Christian Jongeneel

1.816 Artikelen
361 Waanlinks
2.092 Reacties
Achtergrond: Christian Jongeneel
Christian Jongeneel is auteur van twee romans en zakelijk leider van twee literaire instellingen in Rotterdam. Op de achtergrond is hij politiek actief voor GroenLinks.
Foto: photosteve101 (cc)

Naar een nationale bankinfrastructuur

OPINIE - In een fraai vormgegeven longread laat The Economist zien hoe iedere financiële crisis ertoe leidt dat de overheid (en dus de belastingbetaler) steeds sterker betrokken raakt bij het wel en wee van banken. De cyclus is ongeveer als volgt: de banken nemen te grote risico’s en komen in de problemen, de overheid ziet economische rampspoed aankomen en grijpt in met belastinggeld, de banken krijgen strengere regels opgelegd om te voorkomen dat het probleem zich herhaalt, de overheid laat de teugels weer een beetje vieren, de banken gaan zoeken naar manieren om binnen de nieuwe regels de winst te maximaliseren (door risico’s te nemen).

Dat moet stoppen, vindt het liberale weekblad. Als banken zich misdragen, dienen zijzelf de pijn voelen, niet de belastingbetaler. Anders gezegd: de overheid moet minder garanties afgeven en minder snel ingrijpen. De vraag is hoe je dat doet. De meest logische manier lijkt te zijn om ervoor te zorgen dat publiek noodzakelijke infrastructuur niet in het faillissement van een private partij kan worden meegezogen. Zo werkt dat met het wegennet, het elektriciteitsnet (wankel, zie de recente commotie om Alliander), het spoornet en ooit het telecomnet.

De eerste stap zou de heroprichting van de Postbank zijn, een simpele bank die betalingen voor je regelt en waar je spaargeld veilig is, omdat deze bank niet failliet gaat zolang Nederland zelf niet bankroet is. Iedereen met een burgerservicenummer heeft automatisch een Postbankrekening. Je hoeft er niks mee te doen, maar als je eigen bank in de problemen komt, heb je altijd een reserve voor de elementaire bankdiensten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Waarom ik geen Marokkaan ben

OPINIE - We moeten af van het wij-zij-onderscheid tussen Nederlanders en ‘Marokkanen’ – ook als dat goed bedoeld is.

Van mijn GroenLinkse partijvoorzitter Rik Grashoff kreeg ik een oproep ook te laten weten dat ik een Marokkaan ben. Ik ga daar niet aan meedoen. Daar is een eenvoudige reden voor: ik ben namelijk werkelijk geen Marokkaan en ik heb ook niet de pretentie er een te zijn (eerlijk gezegd zou ik dat nogal aanmatigend vinden). Ik zou de actie domweg kunnen negeren, maar ik vind dat er een ongewenst randje aan zit.

De actie gaat namelijk mee in het frame van Geert Wilders. Er is in Nederland sprake van wij, de Nederlanders, en zij, de Marokkanen. Het is natuurlijk een roerend gebaar van solidariteit dat Nederlanders zich voor de bühne bij de Marokkanen voegen, maar het is ook een boodschap die het onderscheid in stand houdt. De vele born here selfies, waarbij Marokkaanse Nederlanders zich met hun paspoort portretteerden, bieden een veel positiever signaal door de nadruk te leggen op de eenheid in plaats van de verdeeldheid.

Marokkaanse Nederlanders van de jongste generatie zijn in feite verder in hun denken dan de Nederlandse Nederlanders die menen voor hen op te moeten komen (dat heeft toch altijd iets paternalistisch, alsof ze niet uitstekend in staat zijn zichzelf te verweren). Denk ook aan de positieve boodschap waarmee Nida Rotterdam uit het niets twee zetels haalde bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dat is de houding waarmee Nederland vooruit geholpen wordt. Het PVV-sentiment bestrijd je niet door er luidkeels tegenin te gaan, maar door de irrelevantie ervan te tonen.

