Gastauteur

2.330 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Jan Willem Broekema (cc)

Vijf creatieve alternatieven voor een kiesdrempel

ANALYSE - een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Vrijwel ieder jaar steekt de discussie over de kiesdrempel wel even op. Dit jaar was het Jo Ritzen die samen met CDA-, D66-, VVD- en PvdA-prominenten pleit voor een kiesdrempel van 2%. Vaak is het Tom van der Meer die hier op Stuk Rood Vlees zijn licht laat schijnen over deze discussie. Dat deed hij hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier en hier. Ik zal zijn argumenten hier niet herhalen. U kunt in zijn eloquente betogen lezen waarom een kiesdrempel slecht is voor politiek vertrouwen.

Het is tijd voor creatieve alternatieven in het politiek debat. Daarom doe ik hier vijf voorstellen die de negatieve bijeffecten van versplintering adresseren zonder de stemmen van honderdduizenden Nederlanders weg te gooien.

Wat is het probleem waarvoor de kiesdrempel een oplossing is? Groep-Ritzen stelt dat de onelineliners domineren rond het Binnenhof. De controlerende en wetgevende taken delven ondertussen het onderspit. Dat koppelen zij in een achtergrondstuk via twee mechanismen aan versplintering.

Gemiddelde fractiegrootte

De gemiddelde Kamerfractie is nu kleiner dan 20 jaar geleden. Na de verkiezingen van 2003 waren dat 17 leden per fractie. Na de verkiezingen van 2021 waren dat 9 leden per fractie. Iedere fractie heeft voor alle onderwerpen een woordvoerder. Met kleinere fracties zijn Kamerleden dus woordvoerder op steeds meer onderwerpen. Hun portefeuille wordt steeds zwaarder portefeuille. Fracties missen daarmee kritische massa voor goede controle. Ze missen de deskundigheid om weerwerk te bieden aan het kabinet. En ze missen de tijd om zich goed in te lezen in onderwerpen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Als Wit-Rus gewend aan de isoleercel

gastbijdrage van Ardy Beld

Nikolaj Statkevitsj is voorzitter van de sociaal-democratische partij ‘Narodnaja Gromada’ in Belarus. Onder het regime van Aleksandr Loekasjenko zat hij wegens zijn politieke activiteiten al eerder 8 jaar in verschillende gevangenissen en kampen. Enkele maanden vóór de presidentsverkiezingen van 2020 en de daaropvolgende massale protesten werd hij op klaarlichte dag ontvoerd door de geheime dienst KGB. Na anderhalf jaar voorarrest werd de oud-militair in december 2021 in een monsterproces tegen de oppositie opnieuw veroordeeld. Deze keer luidde het oordeel 14 jaar strafkamp.

Alleen in de cel

In juni van dit jaar werd de Wit-Russische politicus vanuit Homel overgeplaatst naar een kamp met een speciaal regime in Gloebokoje in de regio Vitebsk. De gedetineerden in Gloebokoje worden in cellen vastgehouden en niet in barakken. De bewegingsvrijheid is er veel beperkter dan in andere kampen. De 66-jarige politieke gevangene zit alleen in een cel van 1 bij 3 meter. Wegens gefingeerde overtredingen belandt hij telkens weer in een strafcel waar de omstandigheden nog schrijnender zijn. Op 22 augustus schreef Nikolaj Statkevitsj in ironische bewoordingen aan zijn vrouw Marina Adamovitsj:

De belangrijkste gebeurtenis: ik zit in een andere cel. Eentje die maar liefst 7 cm breder is dan de vorige, waardoor ik, weliswaar zigzaggend, vijf stappen kan doen. Hierdoor is mijn fitnessprogramma duidelijk intensiever geworden. Ik maak overdag drie wandeltochten van 30 tot 40 minuten en ’s avonds nog eens van 20 tot 30 minuten. Na het middageten doe ik aan gewichtheffen, daarvoor heb ik een met water gevulde 1,5-literfles. Ik druk het gewicht 800 keer per dag en denk dat het mettertijd nog meer zal worden

Foto: BoH, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons Binnenvaarttanker Jade in het Calandkanaal

Cora, BEDANKT!

COLUMN - 2022 is door de brute aanval van de Russen op Oekraïne nu al een gedenkwaardig jaar. Maar niet alleen door deze onacceptabele daad van agressie onderscheidt 2022 zich van voorgaande jaren.

