit weekeinde een citaat rond uit het bekende boek They Thought They Were Free: The Germans, 1933–45 van Milton Mayer, gepubliceerd in 1955. Daarin onderzocht Mayer hoe gewone Duitsers geleidelijk de opkomst van het naziregime accepteerden. Onder andere schreef hij:

Foto: Illustratie Marc van Oostendorp

Taal en tanks

Als je je afvraagt of de bezuinigingen op het hoger onderwijs van ruim 1 miljard en de extra 5 miljard die naar het leger gaan iets met elkaar te maken hebben, lees dan het nieuwe advies van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI), de raad waarvan de huidige OCW-minister, Eppo Bruins, tot voor kort voorzitter was.

De raad adviseert de universiteiten gebruik te maken van het groeiende financiële potentieel bij Defensie. Daar wil men het vrijkomende geld vast voor een deel besteden aan onderzoek. Door daar aan te kloppen kunnen de dramatische tekorten die bij universiteiten aan het ontstaan zijn worden gecompenseerd. Omgekeerd wijst de Adviesraad het ministerie van Defensie erop, dat het niet alleen gaat om de ontwikkeling van nieuw materieel, maar ook om “kennis omtrent logistiek (digitale) infrastructuur, cybersecurity, gedrag, energie, cultuurwetenschappen en media- en communicatiestudies.” Als er op de universiteiten geen Arabisch meer gegeven wordt, is er bij Defensie allicht nog emplooi voor.

Propagandatechnieken

Het rapport haakt slim in op een al langer bestaande ontwikkeling: dat wetenschap zich moet laten leiden door maatschappelijke vraagstukken (in plaats van zelf een diagnose te stellen van wat nodig is):

Eerder adviseerde de AWTI hbo/wo-instellingen al om zich meer te richten op de maatschappelijke vraag/verwachting. Daarnaast zal de verwachting die de maatschappij van hbo/wo-instellingen heeft, veranderen met toenemende dreigingen en de urgentie om ons land en onze samenleving te beschermen.

Volgende