Joost

2.707 Artikelen
2.826 Waanlinks
25.313 Reacties
Achtergrond: Kordite (cc)
Technisch opperhoofd en voorzitter van Sargasso, wat in de praktijk betekent dat hij nog geen zak te zeggen heeft :).

Developt (?) zich in het dagelijks leven het ongans en heeft veel te veel ideeën om uit te voeren. Daarom helpt Chad (zie boven) hem tegenwoordig vaak een handje zodat er toch nog af en toe een stukje verschijnt.
Foto: Marek Pospíšil on Unsplash

Elke journalist ziet en hoort te veel in Gaza

Afgelopen zondagavond 10 augustus 2025, 23:35 lokale tijd, vloog er boven het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza een Israëlische drone. Onder de tentdoeken bij de ingang zaten verslaggevers te werken, verbonden aan Al Jazeera en lokale nieuwsdiensten. Daar werd Anas Al-Sharif, een 28-jarige journalist die de oorlog sinds het begin van dichtbij had gedocumenteerd, geraakt door een raket. Hij stierf samen met vier collega’s en twee anderen, onder wie zijn neef. Enkele minuten eerder had hij op X geschreven: “If these words reach you, Israel has succeeded in killing me and silencing my voice.”

Israël verklaarde later dat hij in werkelijkheid een Hamas-commandant was, betrokken bij raketaanvallen. Bewijs? Geen. Onafhankelijke verificatie? Afwezig. Het enige dat werd geleverd was een herhaling van een bekend script: dood een journalist, noem deze daarna een Hamas-strijder of -sympathisant, en vertrouw erop dat de internationale verontwaardiging wegslijt tussen de volgende nieuwsberichten over “veiligheidsoperaties” en “doelgerichte acties”, eh sorry, moordpartijen.

Wie de afgelopen jaren heeft opgelet, kent dit draaiboek. Van Shireen Abu Akleh tot de tientallen lokale verslaggevers die sinds 2023 in Gaza zijn omgekomen: het verhaal is altijd hetzelfde. Een kogel, een raket, een droneaanval. Daarna volgt de verklaring dat het doelwit “geen echte journalist” was. Soms wordt er een wazige foto of vaag document getoond, soms zelfs dat niet. Bijna nooit wordt er hard bewijs overlegd. En bijna altijd blijkt later uit onafhankelijke onderzoeken dat de claims niet of nauwelijks standhouden.

Foto: "Tucker Carlson" by Gage Skidmore is licensed under CC BY-SA 2.0

Tucker Carlson pro-Palestina? Ik ben in de war

Ik moet iets bekennen. Ik kreeg laatst van een kennis een interview van Tucker Carlson doorgestuurd en dacht: “Huh? Is hij… pro-Palestina?”.

De man die jarenlang de posterboy was van Fox News, die immigranten als existentiële dreiging afschilderde, instemmend knikte terwijl hij Poetin en Andrew Tate interviewde en Black Lives Matter demoniseerde als cultureel marxisme in de praktijk, zat ineens te brommen over Israël als agressor, over oorlogsmisdaden in Gaza en, jawel, over Amerikaanse medeplichtigheid bij de aanval op Iran.

Mijn links-progressieve brein stond even stil.

Niet omdat ik dacht dat Carlson plots de kant van Iran en onderdrukten had gekozen. Maar door de plotse realisatie hoe goed dit zogenaamd ‘pro-Palestina-geluid’ past in zijn oerconservatieve, isolationistische wereldbeeld. Wat op het eerste gezicht klinkt als empathie is blijkbaar meer een strategisch kanon in zijn oorlog tegen de ‘liberale elite’, en de steun aan Israël is daar onderdeel van.

Amerika voor alles, en dus: Israël niet meer

Carlson heeft al jaren een broertje dood aan wat hij ziet als het Amerikaanse imperium. Buitenlandse oorlogen, morele verplichtingen, miljardensteun aan verre bondgenoten, volgens hem allemaal verlengstukken van de ‘deep state’ en haar eeuwige kruistocht tegen de gewone Amerikaan.

