Kwestie koshere slacht legt barsten bloot in mythe van de ‘joods-christelijke cultuur’
Zondag was ik één van de gasten in het programma Joods op Zondag van de Joodse Omroep. Onder meer voor een discussie met Manfred Gerstenfeld over diens boek Het Verval. Die mondde overigens naar mijn smaak uit in iets te veel Gerstenfeld en iets te weinig discussie. En het is toch al zo moeilijk om met Gerstenfeld te discussiëren. Hij blijkt namelijk een vriendelijke man op leeftijd te zijn die je dus moeilijk hard kunt aanvallen, hoe graag je ook zou willen en hoe nodig dat ook is. Bovendien praat hij ook nog eens als een langzaam meanderende rivier, weids, vol trage bochten en uitweidingen naar elders.
Maar daar wilde ik het niet echt over hebben. Ook de actualiteit kwam langs bij Joods op Zondag. En daarmee een vraag over het feit dat een kamermeerderheid voor een intiatiefwetsvoorstel van de Partij voor de Dieren dreigt te gaan stemmen dat het onverdoofd ritueel slachten verbiedt.
Shechita
De joodse rituele slacht, de shechita, is de enige manier waarop kosher vlees kan worden verkregen. Hij gaat via een zogenoemde halssnede. Een speciaal daartoe opgeleide slachter, shocheet, snijdt met een vlijmscherp mes in één snelle haal tot aan de halswervels, zo dat alle zenuwen en bloedvaten in één keer worden doorgesneden. Omdat het mes zo scherp is wordt het door het dier bijna niet gevoeld. En doordat de bloedtoevoer dan is afgesneden verliest het dier kort daarna het bewustzijn.




Vroeger was er de actie Boycot Outspan. Die ging over Zuid-Afrika, toen nog het land van de apartheid, een van oorsprong Nederlands woord dat sindsdien wereldwijd bekend werd. De slogan van Boycot Outspan was: ‘Pers geen Zuid Afrikaan uit’. Het plaatje hiernaast was het bijbehorende affiche.