Jona Lendering

628 Artikelen
15 Waanlinks
322 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Studeerde geschiedenis en vertelt er graag over. Scepticus, recensent, fietser, webmaster (LiviusOrg), Don Quichot, blogger (Mainzer Beobachter) en beheerder van GrondslagenNet. Reist regelmatig in het Midden-Oosten, schreef een paar boeken, gruwt van de zelfmoord van de geesteswetenschappen en droomt van een eigen huis in Downtown Beiroet.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De slag bij Manzikert

 

Eindelijk gelukt: kort voor zonsondergang stond ik gisteren op de plaats waar in augustus 1071 de slag bij Manzikert werd gestreden. De liefhebber kan de vlakte vinden ten zuidoosten van het huidige Malizgert in oostelijk Turkije (hier). Vanuit Tatvan, waar mijn hotel was, was het ruim anderhalf uur rijden over een weg die tot Ahlat uitstekend was en daarna zeer snel verslechterde. De chaotische rit over de bergen, met steeds de aanblik van de besneeuwde berg Süphan, was er een om nooit te vergeten.

Waarom wilde ik erheen? Omdat de slag bij Manzikert een van de weinige écht beslissende veldslagen is uit de wereldgeschiedenis. Aan de ene kant stonden de Turken, net overgegaan tot de islam en gecommandeerd door de Seljukische sultan Alp Arsan, ‘de Leeuw’. Hij was de machtigste man in de soennitische wereld en streefde er, met de geloofsijver van een jonge bekeerling, naar om de sji’itische moslims op het rechte soennitische pad te brengen. Zijn doel was daarom de verovering van Egypte, waar een sji’itische vorst de titel van kalief voerde. Voor Alp was het onaanvaardbaar dat een niet-soenniet claimde de heerser der gelovigen te zijn.

Hij was dus vanuit Iran op weg naar Egypte en bevond zich in Syrië, toen hij vernam dat de keizer van het Byzantijnse Rijk, Romanos IV Diogenes, met een leger van 70.000 man op weg was naar Armenië, een bufferstaat tussen de Seljuken en de Byzantijnen. Zou het een kleiner leger zijn geweest, Alp de Leeuw zou zich niet van zijn tocht naar Egypte hebben laten weerhouden, maar dit oogde gevaarlijk. Wilden de Byzantijnen doorstoten naar het Seljukische kernland?

Foto: copyright ok. Gecheckt 13-10-2022

Schradinova

Eigenlijk had ik een pesthumeur moeten hebben. Om vijf uur was ik opgestaan om naar de luchthaven te gaan. Ik had maar vier uur geslapen en normaal gesproken ben ik dan de rest van de dag weinig waard. Maar ik neuriede toen ik de bewakingsdienst voor de eerste keer mijn bagage liet controleren – “Take off” van Schradinova. Sinds ik dat liedje voor de eerste keer hoorde, heb ik het steeds opnieuw in mijn hoofd als de Airport Security zijn irritante werk doet.

Het vliegtuig naar Trabzon was overbooked. Of ik maar elf uur wilde wachten. Mijn humeur had nu totaal verziekt moeten zijn, maar bleef uitstekend. Het moet zijn gekomen door de muzak in de luchthaven. Ik geloof dat ik alle sublieme klassieke melodieën wel heb horen langskomen: de Brandenburgse concerten, het Zwanenmeer, Für Elise en de Walkürenritt. De Vier Jaargetijden hadden nog niet geklonken of ik mocht luisteren naar de Vijfde van Beethoven, die weer werd gevolgd door het adagietto uit Mahlers Vijfde. De Moldau stroomde uit in de Schöne blaue Donau en de Hongaarse Dans werd gevolgd door Anitra’s Dans. Mijn Turkse gastheren deden hun best.

Maar nou het rare: toen ik aan het begin van de avond voor de tweede keer langs de security moest, sprong meteen “Take off” weer in mijn hoofd. Blijkbaar treft dat liedje me meer dan alle muziek die ik de hele dag had mogen beluisteren.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Wetenschap en fact-free politics

Er bestaat een flauwe mop over een dronkaard die ’s nachts zijn fietssleutels kwijtraakt in een donkere steeg en even verderop bij een lantaarnpaal gaat zoeken, aangezien het daar tenminste licht is. Ik zei al dat de mop flauw was, maar ze is een redelijke metafoor voor het hedendaagse wetenschapsbeleid.

Hoe meten we de kwaliteit van het onderzoek? In principe door te kijken naar citaties. We verwachten van alle onderzoekers dat ze elk jaar een bepaald aantal publicaties doen in respectabele internationale tijdschriften. We gaan er daarbij van uit dat redacties alleen artikelen plaatsen die de moeite waard zijn. De dwang tot publicatie dwingt onderzoekers dus een bepaalde norm te halen.

