Gastauteur

2.328 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 12-10-2022

Laten we niet laf doen over de nieuwe donorwet

Over ethische zaken moet de overheid zo weinig mogelijk bepalen. Geef mensen zoveel mogelijk de vrijheid om keuzes te maken. Op het eerste gezicht lijkt de weerstand tegen de nieuwe donorwet dan ook begrijpelijk. Natuurlijk wil je voor niemand dwingend bepalen wat er moet gebeuren met zijn/haar lichaam na overlijden, dat is iets waar iedereen zijn eigen gevoel bij heeft en respecteert iedereen.

Weet je wat nou handig zou zijn? Als iedereen die er iets van vond, er ook gewoon eens iets over zou zeggen! Registreer gewoon je keuze stelletje apathische wezens! Of je nou voor of tegen bent, het is een persoonlijke keuze die niemand ter discussie zal stellen. Natuurlijk is het confronterend om over na te denken, maar het leven is niet altijd feest en comfort. Op dit moment heeft slechts 40% van de Nederlanders zijn keuze geregistreerd. Ik was oprecht geschokt toen Eva Jinek afgelopen week aan een tafel vol goed geïnformeerde mensen vroeg hoeveel van hen zijn/haar keuze had doorgegeven. Van de 7 gasten had slechts één dame die moeite genomen!

Volgens mij is de 60% van de mensen die ondanks alle campagnes nog altijd geen keuze heeft geregistreerd grofweg onder te verdelen in twee categorieën:

Foto: Nederland en de VN (cc)

Het hele Nederlandse ontwikkelingsbudget naar de VN?

OPINIE - Marc Broere, hoofdredacteur van Vice Versa, werpt een balletje op.

Afgelopen week verscheen de evaluatie van de Nederlandse samenwerking met de ontwikkelingsorganisaties van de Verenigde Naties in de periode 2012-2015. De drie grootste ontvangers van Nederlandse hulp zijn de UNDP, UNICEF en UNFPA die in totaal 70 procent van onze bijdrage krijgen. Sinds 2011 is de bereidheid van de Nederlandse overheid om financieel bij te dragen echter fors gedaald. De bijdragen aan UNDP en UNICEF bijvoorbeeld waren in 2015 nog maar een derde van wat het in 2011 was. Daarvoor in de plaats is een grotere focus op de eigen Nederlandse prioriteiten gekomen.

De IOB, die de evaluatie uitvoerde, betreurt dat want deze dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken is overwegend positief over het werk van de VN-ontwikkelingsorganisaties. Vanwege de schaal waarop de VN opereert en omdat veel programma’s op regionaal of nationaal niveau worden uitgevoerd, hebben de VN-organisaties een veel groter bereik dan mogelijk is via bilaterale hulp of NGO’s. Wel kraakt de IOB ook een aantal kritische noten. De mate waarin de organisaties inzicht verschaffen in de effectiviteit van hun activiteiten verschilt namelijk nogal. Er is bovendien nog genoeg ruimte om efficiënter te werken, schrijft de IOB.

Foto: ketrin1407 (cc)

Schikken op de zitting ook in strafzaken?

Zouden strafprocedures tot een beter resultaat kunnen leiden, als – net als in civiele zaken – meer in termen van geschil en oplossing wordt gedacht? Op Ivoren Toga vermoedt Willem F. Korthals Altes,  Senior rechter rechtbank Amsterdam, van wel.

Wat is ertegen, als de rechter op de zitting probeert met betrokkenen (verdachte, slachtoffer / benadeelde partij, officier van justitie en ook bijv. hulpverleningsinstanties) tot overeenstemming te komen in plaats van zich door het strakke schema van het Wetboek van Strafvordering te laten leiden? Een strafzaak zou ook bekeken  kunnen worden als een geschil waar een oplossing voor moet komen.