Foto: Plaatje gemaakt met ChatGPT

Het Iron Dome: een schild tegen consequenties

In De Groene Amsterdammer schreef Margalith Kleijwegt een mooi stuk over hoe het is je als Jood in de diaspora te verhouden tot het geweld van de staat Israël en hoe die staat zich mede in jouw naam misdraagt. En het antisemitisme dat daarnaast nog immer aanwezig is.

Ik kon me in veel vinden, tot ik halverwege op een zin stuitte die me bleef steken. Kleijwegt noemt het recente PvdA-GL-congres waar werd opgeroepen tot een wapenembargo tegen Israël, inclusief het stoppen van de export van onderdelen voor het Iron Dome-systeem. Daarover schrijft ze dat met “het Iron Dome, een raketafweersysteem, […] onschuldige burgers worden beschermd”, met de ondertoon: hoe kun je daar nou tegen zijn?

Een terechte vraag, als je het systeem uitsluitend bekijkt als een soort raketvangend humanitair schild. En inderdaad, het Iron Dome redt levens. Israëlische levens om precies te zijn. Maar die constatering, hoe feitelijk ook, is slechts de helft van het verhaal.

Want dat Iron Dome beschermt niet alleen burgers. Het beschermt ook de mogelijkheid om een oorlog te voeren zonder echte politieke kosten. Geen slachtoffers aan eigen kant betekent geen straatprotesten, geen druk op de regering, geen verontwaardiging die verder reikt dan een boze tweet van een Europese minister die al met één been in het bedrijfsleven staat. Het Iron Dome haalt niet alleen raketten uit de lucht, het haalt ook urgentie en reflectie uit het Israëlische debat. En leidt daarmee uiteindelijk tot méér doden, niet in Israël, maar bij de ander.

Foto: Plaatje gemaakt met ChatGPT

“Maar 2,7%”? Genocide is geen rekensom

Er is een bepaald soort mens dat zich bij de koffieautomaat of in de reaguurderspanelen aan de onderkant van het internet buigt over de dood in Gaza alsof het om een spreadsheetprobleem gaat. Je kent het type: moreel zelfverzekerd, gewapend met een toetsenbord, en vastbesloten om het woord genocide af te serveren zolang de doden niet op industriële schaal worden geproduceerd.

“Het is geen genocide,” zeggen ze dan, “want er is ‘maar’ 2,7 procent van de bevolking omgekomen.” Alsof het pas écht genocide mag heten als de teller boven de 10, 50 of misschien liever nog 99 procent komt. Alles daaronder is blijkbaar gewoon een pittige militaire operatie met wat menselijke bijvangst.

Zo’n redenering is niet alleen moreel failliet, maar ook historisch blind. Het meet de vernietiging van een volk alsof het gaat om korting op een pak koekjes. Alsof het geen genocide mag heten zolang het percentage op papier ‘laag’ genoeg blijft. De werkelijkheid is dat genocide geen kwestie is van aantallen, maar van intentie. En die intentie druipt van elke puinberg in Gaza af.

Volgens het Verdrag inzake Genocide, dat ooit werd opgesteld om herhaling van de Holocaust te voorkomen, gaat het niet alleen om massamoord. Genocide betekent ook het opzettelijk toebrengen van lichamelijke of geestelijke schade, het vernietigen van leefomstandigheden. Je weet wel, precies datgene wat op dit moment doelbewust met Gaza wordt gedaan.

Foto: Igor Omilaev on Unsplash

Kritisch op AI, maar het toch gebruiken: hypocrisie of noodweer?

Stel je voor: je woont in een land waar iedereen een wapen mag kopen bij de supermarkt, en je buurman, die gelooft dat de aarde plat is en Obama een hagedis, heeft er inmiddels dertien. Jij gelooft in hopeloze ‘nance, democratische instituties en het nut van dialoog. Maar ja, jij hebt geen geweer. Op een dag barst de boel: burgeroorlog. Wie wint er, denk je?

Juist. Niet degene met het pamflet over geweldloos verzet.