Nederlandse wetenschappers doen het, zo bezien, helemaal niet slecht. n een recent interview in De groene Amsterdammer-prijst Robbert Dijkgraaf, de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, de hoge productiviteit van onze geleerden en het feit dat ze publiceren in ’s werelds meest-geciteerde tijdschriften.

Dat is allemaal heel mooi – ik schrijf dat zonder ironie. Het probleem is echter dat dit een bijzaak is. Het gaat erom dat u en ik in de bibliotheken, in kranten, op het internet accurate informatie kunnen vinden. Wat we moeten meten is of desinformatie wordt teruggedrongen. Daar is ook alle aanleiding toe, zolang Kamerleden de domste dingen kunnen zeggen over het klimaatbeleid, de islam, obesitas, migratiecijfers en wat dies meer zij. Academici die niet meten hoe inzichten worden overgedragen, zijn medeverantwoordelijk voor fact free politics.

Foto: Free stock photo from FreeImages copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Academische fraude geen verrassing

Ik schreef, naar aanleiding van de Guttenberg-affaire, op 14 mei j.l. een stukje in het Handelsblad (hier). Ik wees erop dat het bizar was dat de frauderende doctor steeds in het nieuws terugkeerde, terwijl er meer mensen moesten zijn geweest die ervan geweten hadden. Ik wees er ook op dat dit dodelijk was voor het toch al sterk verminderende maatschappelijke vertrouwen in de universiteiten. Ik eindigde met:

Veel Nederlanders geloven de wetenschap niet langer. Wordt het, om het vertrouwen te herstellen, niet tijd voor een onafhankelijk onderzoek naar onze universiteiten? Of wachten we tot we ook in Nederland een affaire-Guttenberg meemaken?

Ik kreeg daarop verschillende reacties van mensen die zeiden dat ik het veel te somber inzag. Dit was slechts een incident, meenden ze. Ik meende van niet, en dat leidde tot een weddenschap. Inzet: één krat bier. Binnen drie jaar zou er, volgens mij, in Nederland een gepromoveerde wegens fraude in opspraak zijn. Mijn opponenten dachten dat zeker niet zou gebeuren.

Honderdzestien dagen na het publiceren van mijn stukje heb ik mijn krat bier al binnen. Gisteren, zo las ik, is de Tilburgse hoogleraar cognitieve sociale psychologie Diederik Stapel op non-actief gezet omdat hij in zijn publicaties gebruik zou hebben gemaakt van gefingeerde gegevens.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hillens afleidingsmanoeuvre

Daar stond de oppositie gistermiddag dus, alsof ze een wedstrijd deden wie er het meest boos kon kijken. Er was alle reden toe. De VVD en het CDA wilden vorig jaar dolgraag troepen naar Afghanistan sturen maar hadden daarvoor de steun nodig van de oppositie. Die stelde als voorwaarde dat het een echte politiemissie moest zijn. Nu heeft  minister Hillen dus in Vrij Nederland gezegd dat het een militaire missie is.

Je ziet Cohen denken: “Dit is de tweede keer dat het CDA de andere partijen een kunstje flikt. Anderhalf jaar geleden speelde Verhagen dubbelspel door de NAVO te zeggen dat de PvdA akkoord zou zijn met een verlengde missie, nu heeft Hillen zitten liegen. Nederland wordt weer eens ergens binnengerommeld.” Groen Links en de D66 noemen Hillens woorden “een blunder”.

Ik vermoed dat dit niet het geval is. Hillen is niet dom. Hij weet heel goed dat zijn uitspraak over de militaire missie het laatste was wat hij moest zeggen. Dus waarom zei hij het?

Ik kan maar één reden bedenken: het Kabinet heeft er voordeel van als de discussie vandaag gaat over Afghanistan. We staan te kijken naar een goocheltruuk: onze aandacht wordt afgeleid.

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Jefferson’s bijbel

Dat is nou aardig, dat iemand de Jefferson Bibleonline heeft geplaatst. Het curieuze project van de derde president der Verenigde Staten mag dan een intellectuele mislukking zijn, Jeffersons goede bedoelingen lijden geen twijfel en wat misschien belangrijker is: hij stelde een verdraaid goede vraag.

Jefferson was een man van de Verlichting en geloofde wel in God en de Voorzienigheid, maar niet in een openbaring. Met de christelijke Bijbel kon hij daarom niet veel, maar hij was wel van mening dat de daarin verzamelde opvattingen de moeite van het overwegen nog altijd waard waren. Voor Jezus voelde hij grote bewondering.