Afgelopen zomer sprak de Nederlandse Juristen Vereniging (NJV) over de vele soorten procesvormen die ons rechtssysteem rijk is. Vraag was in het bijzonder of allerlei procedures niet aan vernieuwing, vervanging of afschaffing toe zijn. Daarbij kwam met name aan de orde of geschillen op een andere wijze dan door middel van een vonnis de wereld uit moeten worden geholpen. Opvallend was dat dit voornamelijk bij civiel- en bestuursrecht uitvoerig werd besproken, maar veel minder in het kader van het strafrecht. Toch zou ook daar vaker dan nu eraan kunnen worden gedacht zaken anders dan (alleen) door het nemen van een beslissing af te doen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Volkskrant verspreidt nepnieuws over Wilders en Baudet

ANALYSE - Het kan geen kwaad als kranten af en toe hun eigen koppen aan factchecks onderwerpen. De Volkskrant  kopte “De nieuwrechtse toekomst is niet langer aan Wilders, maar aan Baudet” maar vergat dat aan een grondige factcheck te onderwerpen. Een analyse van Matthijs Rooduijn op Stuk Rood Vlees.

Vorige maand kreeg de Volkskrant flink wat kritiek te verduren. Aanleiding voor de ophef was een uitgebreid interview met Thierry Baudet, de voorman van Forum voor Democratie (FvD). Het interview zou kritiekloos zijn geweest en bovendien Baudet een podium hebben geboden dat hij, op basis van het aantal Tweede Kamerzetels waarover zijn partij beschikt, niet verdiende.

De ombudsman van de krant, Jean-Pierre Geelen, schreef twee weken later een genuanceerde reactie op het interview en alle ophef die was ontstaan. Aandacht voor een politicus in de krant is niet automatisch ook een steunbetuiging voor die politicus, aldus Geelen, maar verwarring die daarover kan ontstaan is wel een gevaar waar de krant zich goed van bewust moet zijn.

Je zou verwachten dat de Volkskrant hier lering uit heeft getrokken. Niets is echter minder waar.

Op 21 januari publiceerde de krant een artikel met als titel “De nieuwrechtse toekomst is niet langer aan Wilders, maar aan Baudet”. Over de inhoud van het stuk wil ik het hier niet hebben, daar mag iedereen zelf over oordelen. Het gaat me puur en alleen over de elf titelwoorden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

The conservative embrace of progressive values – Merijn Oudenampsen

RECENSIE - Conservatismedoor Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.

Opeens was Nederland rechts. In mei 2002 won de LPF 26 zetels en kwam er een centrum-rechts kabinet. Een schokgolf ging door het land. Wetenschappers en journalisten hebben de Nederlandse ‘ruk naar rechts’ tot nu toe vooral verklaard als een stem die nu eens aan het woord kwam. Dit was de doorwerking van opvattingen van het publiek naar het politieke platform. De stemmers van Fortuyn en Wilders werden afgeschilderd als een vergeten groep, die zich eindelijk kon manifesteren. De politici waren de spreekbuis van die opvattingen, een soort doorgeefluik.

Maar in zijn proefschrift over de Nederlandse ruk naar rechts zet politicoloog Merijn Oudenampsen de schijnwerpers op de andere kant: op de ideeën van politici als Bolkestein, Fortuyn, Bosma, Hirsi Ali, wetenschappers als Cliteur en Kinneging en publicisten als H.J. Schoo, Wansink en vele anderen. Ideeën doen er toe, is de eerste stelling van Oudenampsen. En daarom is het zinnig om die ideeën te bekijken en niet eindeloos de gevoelens van Wilders-stemmers op te tekenen.

Pragmatisme

Daarvoor is wel een hobbel te overwinnen. De Nederlandse politiek, politieke wetenschap en journalistiek hebben de sterke neiging ideeën te negeren. Die doen er weinig toe, is de overtuiging. En sterker: ideeën zijn belemmerend en potentieel gevaarlijk, zo hebben tal van politici volgehouden. Politiek gaat om het pragmatisch oplossen van problemen en met allerlei vastgeroeste opvattingen mist de beweeglijkheid om compromissen te sluiten. Premier Mark Rutte is een uitgesproken vertegenwoordiger hiervan. De politieke wetenschap heeft lang de nadruk gelegd op het pragmatisme van de Nederlandse politiek en de journalistiek op de rol van personen en akkefietjes.

Foto: streetwrk.com (cc)

De lange schaduw van de Maidan

ANALYSE - Hans van Zon blikt terug op de Oekraïense revolutie van 2014 en schetst een somber beeld van de actuele situatie in het land.

In de Westerse pers is de revolutie in Oekraïne van 2014 afgeschilderd als een vreedzame volksopstand tegen de pro-Russische en corrupte dictator Janoekovitsj die een associatieverdrag van Oekraïne met de Europese Unie afwees ten gunste van een overeenkomst met Rusland.

