Over feiten, fictie en toon van het politieke debat
COLUMN - De afschuwelijke moord op de Britse parlementariër Jo Cox heeft de discussie op gang gebracht over feiten, fictie en toon van het politieke debat. De laatste jaren is er sprake van een verruwing: er komen geen vluchtelingen of ontheemde mensen meer die alles kwijt zijn, maar er komt een ‘tsunami van asielzoekers’. Van Marokkanen willen we ‘minder, minder, minder’ en Trump wil het liefst helemaal geen moslims meer toelaten tot de VS. Ook de Brexit-campagne was hard en meedogenloos: voor veel Engelsen was de poster van UKIP met een stroom vluchtelingen en daarboven de titel ‘Breaking Point’ het keerpunt.
In heel Europa is de moord op Cox als een bom ingeslagen. Hoewel er officieel nog niets over kan worden gezegd, lijkt het er verdacht veel op dat de harde, verdeeldheid en haat zaaiende Brexit-campagne in ieder geval een bijdrage heeft geleverd aan de gestoorde gedachten van de moordenaar. Dan ga je je als politicus, en zeker als rechts-populistische politicus, toch wel afvragen of je misschien niet wat te ver bent gegaan. Zou je zeggen.
Dat geldt kennelijk niet voor de PVV. Deze week nog noemde Fritsma het kabinet een ‘gevaar voor de samenleving’. Hij doelde daarmee, hoe kan het ook anders, op het vluchtelingenbeleid. Fritsma en de PVV bouwen liever vandaag dan morgen hekken en muren om Nederland om asielzoekers buiten te houden. Heel humaan en ook erg effectief, toch?