De fout zat, zo meende hij, bij de evangelisten. Die hadden de timmerman uit Nazaret tot godheid gepromoveerd en hem allerlei wonderen toegeschreven die, omdat de natuurwetten zich niet zomaar laten opschorten, historisch niet waar konden zijn. Bovendien bevatten de evangeliën elementaire tegenspraken (Jezus’ geboortejaar en zijn laatste woorden zijn bekende voorbeelden). Daarom was het beter om een nieuw evangelie te schrijven, waaruit de wonderen waren weggelaten, waarin alle gebeurtenissen in een historische volgorde waren geplaatst en waaruit irrationele uitspraken waren geschrapt. Met schaar en lijm creëerde hij zo iets dat op een normale biografie leek. Het resultaat was een Jezus die nog het meest leek op een zwervende Verlichtingsfilosoof.

Foto: Denkmal für die ermordeten Juden Europas, 2005, Peter Eisenmann New York copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Picknick op het Holocaustmonument

Ik kreeg een mailtje van een vriend, die naar een uitvaart was geweest. Hij schrijft me dat de weduwe een paar dagen later naar het graf terugkeerde met haar zoon en haar kleinzoon van drie. De kleuter zag het prachtige witte zand op het graf, en besloot dat het tijd werd een mooi zandkasteel te maken. Mijn vriend schrijft me dat hij dit vroeger ontzettend zou hebben gevonden, en nu de poëzie herkent dat een kleinzoon zandkastelen maakt op het graf van zijn opa.

Het deed mij denken aan Berlijn, waar ik afgelopen zomer tweemaal een week kon doorbrengen. Een stad met nogal wat geschiedenis, en in het centrum het Holocaustmonument. Een van mijn reisgenoten vond het vrij schokkend dat mensen op het monument waren geklommen en daar ontspannen in het zonnetje zaten te picknicken, met een bescheiden biertje erbij. Ik heb er later in Nederland ook iemand schande van horen spreken.

Mij trof het ook, maar om een andere reden. Ik vond het namelijk wel prima dat het leven zijn loop hernam. Er was iets terugveroverd op het verleden. Zoals een kind een zandkasteel kan bouwen op het graf van zijn grootvader.

Wie in Berlijn even verder wandelt, zal een kale parkeerplaats zien op de plaats waar Hitlers bunker heeft gestaan. Er is niets van over, en het enige wat eraan herinnert is een klein bord met wat uitleg. Er staan voortdurend mensen stil om het bord te lezen. Die hebben moeite gedaan om de plek te vinden, want het is niet aangegeven en het staat ook niet in de meeste reisgidsen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 22-04-2022

Twee verhalen over Palestina

Israël en de Palestijnen. Er bestaan zo langzamerhand twee verhalen. Er is het oude verhaal, dat in de westerse wereld tot 1967 zonder vragen werd herhaald: de Joden waren na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog teruggekeerd naar hun aloude land, waren laaghartig aangevallen door de Arabieren, maar weerstonden hun vijanden dapper.

Na de Zesdaagse Oorlog kwamen er vragen over het Palestijnse probleem, maar de eersten in Nederland die er iets over zeiden, werden met hoon overladen. Ze verdedigden immers standpunten van de terroristen die zich in 1964 in de PLO hadden verenigd. Geleidelijk kwam er echter meer oog voor de ellende van de Palestijnen, en inmiddels is er naast het eerste verhaal een tweede ontstaan, over Joden die zich vestigden in het aloude land van de Palestijnen en laaghartig dorpen ontruimden, en over de weerstand van het Palestijnse volk.

Wat de twee verhalen – in historisch jargon: “de twee narratieven” – gemeen hebben, is dat er selectief wordt omgegaan met de feiten. Waarom negeren de mensen die het tweede verhaal vertellen, zo vaak dat de Joden in 1947 het VN-delingsverdrag aanvaardden en dat de Arabische landen in 1948 niet vochten om de Palestijnse leiders te steunen, maar stukken van het Mandaatgebied wilden veroveren voor zichzelf? Misschien omdat Egypte en Jordanië de Gazastrook en de westelijke Jordaanoever later opgaven? Waarom erkennen Israëli’s en de aanhangers van het eerste verhaal zo zelden dat de Israëlische strijdkrachten in 1948 Arabische dorpen ontruimden, eerst uit militaire noodzaak, maar steeds meer om land over te nemen? De archieven zijn open, de Israëlische krijgsplannen zijn voor iedereen in te zien.

Vorige