Dit is het dilemma van de AI-kritische mens in 2025. De algoritmische pandemie is niet meer te stoppen. Elk bedrijf, van de lokale fietsenmaker tot de internationale datahoer, plugt nu AI in alsof het wifi is, onder het mom van “je moet wel mee, anders blijf je achter.” En wat doet de kritische burger? Die overweegt… om toch maar ChatGPT te gebruiken. Of Gemini. Of wat er deze week weer gratis bij de cloudboer zat.

En dan komt de existentiële kramp: Mag dat wel?

Mag je AI gebruiken als je je zorgen maakt over arbeidsverdringing, culturele verschraling, data-extractie en het feit dat alles wat je zegt nu potentieel trainingsmateriaal is voor een digitale Terminator?

Het eerlijke antwoord: natuurlijk niet. Maar ook: natuurlijk wel.

Foto: Alex Radelich on Unsplash

De nieuwe ’terrorist’ is jong, idealistisch én… pacifist

Dus. In het Verenigd Koninkrijk is het eindelijk zover: verf is officieel gevaarlijker dan een vuurwapen of een in elkaar geknutseld explosief. De actiegroep Pro Palestine Action is daar onlangs op de terrorismelijst gezet, nadat ze onder andere een vliegtuig hadden beklad op een luchtmachtbasis. Niet met explosieven, niet met biologische wapens, maar met rode verf. Toegegeven, ze brachten aanzienlijke schade toe, maar de Britse autoriteiten deden een ‘hold my beer’ en gingen los.

De overheid kwalificeerde de groep daarna namelijk als een “terroristische organisatie” onder de Terrorism Act 2000. In die wet staat dat terrorisme geweld of dreiging met geweld moet zijn, gericht op het beïnvloeden van de overheid of het intimideren van het publiek. Maar Pro Palestine Action gebruikt verf, kettingen, spandoeken en lawaai. Geen wapens, geen gijzelaars, geen explosieven. Toch is het kennelijk genoeg voor een label dat ooit was gereserveerd voor mensen met bomgordels en kalasjnikovs.

We zitten met een inflatie van het begrip ‘terrorisme’. Net als bij inflatie van geld: als je te veel drukt, verliest het zijn waarde. Als alles terrorisme is, is niets het nog echt. En het wordt gevaarlijk als dat etiket willekeurig op activisten geplakt wordt, louter omdat ze effectief zijn. Want laten we wel wezen: Pro Palestine Action heeft met hun acties aandacht gegenereerd, de wapenhandel ontmaskerd en de ongemakkelijke banden tussen het VK en Israël blootgelegd. Precies dát maakt ze bedreigend. Niet omdat ze geweld gebruiken, maar omdat ze het geweld van de status quo zichtbaar maken.

Foto: Ahmed Abu Hameeda on Unsplash

De oorlog die maar niet te winnen is: IDF vs. het spook van Hamas

Het is inmiddels ruim negen maanden geleden dat de Israëlische krijgsmacht (IDF) zijn militaire operaties in Gaza intensiveerde met het uitgesproken doel: Hamas uitschakelen. En wat hebben we tot nu toe geleerd? Dat het misschien makkelijker is om een stad steen voor steen te vernietigen dan een idee uit te roeien. Gaza is grotendeels veranderd in een maanlandschap, maar het IDF weet het zeker: de overwinning is nabij. Alleen nog even dit ziekenhuis, die school, dat vluchtelingenkamp of dat waterpunt bombarderen.

Ondanks dat experts zeggen dat Hamas militair inmiddels eigenlijk niet meer bestaat trekt Israël nog steeds alles uit de kast om dat spook aan te vallen. Straaljagers, tanks, cyberoorlogsvoering, psychologische operaties, witte fosfor, de menukaart van een hypermoderne ‘democratie’ in ‘oorlog’. Maar Hamas? Bestaat nog steeds. Of beter gezegd: blijft altijd bestaan.

