De verstoring van Wilders daargelaten, zagen de Algemene Beschouwingen er vanuit het oogpunt van dualisme en democratie er lang niet zo slecht uit, betoogt GB, van Publiekrecht & Politiek.
De Algemene Beschouwingen van 2011 lenen zich voor veel reflectie. Hoe fatsoenlijk zijn onze volksvertegenwoordigers nu eigenlijk nog? En wat is er toch mis met die vaak geroemde ‘inhoud’ als het minste incident voldoende is het daar niet meer over te hebben? Die vragen zijn elders reeds gesteld en omstandig beantwoord. Hier steken we de staatsrechtelijke thermometer in de politieke praktijk. Dit keer met de thermometer van het dualisme. Hoeveel graden Thorbecke was de afgelopen week?
Antwoord: het ziet er veelbelovend uit.
Anders dan in de hoogtijdagen van het Paarse monisme nu geen samenwerkende coalitie die even zelfverzekerd als dichtgetikt is. Dat was wel duidelijk. Wat ervoor in de plaats is gekomen, nog niet. Een kabinet met vertegenwoordigers van partijen die samen een minderheid in de Tweede Kamer zijn, is inderdaad een minderheidskabinet. Maar dit kabinet berust wel degelijk op een samenwerking van partijen die wel een meerderheid vormen. In die zin is het een gewone meerderheidscoalitie, op wiens vertrouwen dit parlementaire minderheidskabinet rust.
De PVV maakt onderdeel uit van de coalitie die dit kabinet parlementair mogelijk maakt. Toch stoof Wilders meteen bij de aanvang van het debat als een fanatieke oppositiefret de konijnenheuvel van de PvdA binnen. Cohen was de Grote Gedoger, bedrijfspoedel, mede-klungelaar en nog zo wat. Daarmee maakte Wilders handig gebruik van de verwarrring tussen de vraag wie aan de basis van dit kabinet staat en wie met dit kabinet samenwerkt. Hoewel Cohen goed reageerde, was hij weer in een up-hill-battle verzeild geraakt. Ik zie eigenlijk maar een manier waarop Cohen had kunnen terugslaan. Meteen na het ordevoorstel van Wilders een motie van wantrouwen aankondigen en daar hoofdelijke stemming over vragen. Twintig keer ´tegen´uit het PVV-vak had het beeld van de Grote Gedoger veel beter rechtgezet dan een treurige act met een stekkerdoos.
De stemming over een motie van wantrouwen had tevens duidelijk gemaakt dat de Kamer tegenwoordig met wisselende meerderheden werkt: eentje waarmee Griekenland gesteund wordt, en eentje waarop het kabinet berust. Wisselende meerderheden zijn een belangrijk bestanddeel van gezond dualisme tussen regering en parlement. Wat dat betreft bevatte de afgelopen week dus goed nieuws, al zat dat verborgen achter een typische monistische afleidingsmanoeuvre van Wilders over wie nu de Grote Gedoger was.
Ook het tweede punt waarop het Nederlandse parlementaire stelsel aan dualisme gewonnen heeft, is niet onmiddelijk zichtbaar. De felle uithaal van Wilders waarmee hij het ambt van minister-president in diskrediet bracht, leidde tot twee hoofdvragen: hoe had Kok teruggemept en waarom greep Gerdi Verbeet niet in? Daarmee wordt een gebrek blootgelegd waar ons parlementaire stelsel al een tijdje aan lijdt: onderwaardering van de fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Want hoewel een premier zeker waardiger had kunnen reageren dan het straatvechten van Rutte, is het niet in hoofdzaak zijn probleem als hij lomp wordt toegesproken. En de kamervoorzitter iets verwijten is nog minder reeel. Het enige wat zij kan is Wilders de rest van de dag het parlement uitsturen. De PVV-fractie was hem zeker gevolgd, en het misbaar was niet te overzien geweest. Zou de rest van de Kamer dan als één man achter Verbeet hebben gestaan? Ik zie het niet gebeuren. En zonder dat kan een kamervoorzitter niet optreden.
Het echte weerwerk tegen Wilders zal zich pas voordoen wanneer de partijen voor het fractievoorzitterschap politici gaan uitzoeken die zich bij elke provocatie terugvallen in een soort verbouwereerde verontwaardiging als ze het niet over ´de inhoud´ kunnen hebben. Wie doen dat nu? Blok is vooral loyaal aan Rutte, Haersma Buma houdt vooral de eigen gelederen gesloten, Sap zit er omdat Halsema opeens vond dat haar werk klaar was en Cohen is toch vooral gecast als premier van dit land. Onder die omstandigheden is het behelpen met Roemer en Pechtold, waarbij de een van een club is die ´effe dimmen´ en ´flapdrol´ geen probleem vindt en de ander als tegenpool van Wilders juist garen spint bij felle uithalen.
Partijen, die volgens Rutte al ´vijf jaar bezig zijn een antwoord op Wilders te zoeken´ kunnen niet om hun bezetting van de Tweede-Kamer fractie heen. Daarbij zullen meer parlementaire kwaliteiten vereist worden. Het debat in de Tweede Kamer zal er wel bij varen. Ook dat is een belangrijk bestanddeel van gezond dualisme.
En van een gezonde democratie, overigens.
Reacties (1)
Graadmeter voor dualisme is toch het gedrag van de coalitiefracties (incl. de gedoogpartner). Tot nu toe is niet gebleken dat er van de vastgelegde koers wordt afgeweken. Dus hoezo dualisme?