Klimaatverandering is een hoax, we gebruiken maar tien procent van onze hersenen en autisme wordt veroorzaakt door vaccinatie: het is allemaal op internet te vinden. Maar wie wil begrijpen hóé we zijn beland in een wereld waarin feiten geen rol meer spelen, hoeft niet verder te kijken dan de plaatselijke boekhandel. Het non-fictie aanbod is schamel, eenzijdig en voor een niet onbelangrijk deel: onzin.
Het probleem zit ’m in het verdienmodel van de boekenbranche. Geen winkel kan alle boeken op voorraad hebben, aangezien de opslagkosten dan te hoog worden. Het is voor de boekhandel veel handiger slechts een beperkt aantal titels in huis te hebben – maar die moeten dan wel worden verkocht in grote aantallen.
Dus probeert de branche uw aandacht te concentreren op een zo smal mogelijk aanbod. Door middel van de Boekenweek bijvoorbeeld, die dit jaar draait om bestsellers van celebrities als Herman Koch, Kluun, Sonja Barend en Katja Schuurman met het ‘spannende’ thema ‘verboden vruchten’. Gedurende de rest van het jaar wordt u afgericht door middel van het toekennen van prijzen, met een traag circus rond long list, short list, nominatie en prijsuitreiking. En het werkt: alle boeken die sinds 2003 de Librisprijs hebben gekregen, zijn terechtgekomen in de Bestseller 60 die de Stichting CPNB wekelijks publiceert, zoals Hanneke Chin-A Fo en Toef Jaeger vrijdag in het NRC Handelsblad constateerden.
Daarnaast speelt kopieergedrag een rol. Uitgevers zijn altijd op zoek naar de klapper die de jaarcijfers zwart kan kleuren, maar welk boek dat wordt, valt niet te voorspellen. Om op safe te spelen, kopiëren ze eerder succes. Dus krijgt u ‘de nieuwe Nicci French’. Aangezien buitenlands succes zich al heeft bewezen, krijgt dat veel aandacht, met als mogelijk gevolg dat originele Nederlandse bijdragen van de markt worden verdrongen: het aantal Nederlandstalige literaire romans in de CPNB-top-100 is bijvoorbeeld sinds 2000 afgenomen.
Natuurlijk, de ‘bestsellercultuur’ heeft zijn tegenbeweging opgewekt: een verkoopmodel dat niet is gebaseerd op het verkopen van grote aantallen van één titel binnen korte tijd, maar van veel verschillende titels in lagere aantallen, maar dan wel gedurende een veel langere periode. Dit is het zogeheten long tail-model, genoemd naar de lage maar lange ‘staart’ van de verkoopgrafieken.
Dankzij het internet is het inderdaad mogelijk vrijwel elke titel ergens online te vinden. Maar of dit model winstgevend is voor afzonderlijke, kleine boekwinkeltjes blijft de vraag en uiteindelijk lijken het vooral online-boekenreuzen als Amazon die het meest profiteren.
Dit is dus het verdienmodel: kopiëren wat werkt en de aandacht van de lezers concentreren op een beperkt aantal titels en auteurs. De non-fictie lijdt er al jaren onder. Om een voorbeeld te geven: de ‘veilige’ auteur Maarten van Rossem (die via tv, lezingen en een tijdschrift zijn eigen publiciteit genereert) publiceerde een tijdje geleden een slordig boek over de ondergang van het Romeinse Rijk. Ongeacht de kwaliteit kon hij aanschuiven bij Jinek en mocht hij zijn niemendalletje presenteren in het Rijksmuseum van Oudheden. Op deze wijze werd een wél goed boek over dit onderwerp, Romeinen en barbaren van Jeroen Wijnendaele, nagenoeg onverkoopbaar. Het is maar één voorbeeld van de wijze waarop ‘bad information drives out good’.
Kritische boekbesprekingen worden geacht te zorgen voor kwaliteitsborging, maar eenmaal in de winkel hebt u zo’n recensie niet paraat. Als u dus een boek zoekt over de ondergang van het Romeinse Rijk, kiest u Van Rossem, want die auteur van dat boek dat wél goed was… beken maar dat u hierboven moet opzoeken hoe die ook alweer heet.
