Binnenhofse psychologie
Toen Eric nog een Ericje was kreeg hij een tijdje les in het vak psychologie. Het begrip wat me daaruit het meest is bijgebleven is de cognitieve dissonantie. Dat is het verschijnsel dat iemand die een belangrijke beslissing neemt – en vanaf dat moment twijfel voelt of dat wel de juiste beslissing was – argumenten gaat zoeken om de twijfel weg te redeneren. In het Engels gebruiken ze daarvoor de fraaie term “buyer’s remorse”. Vergelijk het met de autokoper die juist ná aanschaf allerlei autotests gaat bekijken om als het ware nogmaals overtuigd te worden. De cognitieve dissonantie is de frictie tussen de beslissing enerzijds en de twijfel anderzijds en het logisch gevolg is dat de persoon in kwestie argumenten gaat bedenken om die frictie op te heffen.
Ook bij minder tastbare zaken doet zich dit verschijnsel voor. Het referendum liet meerdere fraaie voorbeelden zien. SP, Christen-Unie, SGP en Wilders konden doen alsof ze het kiezersvolk helemaal begrepen hadden, maar de anderen moesten als een haas op zoek naar verklaringen. Liefst naar verklaringen waarmee je via een omweg toch nog een beetje gelijk krijgt, natuurlijk. Toegeven dat je er volkomen naast zit ligt nu eenmaal niet in de aard van politici, ook niet nadat het merendeel van de zittende Kamerleden en bestuurders overduidelijk is teruggefloten door het merendeel van de kiezers.