Zelden was er in het land een breed gedragen gevoel van protest zo zichtbaar als dit jaar. Dit bleek en blijkt nog steeds uit het op veel plaatsen wapperen van een omgekeerde, Nederlandse vlag.

Ook opmerkelijk waren de momenten dat een rechter Onze Overheid moest corrigeren; tot de orde moest roepen. Dit geschiedde niet alleen ten aanzien van het Ministerie van Defensie, in het stikstofdossier, bij de Toeslagenaffaire en m.b.t. de asielopvang, maar ook inzake het ontgassen. De rechter vonniste in oktober (RBDHA : 2022 : 10721) dat het jarenlang door het Ministerie van I&W gebruikte argument dat de provinciale ontgassingsverboden niet op de Rijkswateren zouden gelden, onjuist is. Lariekoek.

De rechter veegde naar mening van ondergetekende daarmee niet alleen dit argument van tafel, maar tevens ook een andere, dikwijls genoemde reden, waarom Onze Overheid niet op het ontgassen zou kunnen handhaven: het nog in te voeren CDNI-Verdrag. Deze eveneens hogere regeling ( gelijk het ADN ) zou een landelijk verbod op het ontgassen in de weg staan. De rechter stelt in paragraaf 5.4 van het vonnis echter dat er geen hogere regeling is, welke de provinciale ontgassingsverboden nietig zou kunnen verklaren. Wanneer geen hogere regeling een provinciaal verbod nu onmogelijk maakt, kan een hogere regeling in wording, het CDNI, dan momenteel wel een landelijk verbod dwarsbomen?

Foto: Victoria Pickering (cc)

Spoorwegpartizanen tegen het Russische leger

ACHTERGROND - Verzet en repressie in Belarus, een gastbijdrage van Ardy Beld

Direct na het begin van de Russische invasie werden in Belarus de spoorwegen op verschillende plekken gesaboteerd. De reactie van het zelfbenoemde regime in Minsk liet niet lang op zich wachten.

De Wit-Russische organisatie BYPOL, een ondergronds netwerk van ex-medewerkers van politie en justitie, lanceerde als reactie op de Russische invasie een reeks directe acties tegen de logistiek van de Russische troepen. De maatregelen zijn onderdeel van het plan ‘Peramoga’ (Wit-Russisch voor overwinning) dat gezamenlijk met oppositieleider Svetlana Tichanovskaja werd opgezet voor de wederopbouw van de constitutionele republiek en het afwenden van bedreigingen voor de soevereiniteit van Belarus. Individuele cellen van BYPOL kregen de opdracht de infrastructuur van de spoorwegen binnen de voormalige Sovjetrepubliek ten noorden van Oekraïne door sabotage onbruikbaar te maken.

Spoorwegoorlog voor iedereen

In een verklaring over de door staatsmedia gedoopte ‘spoorwegoorlog’ schreef de organisatie op haar Telegram-kanaal: “Het is onze plicht – en ligt in onze macht – om reële handelingen te verrichten om de oorlog te stoppen, ons te bevrijden van de bezetting door Russische troepen en de goede naam van onze voorouders in ere te herstellen. De zogenaamde spoorwegoorlog berust op een vaardigheid waarin we ervaring hebben. Het is iets dat ieder van ons kan doen.” Volgens BYPOL heeft de ondergrondse operatie het functioneren van de Russische militaire logistiek danig kunnen verstoren. De Russische Spoorwegen zouden het nachtelijk verkeer van treinen door Belarus inmiddels zelfs hebben verboden. Wit-Russische machinisten zouden ook massaal gehoor hebben gegeven aan de oproep locomotieven van goederen- en personenverkeer in dienst van het Russische leger niet te bedienen. Volgens The Washington Post zou de sabotage in Belarus zelfs de reden zijn geweest voor het mislukken van de bezetting van de Oekraïense hoofdstad aan het begin van de invasie.

Foto: 2Tales (cc)

Politiek als showworstelen

Een gastbijdrage van Hartger Wassink.

In mijn studententijd, begin jaren ’90, keek ik wel eens Amerikaans showworstelen. Het sloeg nergens op, maar ja, er was nog geen internet en ’s nachts was er niks anders op tv. Ik vond de serieusheid waarmee de worstelaars hun speel speelden heel interessant. Iedereen wist dat het allemaal nep was, maar niemand doorbrak de code. Een soort Sinterklaas voor volwassenen. Het leek allemaal vrij onschuldig en op misbruik van anabole steroïden na is er volgens mij nooit iets onoirbaars gebeurd.