En daar begint het ongemakkelijke deel van het gesprek. Want als een van de best gefinancierde en best getrainde legers ter wereld er maanden over doet om een niet-statelijke actor met zeer beperkte middelen uit te schakelen, wie is er dan precies incompetent?

Misschien is het de beruchte asymmetrie van de oorlog: Hamas hoeft alleen maar te overleven om te winnen. Israël moet alles vernietigen om niet te verliezen. Spoiler: dat lukt dus niet. Je kunt een stad met bulldozers platwalsen, maar je krijgt die ene man met een raketbuis in een tunnel niet te pakken. En zelfs als je hem te pakken krijgt, staat er twee dagen later een andere in zijn plaats, met meer haat, minder scrupules en betere social media-skills.

Foto: "Bob Vylan@Off Tune Festival 2022" by Valentina Ceccatelli is licensed under CC BY-NC-SA 2.0

Dood aan Bob Vylan (of de Israëlische strijdkrachten)!

Het Britse duo Bob Vylan ligt momenteel onder vuur. In tegenstelling tot Gaza niet letterlijk natuurlijk, en ook niet vanwege het misbruiken van auto-tune of wangedrag op backstage fruitbuffetten, maar vanwege een maatschappijkritische uitspraak tijdens hun optreden op Glastonbury:

“Death to the Israeli Defense Force.”

Bam. Duidelijk. Boos. Mening. En dus: aanleiding voor een onderzoek én een reeks annuleringen. Want, stel je voor, iemand spreekt zich uit tegen een leger dat al maanden de lijst van aangetoonde oorlogsmisdaden aanvoert alsof het de Top 40 is.

Moreel kompas met losse schroeven
De BBC, die het optreden live uitzond, betreurt inmiddels dat ze niet tijdig de stekker uit de uitzending hebben getrokken. Niet omdat het IDF deze week weer een school platbombardeerde, daar kun je als staatsomroep natuurlijk niet elke dag op reageren, anders blijf je 24/7 bezig, maar omdat iemand durfde uit te spreken dat het misschien niet zo’n goed idee is om een leger dat zich aan collectieve bestraffing, etnische zuivering en willekeurige luchtaanvallen schuldig maakt, met rust te laten.

In de redactieburelen moeten ze het druk hebben gehad. “Hebben we beelden van verminkte kinderen uit Rafah?” “Ja, maar die hebben we al twee weken niet meer laten zien, mensen klikken of zappen dan weg.” “Oké, maar dat statement van Bob Vylan, daar moeten we wél op reageren.”  “Goed idee! Dat is pas écht grensoverschrijdend.”

Foto: Federico Scarionati on Unsplash

Power to the People? Hoe AI die droom ondermijnt

“Power to the people!”: een veelgehoorde leus bij demonstraties, ik hoorde het de afgelopen periode onder andere bij de Rode Lijn-demonstraties. Het is ook een leus die al decennia relevant is, en om eerlijk te zijn schiet het nog niet heel erg op. In de basis is het is een pleidooi voor democratisering van kennis, middelen en macht en lang werd door velen geroepen dat technologie dit zou brengen, het zou de grote gelijkmaker zijn. Het internet democratiseerde informatie. Sociale media gaven een stem aan wie geen podium had. De smartphone veranderde iedereen in een journalist, een activist, of iemand met, op zijn minst een beetje, invloed.

Maar de geschiedenis laat zich niet zo makkelijk temmen. Elke uitvinding die de massa belooft te bevrijden, blijkt op termijn ook een nieuw soort concentratie van macht te faciliteren. En zo staan we nu, met kunstmatige intelligentie, weer op een kruispunt. De meeste mensen kijken naar ChatGPT of Midjourney en zien een handig speeltje, een efficiëntiebooster of op zijn meest een bedreiging voor hun baan. Of aan de andere kant van het spectrum, kunstmatig intelligente robots die de mensheid zullen vernietigen. Maar niet iedereen stelt de vraag wat het betekent dat AI straks niet collectief bestuurd wordt, maar in handen komt van een relatief kleine groep mensen, soms letterlijk een enkeling.

