Testament
Wanneer ik doodga, begraaf mij
In mijn geliefde Oekraïne
Tussen de uitgestrekte steppen
Graaf mijn graf
Zodat ik op een kleine heuvel lig
Boven de krachtige rivier
Zodat ik kan horen
Hoe de oude Dnjepr onder de hoge oevers raast
Taras Sjevtsjenko (+/- 1855)
Wanneer men aan kunst uit het Rusland van eind negentiende, begin twintigste eeuw denkt, komt men al snel op namen als Malevitsj en Kandinsky die met hun abstracte kunst de Russische avantgarde het leven inbliezen. De kunstbeleving uit het voormalige Russische rijk reikt echter verder dan dit en om die reden heeft de Nieuwe Kerk in Amsterdam de tentoonstelling Kiev in de Nieuwe Kerk georganiseerd die een overzicht geeft van een aantal meesterwerken uit het Nationaal Kunstmuseum van de Oekraïne. In Kiev, dat door de schrijver Andrej Bjelyj de moeder aller Russische steden werd genoemd, werd dit museum in 1899 opgericht dat in eerste instantie een particuliere collectie kende, maar na de revolutie werd aangevuld met werken uit de adellijke buitenverblijven. Sindsdien heeft het museum een sterk nationaal karakter gekregen en een collectie opgebouwd van 1800 schilderwerken.
Dat de Oekraïne een verscheurd verleden kent, leert de geschiedenis ons; het land werd lange tijd overheerst door verschillende volkeren waaronder bijvoorbeeld de Tataren en verloor het westelijke deel na de conferentie van Jalta in 1945 aan Rusland, terwijl het dat deel daarvoor al kwijtgeraakt was aan Polen. In 1991 verwierf de Oekraïne na een mislukte staatsgreep op Gorbatsjov volledige onafhankelijkheid. Het hervinden van de Oekraïense identiteit mondde in 2004 uit in de Oranjerevolutie.
Vanaf het midden van de negentiende eeuw werd het nationalisme onder de Oekraïners echter al aangewakkerd. Onder leiding van de schrijver/dichter Taras Sjevtsjenko, die ook wel de Oekraïense Rembrandt werd genoemd, ontstond er een beweging van kunstenaars die een sterke herleving van het nationaal bewustzijn uitdroeg. De kunstenaars volgden hun opleiding veelal aan de Academie van Sint-Petersburg, maar keerden daarna terug naar de Oekraïne om zich aan te sluiten bij de zogenaamde Peredvizjniki, een vereniging van rondreizende tentoonstellingen in de provincie waarbij de schilderijen de folklore en de traditie van het thuisland weerspiegelden met vaak ook een onderliggende psychologische lading. Heldhaftige taferelen van de Zaporozje Kozakken, het onderlopen van Kiev door de vloed van de Dnjepr of plattelandsrituelen maakten daar deel van uit. In het begin waren de werken donker en realistisch, maar gaandeweg werd de invloed van het impressionisme merkbaar.
Belangrijkste kunstenaars uit die tijd zijn Ilja Repin (1844-1930), voorloper van het sociaal realisme, Mykola Koeznetsov (1850-1929) die zijn werken op locatie maakte zoals het boerenritueel Op zoek naar een bestaan (1882) en Petro Levtsjenko (1856-1917) die de meester van het lyrische landschap of ook wel de luchtenschilder werd genoemd.
Dankzij de opleving in de Oekraïense kunst werden eind negentiende eeuw in Kiev en Odessa kunstopleidingen opgericht. Veel schilders trokken ook naar het buitenland om daar hun opleidingen te volgen aan de academies van Parijs en München en brachten nieuwe invloeden mee op hun terugkeer naar het thuisland. Naast folkloristische taferelen werd nu ook de mondaine stad het onderwerp van de schilderijen. Konstantinyn Troetkovski verbeeldde het eerstgenoemde element schitterend in zijn Bruidsschat (1881), waarbij hij in een processie na afloop van een kerkdienst, de mensen in harmonie met de omringende omgeving laat zien. Het stadse leven werd veelal afgebeeld in de vorm van interieurs van prominente schrijvers of schilders.
Begin twintigste eeuw worden veel kunststromingen in de Oekraïense kunst geïntroduceerd. De ‘schoonheid van het geziene’ van de Peredvizjniki werd ingeruild voor de ‘schoonheid van het gevoelde’ en daardoor kregen de werken een meer expressionistisch karakter. In De Bruid (1910) (zie foto) van Fedir Krytsjevski (1879-1947) ziet men nog wel een combinatie van de heersende Europese decoratieve stijl en Oekraïense folklore, maar bij schilders als Moerasjko en Novakivski ziet men al meer de avantgarde doorsijpelen. Het werk van Abram Manevitsj (1881-1942) is rechtstreeks beïnvloed door van Gogh. De meeste invloeden zijn afkomstig uit de art nouveau en de aanverwante Weense stroming Sezession waarvan Klimt en Schiele deel hebben uitgemaakt. Het is het moment waarop er een einde komt aan de typisch Oekraïense nationalistische kunst en deze samenvalt met de internationale stromingen.
Kiev in de Nieuwe Kerk is een indrukwekkende tentoonstelling die zich laat lezen als een geschiedschrijving. Mede dankzij de uitgebreide informatie die de organisatie bij de schilderijen geeft, kan deze tentoonstelling tot één van de beste van dit jaar worden gerekend.
Kiev in de Nieuwe Kerk is nog te zien tot 9 juli
Reacties (4)
Hmm… verplichte kost gezien mijn roots, dank !
(begraaf mij ook maar aan de Dnjepr)
Voorlopig ga ik u nog niet begraven aan de Dnjepr, heer Carlos!
Beetje jammer dat er maar één werk was van elk van de toppers (Repin en Sjevtjsenko). Voor de rest zul je helaas naar Moskou moeten. Wel de moeite waard om eens binnen te lopen als je in Amsterdam bent.
En de mooiste? Het Jugendstiltafereel van een meisje met een pauwhaan (al doet de titel van het sprookje anders vermoeden) van Petro Cholodni…
Pffff,…ik ga gewoon kijken volgende week. Moet!