Er zijn geen websites met kinderporno die op de zwarte lijst van het geplande internetfilter geplaatst kunnen worden. Dat is de conclusie van het Platform Internetveiligheid, een samenwerkingsverband van providers en het Meldpunt Kinderporno, dat het internetfilter moet implementeren. Eind november heeft het platform hierover een brief gestuurd aan de minister van Veiligheid en Justitie. Ondanks eerdere beloften weigert het ministerie vooralsnog de brief openbaar te maken.
Begin december voerde de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer een overleg met staatssecretaris Teeven. In het overleg werd de voortgang van de aanpak van afbeeldingen van misbruik van kinderen besproken. Aanleiding was de voortgangsbrief die de vorige minister, Hirsch Ballin, afgelopen zomer aan de kamer stuurde. Ook het internetfilter, waaraan door het Platform Internetveiligheid, wordt gewerkt, kwam ter sprake.
Het ministerie stimuleert de betrokken partijen tot het implementeren van dit filter. Tot eind vorig jaar was het de bedoeling dat websites geblokkeerd zouden worden op basis van hostnames. Het platform stuurde in de week voor het overleg de stand van zaken in een brief aan de minister. Het Meldpunt Kinderporno stelde een rapport op over de inhoud en de omvang van de zwarte lijst. Daaruit blijkt, aldus de minister, dat het aantal websites met afbeeldingen van seksueel misbruik van kinderen in 2010 drastisch is afgenomen. Zo sterk zelfs, dat er eigenlijk geen websites meer over zijn om op die manier te filteren. De minister concludeert, net als enkele Kamerleden en critici, dat er naar andere oplossingen gekeken moet worden.
Het ministerie heeft de brief nog altijd niet openbaar gemaakt, ondanks een toezegging tijdens het overleg met de Tweede Kamer. De betrokken partijen hebben in ieder geval geen bezwaar. Op een verzoek de brief openbaar te maken antwoorden zij dat de minister dat “direct na het kerstreces” zal doen. Om er voor te zorgen dat de brief en het bijbehorende rapport niet vergeten worden, heb ik half december een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur aan het ministerie gestuurd. Een maand later laat het ministerie weten de beslissing te verdagen omdat ze “nog in afwachting is van nadere informatie die nodig is voor de beslissing”.
Critici, waaronder Bits of Freedom, stellen dat het filter geen probleem oplost en vragen om een effectiever alternatief. Zij vragen de overheid meer te investeren in het verwijderen van afbeeldingen van misbruik van kinderen, in plaats van het filteren. Bovendien ontbreekt een nauwkeurige doelstelling en is er een aanhoudend gebrek aan openheid over het filter. Op dit moment praat de Europese Commissie over een voorstel voor een optioneel internetfilter door lidstaten. Donderdag is er een oriënterende stemronde, aan de hand waarvan vastgesteld wordt of er een duidelijke meerderheid voor of tegen het internetfilter is.
Parlementsleden in Den Haag en Brussel kunnen, net als burgers, alleen geïnformeerde besluiten nemen, als volledige transparantie wordt betracht. Hopelijk stelt de minister de publicatie van de brief en het bijbehorende rapport niet langer uit en stuurt ze beide, het liefst vandaag nog, naar de Tweede Kamer.
Dit artikel is ook gepubliceerd op de website van Rejo Zenger.