Ik moet daar regelmatig aan terugdenken. Want ergens in de afgelopen 20-30 jaar is de Nederlandse politiek een soort showworstelen geworden, alleen zijn de consequenties een stuk serieuzer. Ik zal proberen uit te leggen wat me dwars zit.

Politiek draait om debat en debat kan (net als showworstelen) al interessant genoeg op zich zijn om naar te kijken, los van wat je persoonlijke voorkeur voor de inhoudelijke uitkomst van het politieke debat is. Bovendien: het gegeven dat politiek (anders dan showworstelen) wel degelijk serieuze consequenties heeft in de echte wereld, draagt bij aan de spanning die van het spektakel uitgaat.

Het is niet alleen omdat politiek in de belangstelling staat, dat dit spektakel interessant is. Spektakel op zich trekt al belangstellenden aan. Zoals een brandje, een ongeluk of een vechtpartij. Het dus ook andersom: maak van politiek spektakel, en je trekt politieke aandacht. Pim Fortuyn was de eerste die doorhad dat spektakel loont. Het verhaal van zijn tegenstrever Ad Melkert is bekend: die richtte zich liever, zonder spektakel, op de inhoud.
Maar hij onderschatte faliekant de aantrekkingskracht van de underdog in een op handen zijnde vechtpartij. En die aantrekkingskracht van de underdog is erg groot: het is verdienmodel van het Amerikaanse showworstelen.

Foto: Tweede Kamer Schermafbeelding Debat gemist stemmingen 18-10-2022

Grote variatie in stemgedrag oppositie tijdens Rutte-IV

ANALYSE - gastbijdrage van Tom Louwerse, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees

In het publieke debat is terecht aandacht voor de ruwe omgangsvormen in het parlementaire debat. Persoonlijke beledigingen en verdachtmakingen gelden als een teken van sterke politieke polarisatie. Dat biedt echter maar een gedeeltelijk beeld van de verhouding tussen coalitie en oppositie. Allereerst omdat het parlementaire debat slechts een gedeelte van het representatieve werk betreft, maar ook omdat de retorische polarisatie zich toch vooral laat gelden door en ten aanzien van enkele van de rechtse oppositiepartijen – met Forum voor Democratie als meest bekende voorbeeld.

In dit stuk kijk ik niet naar wat de parlementariërs zeggen, maar hoe ze stemmen. Dat biedt een zicht op een ander, maar belangrijk, deel van het parlementaire werk. Uit een analyse van hun parlementaire stemgedrag komt naar voren dat oppositiepartijen onder Rutte-IV heel uiteenlopend stemmen. Niet alleen inhoudelijk, maar ook in de mate waarin hun stemgedrag onderscheidend is van de regering en de coalitiepartijen.

Steun voor wetgeving

Allereerst kunnen we kijken naar de wetsvoorstellen van de regering die onder Rutte-IV in stemming zijn gebracht. Ik laat de begrotingswetten daarbij buiten beschouwing. Het verwerpen van wetsvoorstellen van de regering is een duidelijk manier voor oppositiepartijen om zich af te zetten tegen het regeringsbeleid. Toch zien we over het algemeen veel steun voor wetgeving onder oppositiepartijen. Partijen als Volt, PvdA en GroenLinks en ook de eenpitters Den Haan en Gündoğan steunen ruim 9 op de 10 wetsvoorstellen van de regering. Bij DENK, SP en PvdD gaat het om ongeveer 8 op de 10, en voor BIJ1 iets minder dan 7 op de 10. Bij de oppositiepartijen die je rechts van de regering zou kunnen plaatsen zien we iets lagere percentages, vooral bij Forum (steun voor minder dan de helft van de wetsvoorstellen). PVV, JA21 en Van Haga steunen zo’n 7 op de 10 wetsvoorstellen. Bij Omtzigt, SGP en BBB betreft het pakweg 8 op de 10 wetsvoorstellen. Ter vergelijking staan in onderstaande figuur ook de cijfers voor Rutte-III, waarbij we redelijk vergelijkbare patronen terugzien.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Neoliberalisme, een Nederlandse geschiedenis

RECENSIE - gastbijdrage van Hans Custers

In 1993 trad het Verdrag van Maastricht in werking en een jaar later volgde een uitgebreide herziening van het GATT-akkoord. Beide verdragen hadden tot doel om de internationale vrijhandel te bevorderen. Bram Mellink en Merijn Oudenampsen beschrijven in hun boek wat er daarna gebeurde: er verscheen een artikel in NRC (betaalmuur) met de kop: ‘Nationale elite moet de economie redden.’ Het zag er somber uit voor de Nederlandse economie, die niet in staat was om te concurreren met het buitenland, was de waarschuwing.