Het volk koos voor Europese waarden en waardigheid. De Maidan-opstand, genoemd naar het centrale plein in Kiev waar vanaf eind 2013 demonstranten bivakkeerden, eindigde met een regime change. Janoekovitsj vluchtte naar Rusland en een nieuwe regering en interimpresident werden geinstalleerd.

Het geleidelijke verlies aan macht had Janoekovitsj vooral aan zichzelf te danken. Eerdere presidenten hadden hun corrupte inkomsten altijd gedeeld met andere oligarchenclans en de meeste presidenten zorgden voor een evenwicht tussen het Russisch sprekende Oosten en het Oekraïens sprekende Westen.

Janoekovitsj dacht alleen aan zijn eigen familie en Donetsk, waar hij vandaan kwam. Daarom hadden de demonstranten de meeste oligarchen achter zich. Een van die oligarchen was de huidige president Porosjenko die de demonstraties via zijn tv-kanalen voortdurend steunde. De steun van rijke oligarchen verklaart de omstandigheid dat de demonstranten op de Maidan goed georganiseerd in tenten konden overnachten en ook gevoed werden. In de loop van de opstand verloor Janoekovitsj ook gaandeweg het vertrouwen van de politie omdat hij het politieoptreden bekritiseerde.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zullen computers rechtspreken? (ja, als…)

OPINIE - Een computer kan rechtspreken, als wij met zijn allen denken en willen dat hij het kan. Vasco Groeneveld (Strafpleiter bij Plasman cs advocaten) is daar nog geen overtuigd voorstander van. Een gastbijdrage van Ivoren Toga.

Het is een hip onderwerp, en niet alleen in non-fictie bestsellers: gaan computers binnenkort ons werk overnemen? Menigeen zal zijn dagelijkse bezigheden hebben nagelopen op onvervangbare want diepmenselijke kwaliteiten, in de hoop dat het zijn tijd wel zal duren voor we stekkers mogen afstoffen. Maar als je het nieuws mag geloven kunnen computers zichzelf go leren spelen en zonnestelsels opsporen dus nou ja, dan lijken we niet kinderachtig te moeten doen over zeg diefstal bij Albert Heijn.

Rechtspraak wordt vaak genoemd als testcase bij uitstek. Dat draait immers om het verwerken van datastromen en het onderbrengen van specifieke gegevens onder algemene wetmatigheden, en als ik het goed begrijp is dat zo’n beetje de definitie van een algoritme. Dat kan een computer veel beter en completer, met toepassing van statistiek en kansberekening, waar de gemiddelde jurist glazig naar staart. Het monopolie op het herkennen van emoties en het begrijpen van verbale en non-verbale communicatie schijnt de mens al kwijt te zijn. Slordigheid, selectieve interesse, haast en andere vervelende menselijke neigingen? Hebben apparaten geen last van. Voor klasse en huidskleur zijn zij pas echt blind. Kennen computers geen intuïtie? Maar wat is intuïtie anders dan verwerkte, ingedaalde ondervinding?

Foto: strassenstriche.net (cc)

Geen paniek over populisme

ANALYSE - Politicoloog Tjitske Akkerman meent dat er belangrijkere dreigingen zijn.

De opkomst van het populisme in Europa heeft de afgelopen jaren aanleiding gegeven tot zorgen over de liberale democratie. Het idee dat populisme de belangrijkste bedreiging vormt berust echter op een misverstand over wat populisme is. Veel bedreigender is het groeiende (xenofobe) nationalisme. Dit populistisch nationalisme is met name aan de rechterkant van het politieke spectrum te vinden.

