ACHTERGROND - Ik ken weinig rauwere films dan Capharnaüm, waarmee de Libanese regisseuse Nadine Labaki twee jaar geleden internationaal de aandacht trok. Simpel samengevat: een jongen klaagt zijn ouders aan omdat ze hem geboren hebben doen worden. Welbeschouwd heeft hij een punt, omdat hij voorbestemd is voor een leven vol ellende. De film loopt goed af maar de ellende die de bioscoopbezoeker te zien krijgt garandeert een doorwaakte nacht.
Ik beken dat ik me met een lichte aarzeling onderwierp aan een eerdere film van Labaki, Et maintenant, on va où? (2011). Hoewel het begon met een uitvaart, was het dit keer allemaal heel wat lichtvoetiger. In een dorpje – de opnames vonden plaats in Taybeh, onder de rook van Baalbek – wonen christenen en moslims gebroederlijk naast elkaar, maar door gebeurtenissen buiten het dorp raken de twee bevolkingsgroepen toch tegen elkaar opgezet. Dat wil zeggen: de mannen voelen zich aan hun eer verplicht aangedane beledigingen te vergelden.
[spoilers na de break]
De vrouwen, de plaatselijke imam en de pastoor zijn verstandiger. Ze bedenken de ene list na de andere om de lieve vrede te bewaren. Als op TV nieuws is over een schietpartij in een ander dorp, begint een van de vrouwen haar zoon luidkeels toe te spreken dat ’ie niet in z’n neus moet peuteren, zodat niemand het nieuws nog kan verstaan. Een Mariabeeld begint ineens bloed te huilen – een vroom bedrog waar de geestelijken en de burgemeestersvrouw meer van weten. “Per ongeluk” heeft een autobus panne waardoor enkele Oekraïense nachtclubdanseressen in het dorp achterblijven.
Dat leidt de aandacht wel af maar helaas werken de omstandigheden niet mee en uiteindelijk besluiten de vrouwen hun echtgenoten te voorzien van een stevige hoeveelheid hasj. Het bijbehorende liedje, geschreven door Tania Saleh en Khaled Mouzanar, is aanstekelijk. Als de heren uit hun roes bijkomen, blijken hun vrouwen van geloof te zijn gewisseld. De verwarring is nu totaal en de mannen vragen zich nu eindelijk af waar het nu heen moet. Een bitterzoet einde, want in feite biedt Labaki geen oplossing.
Desondanks valt er veel te lachen in Et maintenant, on va où? Ik kon althans wel grinniken om een scène waarin de pastoor zijn vriend de imam ontvangt – in een preekstoel. Of misschien was het allemaal wat minder heftig dan Capharnaüm omdat sektarische tegenstellingen in het huidige Libanon een betrekkelijk geringe rol spelen. Wat dan weer komt doordat moslims, christenen en druzen allemaal even hard de dupe zijn van een corrupt politiek systeem, van een economische ramp, van een permanent vluchtelingenprobleem en nu een gezondheidscrisis. Ik vrees dat Labaki’s volgende film Apocalypse Now zal heten, maar ik kan u Et maintenant, on va où? wel aanraden.
Reacties (2)
De film loopt goed af maar de ellende die de bioscoopbezoeker te zien krijgt. Uh, bioscoopbezoeker. Was dat niet iemand die dan in een zaal in een rood pluchen stoel, ging zitten, met naast zich, links en rechts en voor en achter zich, ook allemaal mensen?
Je moet maar durven.
Ik heb nog even verder gesnuffeld en vond toen een iets langer stukje van het zelfde met Franse ondertitels; is iets makkelijker te volgen.