Er waren geen verklaarde tegenstanders van die vrijhandelsakkoorden aan het woord, die hun nederlaag niet konden accepteren. Integendeel, NRC citeerde topambtenaar van Economische Zaken Ad Geelhoed, econoom en PvdA-prominent Arie van der Zwan, Rabobankbaas en invloedrijke CDA’er Herman Wijffels, Philips-directeur Jan Timmer en VVD-leider Frits Bolkestein. Stuk voor stuk pleitbezorgers van een mondiale vrije markt. Ze waren het eens over de remedie: ‘ingrijpende veranderingen op het gebied van sociale zekerheid, belastingen en arbeidsverhoudingen.’ Met een doortastend beleid van een nieuw kabinet dat later dat jaar aan zou treden zou het goed kunnen komen, dacht Geelhoed: ‘Het is mogelijk, maar het kost wat in termen van gerief, van dingen waar we aan gewend zijn.’

Foto: © Tweede Kamer Plenaire zaal tijdelijke Tweede Kamer copyright ok. Gecheckt 28-09-2022

Afwijkend stemmen – wanneer wijken Kamerleden af van hun fractie?

ANALYSE - Een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Deze week stapte Daan de Neef uit de Kamer. Hij kon zich niet vinden in de lijn van de VVD op het gebied van vluchtelingen en asielzoekers. Het opvallende is dat De Neef nooit afwijkende heeft gestemd van de VVD-fractie. Dat komt überhaupt weinig voor, maar je zou verwachten dat iemand eerst afwijkend stemt, voordat die uit de fractie stapt.

Ik heb sinds 1998 152 stemmingen gevonden waarin een individueel kamerlid anders stemde dan de rest van diens fractie. Waarom doen Kamerleden dat?

Het Kamerlid en diens geweten

In het klassieke beeld van de afwijkende stem staat een Kamerlid tussen diens eigen geweten en de lijn van de partij. Ondanks druk van de partij om mee te stemmen met de partijlijn (dat is immers goed voor de sterkte van het merk waar het Kamerlid op gekozen wordt), gaat het Kamerlid toch voor het eigen geweten. In haar proefschrift neemt Cynthia van Vonno dit klassieke perspectief onder de loep. Ze schetst in vier stappen waarom Kamerleden zo vaak met hun fractie meestemmen:

  • Kamerleden zijn het vaak eens met de lijn van hun fractie. Kamerleden kiezen zelf voor een partij waar ze het mee eens zijn en bovendien is er een selectiecommissie die kijkt of Kamerleden de partijlijn wel delen.
  • Foto: nhadatvideo (cc)

    Bij voedselbedrijven gaat winst voor de boer

    Een gastbijdrage van Nick Ottens

    De bedrijven die het meeste baat hebben bij de intensieve veehouderij weigeren mee te praten over hervorming van de sector. De grote ketenpartijen steunen de boerenprotesten, maar verdedigen vooral hun eigen belang.

    Agrifirm, De Heus en ForFarmers, drie van de grootste veevoerbedrijven ter wereld, financieren de demonstraties tegen het stikstofbeleid van het kabinet. Zij zijn ook het grote geld achter boerenbeweging Agractie. Agrifirm schuift, na eerder een uitnodiging van Johan Remkes te hebben afgewezen, toch bij de bemiddelingspoging van de VVD’er aan. De Heus en ForFarmers laten het, net als Agractie, afweten.

    Royal A-ware, de zuivelverwerker met merken als Royal Orange en Westzaner, en de Vandrie Group, één van de grootste kalfs- en rundvleesverwerkers van Europa, trekken ook de portemonnee. Samen met De Heus betalen zij een publiekscampagne om tegenwicht te bieden aan wat zij het ‘anti-landbouwsentiment’ noemen. Ook Royal A-ware heeft een uitnodiging van Remkes afgeslagen.

    Gezamenlijk hadden deze vijf bedrijven vorig jaar een omzet van 8,7 miljard euro (1 procent van de Nederlandse economie) en maakten zij 212 miljoen euro winst. Nog groter zijn FrieslandCampina, Rabobank en de supermarkten. Met uitzondering van de bank weigeren ook die het gesprek.