In de sector non-fictie heeft dit verdienmodel inmiddels geleid tot een verschraling van het aanbod, zowel kwantitatief als kwalitatief. Slechts een handjevol onderwerpen heeft de reputatie potentiële bestsellers te zijn en de schappen staan daardoor vol met vermoeiende variaties op een zeer beperkt aantal thema’s: onderwerpen als brein en geluk, wat denkt mijn hond, wetenschappelijk afvallen, raadsels van de kosmos (want Stephen Hawking) en de ondergang van de aarde door klimaatverandering (want Al Gore).
Celebrities en veilige onderwerpen, dat is waar uitgevers hun hoop op vestigen – en dat is het beeld dat u krijgt voorgeschoteld van de wetenschap. Na een paar jaar heeft u het wel gezien. U zoekt uw heil op het internet, waar informatie weliswaar gratis is maar betrouwbare informatie verborgen ligt achter academische betaalmuren. En zo leert u dat homeopathie werkt, dat het christendom is afgeleid van de cultus voor Mithras en dat UMTS-straling schadelijk is.
Het is Boekenweek. Ons advies: léés, maar negeer wat de boekhandels en grote uitgevers u aanbieden. Ze selecteren voor u. Ze hebben geen belang bij een breed en gedurfd aanbod. Bestel daarom eens een boek – fictie of non-fictie – dat niet op voorraad is, van een uitgever waar u nog nooit van heeft gehoord.
Laat de commercie niet de leescultuur verpesten. Als alle mensen dezelfde boeken lezen, verschraalt de cultuur. Als iedereen iets anders leest, verrijken we onszelf.
[Dit artikel verschijnt vandaag ook in het NRC Handelsblad.]
Reacties (12)
*Ulysses nog eens afstoft* Het blijft een ruk-boek, maar beter dan al die Nederlandse meer-van-hetzelfde.
Ik heb mijn bier het liefst koud, en mijn schrijvers het liefst dood. (Qua fictie althans, wat ik eigenlijk sowieso steeds minder lees moet ik bekennen.) Ik negeer dus al jaren de bestsellers du jour in de commerciële trog.
Maar toch! Als iedereen het hetzelfde leesgedrag als ik zou vertonen, dan zou niemand ooit nog van de pen kunnen leven, schrijver noch uitgever noch boekhandelaar.
Dus de oplossing die jullie voorstellen leidt niet per se naar een gezonde boekenbranche.
Ulysses – prachtig boek. Alles zit er in! Meer van dat ajb.
@2: Ik denk dat de boekenbranche een gouden toekomst krijgt met “printing on demand” en boekhandels die zichzelf als informatie-gidsen gaan beschouwen, waarbij ze zich niet langer beperken tot het papieren boek.
Overigens, we kunnen er wel schamper over doen (en dat is vaak ook wel terecht), maar soms zijn bestsellers ook gewoon erg goed.
– The Sleepwalkers (2012) van Christopher Clark is fantastisch.
– Sapiens (2011) van Yuval Harari is … nou ja, niet fantastisch, maar i.t.t. tot Marcel Hulspas snap ik de lof wel enigszins, en ik zou m’n hond er niet van af schoppen.
– The Happiness Hypothesis (2005) van Jonathan Haidt was (voor een leek qua psychologie als ik althans) fantastisch.
– Guns, Germs, and Steel (1997) van Jared Diamond vond ik destijds fantastisch.
Dit waren volgens mij allemaal superbestsellers van de buitencategorie, maar toch mogen ze wat mij betreft best wat meer gelezen worden.
@4: Maar dan nog zal die ‘demand’ waarschijnlijk vooral langs de lijnen van publiciteit lopen, dus dan zit je alsnog met de Maarten van Rossems en de Kluuns.
Dat heb ik onlangs gedaan en – omdat ik in de wind van de kerncentrale in Tihange woon – Een nucleaire Titanic van Jeroen Meulman besteld. Dat is in eigen beheer uitgegeven. De flaptekst belooft een uniek boek, maar ik ben er niet ver in gekomen, want het bleek een schoolvoorbeeld van de noodzaak van een goede redacteur. Een taak in het productieproces waar intussen menige gevestigde uitgever meer dan mij lief is op bezuinigt.