In 2016 was de paniek over populisme wijdverbreid. Brexit, de verkiezing van Trump tot president en de vooruitzichten van populistische radicaal-rechtse partijen als het Front National (FN), de Partij voor de Vrijheid (PVV), Alternative fűr Deutschland (AfD) en de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ) bij nationale verkiezingen in 2017 leidden tot grote zorg. Wereldleiders wezen op het grote gevaar van populisme. Obama waarschuwde tijdens zijn laatste reis naar Europa als president tegen populistische bewegingen aan zowel de linker- als de rechterzijde van het politieke spectrum. De paus zei in een interview met een Duitse krant dat ‘ populisme een kwaad is en slecht zal eindigen, zoals de vorige eeuw aangetoond heeft’. Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, zei in zijn jaarlijkse rede in 2016 dat de Europese Unie zich moest beschermen tegen het aanstormende populisme. De consternatie is inmiddels wat geluwd, omdat bovengenoemde partijen niet de gevreesde overwinningen hebben behaald. Toch wordt het populisme nog steeds als de belangrijkste bedreiging voor de liberale democratieën in Europa beschouwd. Dat is onterecht. Zeker, liberale verworvenheden als vrijheid van de pers, scheiding der machten en een pluralistisch middenveld liggen onder vuur in Hongarije en Polen. In West-Europa zijn de liberale instituties weliswaar sterker dankzij een langere democratische geschiedenis, maar ze zijn niet onaantastbaar. Toch is het misleidend om het populisme als belangrijkste bedreiging aan te wijzen. Veel gevaarlijker is het groeiende xenofobe nationalisme.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Linkse leraren

OPINIE - Een gastbijdrage van docent Nederlands Michelle van Dijk over de reactie van Thierry Baudet op een lesopdracht van docent Ivar Gierveld.

Dit is het werk van een leraar: je draait 27 lessen per week, dat kunnen bijvoorbeeld 250 leerlingen zijn in 9 klassen Nederlands en voor elke les heb je 25 minuten tijd voor voorbereiding én nakijkwerk. Nakijkwerk betekent in de piekweken 200 toetsen x 15 minuten (behalve voor die ene leerling die poppetjes tekende), in andere weken niets. Voorbereiding betekent dat je de dodelijk saaie theorie – ‘een cirkelredenering is een redenering waarbij standpunt en argument gelijk zijn, waardoor je, als het ware, in een cirkel redeneert’ – toepast op levendige, actuele voorbeelden, want ‘deze auto is heel mooi omdat hij er zo mooi uitziet’ is weliswaar een erg duidelijk voorbeeld, maar het is te simplistisch en kleuterachtig voor eindexamenleerlingen, dus je haalt mooie voorbeelden uit de politiek, je leest de krant elke dag, je kijkt het journaal en DWDD en verrek, je twittert ook nog wat, zo vind je nog meer mooie voorbeelden – en vergeet niet dat je ook nog recente romans moet lezen, want je kunt niet elke literatuurles weer over Max Havelaar beginnen en laten we eerlijk zijn, dat wil ook helemaal niemand.

Foto: Stefano Cannas (cc)

Nederlanders hebben (te) weinig kennis over zwarte bladzijden uit de eigen geschiedenis

ONDERZOEK - Nederlanders weten niet alleen weinig over de zwarte bladzijden van onze geschiedenis. Als ze meer informatie krijgen verandert ook hun houding tegenover de betrokken bevolkingsgroepen, ontdekte de Utrechtse sociologe Sabrina de Regt

Een van de speerpunten van het nieuwe kabinet is meer aandacht voor de Nederlandse cultuur, identiteit en geschiedenis. Meer specifiek staat in het regeerakkoord: “We vinden het belangrijk de kennis over onze gedeelde geschiedenis, waarden en vrijheden te vergroten. Deze maken ons tot wat we samen zijn. … Het is van groot belang dat we die historie en waarden actief uitdragen (p. 19)”.

De vier regeringspartijen hebben ook nagedacht over hoe ze dit willen bereiken. Zo lezen we in het regeerakkoord dat alle kinderen op school het Wilhelmus moeten leren, inclusief de context ervan. Ook willen ze dat alle kinderen tijdens hun schooltijd het Rijksmuseum en het parlement bezoeken. Verder wordt de nationale canon uitgereikt aan jongeren die de leeftijd van 18 jaar bereiken en aan personen die het Nederlanderschap verwerven.

In het regeerakkoord wordt echter met geen woord gerept over de “beladen” kanten van de nationale geschiedenis. Het AD suggereerde eerder op basis van uitgelekte stukken dat D66 heeft gepleit voor lessen over kolonialisme en slavernij, maar daar is in het regeerakkoord niets over terug te vinden. Uiteraard is de totstandkoming van een regeerakkoord een kwestie van geven en nemen. Zeker wanneer het min of meer een “gedwongen huwelijk” betreft tussen verschillende partijen zoals de VVD, het CDA, D66 en de CU. Toch is het erg spijtig dat juist dit punt het niet gehaald heeft in de onderhandelingen. Dit omdat, zoals ik hieronder zal laten zien, 1) Nederlanders weinig kennis hebben van dit deel van onze “gedeelde geschiedenis” en 2) een focus op het beladen verleden kan zorgen voor meer cohesie in de samenleving.