    Closing Time | Golden Earring

    Vandaag een ingefluisterde Closing Time van Gerard.

    “Dit nummer draait om de intro, een van de laatste gespeeld door gitarist George Kooijmans voordat dit voor hem door ALS onmogelijk werd. Kippenvel.”

    Foto: Roel Wijnants (cc)

    Boerenprivileges

    OPINIE - Verouderde privileges zijn het probleem achter het stikstofprobleem van de landbouw. Niet een tekort aan aandacht van de kant van de overheid is de oorzaak van de huidige crisis, eerder een te langdurige voorkeursbehandeling, betoogt gastblogger Hans Custers.

    Na zijn eerste overleg als bemiddelaar tussen boerenorganisaties en het kabinet constateerde Remkes dat er een stevige vertrouwenscrisis is, die verder gaat dan stikstof alleen. Dat komt niet als een verrassing. De vraag is waar de kern van die crisis zit. Veel boeren zullen zeggen – en vaak ook echt geloven – dat Den Haag onvoldoende aandacht heeft voor hun belangen. Ik denk dat het tegenovergestelde het geval is. De landbouw heeft decennialang buitenproportioneel veel invloed gehad in de politiek. Die privileges staan op de tocht. Veel boeren zullen dat wel aanvoelen. En verlies van privileges doet pijn. Daarvoor hoeven die privileges in de praktijk niet eens zoveel op te leveren. Het idee dat je iets wordt afgenomen is dan nog steeds onaangenaam.

    Ik wil zeker niet zeggen dat boeren een bevoorrechte kaste vormen, die zonder al te veel inspanningen en zorgen bakken met geld binnenhaalt. De oude boerenwijsheid van mijn vader, waar hij zich ook aan heeft gehouden, zal voor veel van hen nog steeds opgaan: een boer leeft arm en gaat rijk dood. Boeren hebben aardig wat vermogen, maar dat zit in het bedrijf. Dat bedrijf draaiend houden levert een hele hoop werk op, en misschien nog wel meer kopzorgen. Het is niet vanzelfsprekend dat dat geploeter genoeg geld oplevert om riant van te leven. Sommigen zullen dat voor elkaar krijgen, maar dat geldt zeker niet voor iedereen.

    Foto: actv (cc)

    De politie is veel te veel met drugs bezig

    We geven miljarden euro’s per jaar uit aan drugsbestrijding en ieder jaar komt er meer geld bij. Is dat gerechtvaardigd? Een gastbijdrage van Nick Ottens.

    Andy Kraag, de chef van de Landelijke Recherche, onthulde bij Op1 dat drie op vier van zijn rechercheurs aan drugszaken werken. Volgens Kraag liggen de verhoudingen bij regionale recherches niet anders. Drugsmisdrijven zijn maar 1,6 procent van de geregistreerde misdrijven in Nederland. Hoe is het dan mogelijk dat driekwart van de recherchecapaciteit daarop wordt ingezet?

    Niet iedere misdaad telt even zwaar. De vernieling van een bushokje komt in de cijfers terug als één misdaad, net als de smokkel van 500 kg cocaïne. Het ware aantal drugsmisdrijven ligt ongetwijfeld hoger: niet iedere straathandelaar wordt gepakt, niet iedere kilo cocaïne wordt onderschept. De schattingen over drugsproductie en -smokkel lopen zo uiteen dat het volgens wetenschappers onmogelijk is met zekerheid te zeggen hoeveel wel en niet wordt tegengehouden. Waar ze het wel over eens zijn: douane en politie sporen maar een fractie op.

    808 zedenzaken op de plank

    Vergelijk drugszaken daarom met zedenzaken. Ook dat zijn misdrijven met een grote impact. Ook daarvan vindt de bevolking het belangrijk dat ze worden opgelost. Ook die lijken een klein deel van het totaal: 1,1 procent van de geregistreerde misdaden. Maar ook daarvoor geldt dat het ware aantal hoger ligt. Het Centrum voor Seksueel Geweld schat dat jaarlijks 100.000 Nederlanders slachtoffer zijn van aanranding of verkrachting. Daarvan doet minder dan 10 procent aangifte. Volgens de Inspectie Justitie en Veiligheid voelen zelfs slachtoffers die wel naar de politie stappen zich soms ontmoedigd om formeel aangifte te doen.

    Vorige Volgende