Foto: Twitterfoto: Kiki Verheijen bewijst dat ze D66 gestemd heeft copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Stemfie bedreigt het stemgeheim

OPINIE - De ‘stemfie’, een selfie inclusief ingevuld stembiljet, bedreigt niet alleen het stemgeheim, maar maakt ook stemmen ronselen doodeenvoudig.

Wilde u altijd al zeker weten of uw vrouw het juiste hokje rood maakte, maar mocht u niet mee in het hokje om het te controleren? Dan heeft u dankzij minister Plasterk een alternatief gekregen: dwing uw vrouw een stemfie te maken, ofwel een fotootje van haarzelf in het stemhokje, met het stembiljet. Ook als je je stem hebt verkocht, kun je nu eenvoudig bewijzen dat je je geld waard bent.

Kortom, met de stemfie staat het stemgeheim op de helling. Natuurlijk mocht je altijd al rondtoeteren op wie je ging stemmen, maar bewijs leveren was niet toegestaan. Het was een stuk privacy dat je wettelijk niet kon afstaan. Het is daarom vrij bizar dat de Kiesraad enerzijds wil optreden tegen stemmen ronselen, maar anderzijds een instrument toestaat waarmee ronselen nog eenvoudiger wordt: je hoeft nu niet meer machtigingen te verzamelen om je van stemmen te verzekeren, maar kunt ongelimiteerd om stemfies vragen.

Het lastige is dat het handhaven van een verbod om stemfies wel eens lastig zou kunnen worden. Mobieltjes zijn zo klein dat de voorzitter ze alleen kan waarnemen door zo’n beetje in het stemhokje te gaan staan, wat dan ook weer strijdig is met het stemgeheim. Een goed ontworpen stemcomputer zou het probleem allicht kunnen oplossen. Hoe dan ook, het lijkt erop dat de technologische werkelijkheid hoe dan ook met de papieren stemprocedure aan de haal gaat.

Foto: Festival Karsh (cc)

Wat moeten we als Mandela doodgaat?

COLUMN - Christian Jongeneel herinnert zich de man die hij bijna twintig jaar geleden in een Zuid-Afrikaanse trein ontmoette en die al bijna wanhopig werd van de gedacht dat Nelson Mandela ooit zou sterven.

Met volle bepakking stommel ik door de trein, op zoek naar een plekje. De meeste coupés zijn vol, de mensen hebben zich geïnstalleerd voor de nachtelijke rit. Ik begin al wat op mezelf te schelden, ik had niet zo lang in de stationshal moeten blijven hangen, babbelend met een Deen die op de bus wachtte. Drie wagons later heb ik geluk: een coupé met maar één inzittende, een man van in de veertig. Ik stap binnen, vraag voor de vorm of ik erbij mag. Twee geschrokken ogen staren me aan.

Hier is snelle actie geboden besef ik. Ik zet mijn rugzak neer en steek mijn hand uit. ‘Ik ben Christian, ik kom uit Nederland.’

‘Immanuel.’

Dit is Zuid-Afrika, een paar jaar na de apartheid. Hier stapt een blanke niet zomaar een coupé binnen met een zwarte erin. Eigenlijk horen zwarten ook in de derde klasse, niet in de tweede. Vroeger mochten ze er niet in, nu kunnen ze het niet betalen. Immanuel werkt al zijn leven lang bij de spoorwegen, op het station van Pietermaritsburg. Daarom heeft hij het recht tweede klas te reizen.

Foto: Sta op en leef, vader copyright ok. Gecheckt 07-11-2022

Recensie | Sta op en leef, vader

RECENSIE - Sta op en leef, vader‘, de nieuwe essaybundel van Said el Haji, wordt vanavond in diens woonplaats Rotterdam ten doop gehouden. Sargasso las het boek alvast.

Iedere man gaat milder naar zijn vader kijken zodra hij zelf een zoon heeft. Kortstondig Sargasso-auteur Said el Haji debuteerde dertien jaar geleden met de roman ‘De dagen van Sjaitan’, een autobiografische afrekening met het (goddelijke) gezag in het algemeen en zijn vader in het bijzonder. Nu is er een bundel essays, ‘Sta op en leef, vader’, deels voorgepubliceerd in de Volkskrant, waarin hij met een zekere weemoed omkijkt. De oudere Said ziet nog steeds de tiran van weleer, maar daarnaast zoveel meer.