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

‘Niet zo stabiel’

ANALYSE - Het Montesquieu instituut vroeg Prof.dr. Gerrit Voerman, directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen een inschatting te maken van de stabiliteit van Rutte III. Hij acht de kans dat dit kabinet de eindstreep haalt niet erg groot.

‘De coalitie van twee christelijke en twee liberale partijen is gebouwd op tegenstellingen’, somt Voerman op. ‘Het kabinet heeft in het parlement een minieme meerderheid. De ploeg bestaat uit onervaren ministers. En bovendien blijven de partijleiders, op Rutte na, in de Kamer – om het profiel van de eigen partij te bewaken.’

De Groningse hoogleraar loopt de ‘risico-inventarisatie’ punt voor punt langs:

  • ‘De samenstelling van de coalitie – CDA en ChristenUnie  aan de ene kant, VVD en D66 aan de andere kant – is van dien aard dat er ideologische spanningen zijn ingebouwd. Tweede partijen die het product van gemeenschapsdenken zijn versus twee partijen met een veel individualistische, zelfs vrijzinniger inslag: dat is vragen om problemen. De breuklijnen – identiteit, integratie, Europa – zijn weliswaar in het regeerakkoord weggewerkt, maar ze bestaan nog wel degelijk.’
  • ‘Het kabinet kan rekenen op minieme meerderheid, zowel in de Tweede als de Eerste Kamer. Elk kamerlid heeft de nucleaire optie in handen, zoals CDA-leider Sybrand Buma het noemt. Er is weinig voor nodig om de meerderheid kwijt te raken. Omdat regeren bijna altijd kiezersaanhang kost, is er alle kans dat de coalitie in elk geval in 2019 – na de provinciale verkiezingen – in de Eerste Kamer de smalle meerderheid verliest.’
Foto: European Parliament (cc)

Onder welke omstandigheden stemmen mensen op radicaal-links?

ANALYSE - Over immigratie en risicomijdend gedrag van mensen die het financieel moeilijk hebben. Door Matthijs Rooduijn en Brian Burgoon.

Het Grote Verhaal na de afgelopen verkiezingen in Duitsland en Oostenrijk is het volgende: veel kiezers, met name degenen die het economisch zwaar hebben, zijn ontevreden met het functioneren van de gevestigde middenpartijen, en stemmen daarom en masse op radicaal-rechtse partijen als AfD (Duitsland) en FPÖ (Oostenrijk). Hoewel deze lezing klopt, is het belangrijk te benadrukken dat dit slechts een gedeelte van het verhaal is. Het zijn niet alleen radicaal-rechtse partijen zijn die het goed doen als alternatief voor het gevestigde midden. In Zuid-Europese landen als Spanje en Griekenland weten ook radicaal-linkse partijen zoals Podemos en Syriza veel kiezers te mobiliseren. En ook in bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland deed radicaal-links het met respectievelijk Jean-Luc Mélenchon en Die Linke het lang niet slecht. Welke maatschappelijke omstandigheden vormen nu een vruchtbare voedingsbodem vormen voor radicaal-links?

Een paar weken geleden schreven wij hier dat mensen die moeilijk rond kunnen komen eerder geneigd zijn op radicaal-rechtse partijen te stemmen dan op middenpartijen. Opvallend genoeg doen zij dat echter vooral als de sociaaleconomische omstandigheden gunstig zijn (bij lage werkloosheid, weinig sociaaleconomische ongelijkheid, etc.). Eén van onze verklaringen is dat stemmen op radicaal-rechtse partijen een risico vormt voor mensen die het economisch minder hebben. Radicaal-rechtse partijen benadrukken namelijk sociaal-culturele thema’s in plaats van economische. Bovendien hebben deze partijen vaak weinig bestuurservaring en áls ze die al hebben is dat meestal in een coalitie met sociaaleconomisch rechtse middenpartijen – lees: partijen die de belangen van de minderbedeelden niet bepaald hoog op de agenda hebben staan. Het is dus maar zeer de vraag of radicaal-rechtse partijen als puntje bij paaltje komt ook daadwerkelijk de economische belangen van mensen die het financieel minder hebben zullen behartigen.

Vorige Volgende