Live: Israël bombardeert ministerie van Defensie Syrië

In hoofdstuk 382.421 in de serie ‘hoe onderhoud je goede banden met je buurlanden’ mengt Israël zich nu ook actief in een conflict tussen druzen en soennitische bedoeïenen in Syrië. Het geweld tussen beide groepen escaleerde afgelopen zondag, waarna de Syrische overheid troepen stuurde. Die Syrische troepen leken (deels) partij te kiezen voor de bedoeïenen. Israël en de druzen zien elkaar als bondgenoten.

Het bombarderen van het ministerie van Defensie zal vast het probleem oplossen en geen andere problemen creëren.

Foto: Ahmed Abu Hameeda on Unsplash

Nobelprijs voor de Vrede: de hypocrisie is weer begonnen

Je kunt de klok erop gelijkzetten: zodra het kwik in het Westen boven de 25 graden stijgt en iedereen langzaam in de vakantieroes glijdt, kruipt er weer een nominatie voor de Nobelprijs voor de Vrede uit een geopolitieke kruipruimte waarvan je wenste dat niemand hem ooit had geopend. Dit jaar: Donald J. Trump, nogmaals voorgedragen. En wie gunt hem dat eerbetoon? Niemand minder dan zijn oude genocidale vriend en partner in diplomatieke dissonantie, Benjamin Netanyahu.

Waar Trump de prijs in 2020 nog misliep mag hij het nu nog een keer proberen. Toen gaf het comité de prijs toch liever aan het Wereldvoedselprogramma, want honger is apolitiek. Of nou ja, wás apolitiek, totdat Israël het dit jaar als wapen inzette om Gaza etnisch te zuiveren. Op zijn palmares kan de Trumptator in spe inmiddels nog meer ‘vredesinitiatieven’ bijschrijven, zoals het inzetten van het leger tegen burgers in eigen land en het terugbrengen van internationale diplomatie tot de drie letters W, T en F.

Maar voor wie dacht dat de Nobelprijs voor de Vrede ooit écht bedoeld was om vrede te belonen: mwah. De geschiedenis laat een ander patroon zien. De prijs wordt al decennia gebruikt om niet-westerse landen de les te lezen. Denk aan de Dalai Lama (China: foei!), Malala Yousafzai (Pakistan: kijk, zo moet het!), en Liu Xiaobo (China opnieuw: we menen het echt hoor!). De boodschap is steevast: “Zie, dit is wat fatsoenlijk gedrag is. Leer ervan, barbaren.”

Foto: Ahmed Abu Hameeda on Unsplash

Israël gebruikt Joden als mondiaal menselijk schild

Er zijn weinig staten die zich zó effectief hebben ingegraven in het morele krediet van een menselijke tragedie – de herinnering aan de Holocaust  – als Israël. De Israëlische regering, die zichzelf nadrukkelijk de Joodse staat noemt, bedient zich inmiddels van een strategie van morele chantage: elke kritiek op het land wordt routinematig herschikt tot een aanval op Joden als geheel. Het is een retorische truc die tegelijk doorzichtig en bijzonder effectief is.

Want laten we wel wezen: wie in de politiek durft er nog iets te zeggen als het verwijt “antisemitisme” als een zwaard van Damocles boven ieder debat hangt? Wanneer elk protest tegen een bezetting, tegen kolonisten, tegen de machtsstructuur, automatisch wordt omgebogen tot een verdenking van Jodenhaat, dan verandert het publieke debat in een mijnenveld. En dat is precies de bedoeling.

In deze opzet, en ja, ik noem het met opzet een opzet, fungeert de wereldwijde Joodse gemeenschap als een menselijk schild. Maar niet in de letterlijke betekenis waarin kinderen voor tanks worden gezet. Hier gaat het juist om het welbevinden, de veiligheid, de collectieve waardigheid van Joden overal ter wereld, die permanent als morele afweer worden ingezet. Kritiek op Israël? Dan speel je met vuur, dan riskeer je hun lichamelijk, psychisch en maatschappelijk welzijn. Het is een pervers soort immunisering.

Vorige Volgende