Eigenlijk is het helemaal geen essaybundel, maar een verzameling korte verhalen met een paar verdwaalde opiniestukken ertussen. Die stukken, waarin hij bijvoorbeeld reageert op Femme de la Rue en een brief van Mohammed Cheppih, zijn aardig, maar zullen de tand des tijds niet doorstaan. Dit boek moet je lezen om de familieportretten.

Maak bijvoorbeeld kennis met de oudste broer Farid, die een fiets cadeau krijgt als hij overgaat naar de vijfde klas. Als oudste heeft hij een bevoorrechte positie, die hij invult door verantwoordelijkheidsbesef te tonen. Toch probeert ook hij onder het vaderlijke juk uit te komen. In een paar bladzijden wordt de strijd tussen vader en zoon invoelbaar, de drang naar vrijheid versus de angst voor roekeloosheid. Het is een strijd die uiteindelijk het hele gezin aangaat.

Foto: Chesnot Jérôme (cc)

De brutaaltjes van Greenpeace

Greenpeace was het eerste goede doel waar ik me ooit mee verbonden voelde. Als tienjarige vond ik hun acties tegen gemene zeehondenknuppelaars geweldig aansprekend. Meer dan 25 jaar vulde ik trouw acceptgiro’s in, tot mij bij het lezen van het ledenblaadje steeds vaker het gevoel bekroop dat ze van het padje geraakt waren. De acties werden misschien spectaculairder, op het onverantwoorde af, maar de effectiviteit was onduidelijk. Ik zei mijn lidmaatschap op.

Kennelijk bewaarden ze mijn gegevens bij Greenpeace niettemin goed, want in de affaire rond de Arctic Sunrise belden ze me op, ongetwijfeld met de gedachte dat mijn sympathie hernieuwd moest zijn. Ik legde uit dat ik, net als hun eigen oud-kapitein, weel snapte dat de Russen het schip hadden opgebracht en de bemanning gearresteerd. Daar wilde de telefoniste het liever niet over hebben.

‘Maar weet u eigenlijk wel waarom we daar protesteerden?’
‘Jazeker.’
‘Zou u het niet geweldig vinden als we erin slaagden de boringen daar te stoppen?’
‘Ik weet niet of jullie actie daaraan bijdraagt.’

Niet lang daarna kwam het gesprek tot een einde met de spijtige constatering van de telefoniste dat ik niet gevoelig was voor emotionele chantage. Een paar dagen later kreeg ik een brief. ‘Uw jaardonatie 2014′ stond erop. In de brief trok Greenpeace de credits voor het voorkomen van olieboringen op Antarctica naar zich toe en nam het op zich dit ook voor de Noordpool te gaan regelen. ‘Wij geloven erin. U ook?’ las ik. Er zat alvast een acceptgiro bij.

Foto: U.S. Pacific Fleet (cc)

De straf voor wonen aan het water

ACHTERGROND - In rijke landen wonen rijke mensen aan het water, in arme landen als de Filipijnen zijn het meestal de armen. Als er niet genoeg geld is voor kustbewaking mogen zij de klappen van de zee opvangen.

De gedachte dat het aantrekkelijk is om aan zee te verblijven, dateert uit de negentiende eeuw. Tot die tijd woonde je er omdat je er economisch van afhankelijk was, als handelaar of als visser, niet voor je plezier. Vanaf zee kwamen immers stormen en vloedgolven. Nederland maakte dat voor het laatst in 1953 mee en gaf sindsdien een miljardenbedrag uit aan kustbewaking om te voorkomen dat het ooit weer zou gebeuren. Tijdens de zware storm van twee weken geleden hoefde niemand zich werkelijk ongerust te maken.

Voor de Filippijnen was Tacloban een relatief welvarende stad, toen zij op 7 november getroffen werd door de orkaan Haiyan. Foto’s laten echter zien dat het vooral de sloppenwijken hard zijn getroffen. Op voor/na-foto’s valt goed te zien dat de minst reguliere bebouwing vaak het dichtst bij het water staat. Dat is niet voor niets.

Een poosje geleden sprak ik Tatiana Filatova van onderzoeksinstituut IGS aan de Universiteit Twente. Zij bestudeert de gevolgen van klimaatverandering voor de grote delen van de mensheid die aan zee wonen. Je mag de overkomst van Haiyan (of Katrina) niet één op één aan klimaatverandering koppelen, maar ook de gestage zeespiegelstijging is reden genoeg om je zorgen te maken.

Foto: Pablo (cc)

Niet Zwarte Piet is het probleem, maar Sinterklaas

OPINIE - De discussie over de huidskleur van Zwarte Piet komt vroeg dit jaar. Terwijl het probleem eigenlijk de huidskleur van Sinterklaas is.

Iedereen die de afgelopen jaren het Sinterklaasjournaal gezien heeft, weet dat de Sint een een warrige oude blanke man is, die het dagelijks beheer van de bv Pakjesboot al lang heeft overgedragen aan directeur Hoofdpiet. Je kunt er een symbool in zien van een vermoeide westerse wereld, die bezig is zijn dominantie te verliezen aan een jonge, globale generatie.

Niet iedereen is het met dat beeld eens. Sommigen houden liever vast aan Sinterklaas als een koloniale slavendrijver, die zijn zwarte knechten afbeult en vernedert – om daar vervolgens schande van te spreken. Ze hebben natuurlijk gelijk. De machtsverhouding tussen blank en zwart in het Sintgebeuren is een reliek uit vroeger tijden, een symbool dat zijn betekenis verloren heeft, tenzij je er voortdurend op blijft hameren. Zo zijn het ironisch genoeg vooral de tegenstanders van Zwarte Piet die zijn slavenverleden levend houden.

De doorgaans geopperde remedies zijn dan ook weinig zinvol. Geef Piet een andere kleur en hij onderdrukt Chinezen, Indianen of Smurfen; een regenboogkleur en hij staat symbool voor homo-onderdrukking. Het doet er niet toe welke kleur Piet heeft. Het probleem is Sinterklaas. Hij is een oude blanke baas met een schier oneindige schatkamer, die hij ongetwijfeld niet op koosjere wijze gevuld heeft. Er is geen beginnen aan om alles op te sommen wat er niet aan hem deugt.

Foto: clocker (cc)

Het probleem van het IPCC

OPINIE - Het klimaatpanel IPCC bestaat uit wetenschappers met een politieke boodschap. Dat mag natuurlijk, maar verwarrend is het wel.

Het IPCC, waarin alle klimaatonderzoekers ter wereld samenzweren om de mensheid aan windenergie te krijgen, bracht vandaag zijn jongste rapport uit. De komende weken zal er ongetwijfeld veel touwtrekken volgen om de juistheid van bepaalde grafiekjes, waarbij de complottheoretici iedere vermeende of echte fout zullen aanvoeren als bewijs dat de opwarming van de aarde een hoax is. Een van de achterliggende problemen is verwarring over de rol van het IPCC.

Het IPCC is geen wetenschappelijk, maar een politiek orgaan. Het is ingesteld door de Verenigde Naties om, op basis van door anderen uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek, vast te stellen hoe erg het is met de opwarming van de aarde en wat het aandeel van de mens daarin is. Het is dus de opdracht van het IPCC om met een heldere, breed gedragen consensus te komen, die voor regeringen de input is om tot actie over te gaan. Tot zover niets aan de hand.

Om het wetenschappelijk onderzoek om te zetten in een consensus voor politiek gebruik, zijn wetenschappers ingeschakeld. Dat is begrijpelijk, zelfs noodzakelijk, maar het brengt die wetenschappers in de verleiding om een voorschot te nemen op wat overheden met hun conclusies moeten doen. De voorzitter van het IPCC, Rajendra Pachauri, meent bijvoorbeeld dat het vijf voor twaalf is voor het klimaat. Er moet dringend ingegrepen worden.

Vorige Volgende