Het boek heeft in de minibieb van een dorpsgenoot een tweede kans gekregen.
Ik bestel al jarenlang mijn boeken, althans het overgrote aandeel. Vroeger via Amazon en Bol, maar je kunt voor vrijwel de zelfde kosten ook gewoon bij je lokale boekhandel bestellen. Soms verlaat ik de winkel dan met twee boeken: mijn bestelling en impulsaankoop. Maar ik vrees dat ik geen typische lezer ben…
Skepticus David Hume stelde in zijn tijd al dat men niet aan de bibliothecaris moet vragen om over een bepaald onderwerp de juiste boeken te verzamelen. Kennelijk fungeerde de laatste als kenner die de functie had van de tegenwoordige uitgevers, prijzen-uitreikers en boekenprogramma’s. Semioloog Umberto Eco stelde 20 jaar geleden al dat het internet ‘filteraars’ behoeft: “Als ik wil weten wat Immanuel Kant over een bepaald onderwerp heeft geschreven, dan merk ik dat 90% van wat me via internet wordt aangeboden gewoon onzin is. Als ik meer wil weten over koffie, dan kunnen ze me van alles wijsmaken.” Komt me voor als een onhaalbare zaak, of beter als een droste cacao blikje oplossing: wie filtert de filteraars?
Ik kan me een plaatje herinneren in NRC(?) waarin de wetenschappelijke wereld wordt voorgesteld als een verzameling putjesgravers men nogal wat ‘onbewerkt’ land daartussen: dus allemaal specialisten en geen generalisten. Iets daarvan komt tot uiting bij de aimabele Vincent Icke die lang geprobeerd heeft (althans in in zijn column in NRC) om zoon natuurkunde volledig te emanciperen van moedertje filosofie: “Pas op voor de soof .. met zijn eeuwige vraag: wat bedoel je met …?” waarschuwde hij. Om vervolgens een column te schrijven met de titel “Wat is waarheid?” (waar niks nis mee is), een mooie cocktail met een deel Spinoza (kennis van de tweede soort), een deel Kant (d’Alembert schreef in de Encyclopedie nog dat de goede termen grotendeels bepalen of een redenering juist is en Kant was het daar niet meer mee eens: begin van het einde van … juist, het “wat bedoel je met?”- tijdperk) en een deel uit zijn vakgebied. Om toch even voor filteraars te spelen: voor wie quantummechanica desorienterend vindt of alles wil weten van het onderzoeks-resultaat van Alain Aspect (die absoluut niet het ongelijk van Einstein aantoonde, als men die naam googelt): “De muze van het leven” – quantummechanica en de aard van de werkelijkheid – van Diederick Aerts. Terzijde: de schrijver claimt dat alleen de wiskunde van qm universeel is en dat de filosofische aspecten ervan over de continenten nogal verschillen. Daar moet je bij Vincent Icke absoluut niet mee aankomen.
Uiteraard was de vorige alinea bedoeld om aan te geven dat ook de experts niet degenen zijn die je de juiste boeken aanbevelen, hoewel je daar natuurlijk wel een beetje bij in de buurt moet blijven als het om non-fictie gaat. Oh, ja, even overgaand op fictie: over het boek “Elementaire deeltjes” van Michel Houellebecq, een boek met nogal wat pseudo-wetenschap, schreef Elsbeth Etty dat het haar elementaire angst aanjoeg. Vincent Icke schoot haar te hulp door een stukje te schrijven waarin hij haar uitlegde dat het er ook subatomair overzichtelijk uitziet. Nu betwijfel ik sterk of daar de angst bij Etty zat, maar dat was uiteraard iets waar ik me niet mee mocht bemoeien. Houellebecq beschrijft de ‘mentale ontwrichting’ bij de (kinderen van) de baby-boomers. Nogal overdreven en waarom ik het toch wel een aardig boek vond, weet ik eigenlijk niet. Misschien vanwege het eh .. ‘onverwachte.’ Dat heb ik ook bij Arnon Grunberg, een veel beter schrijver dan Houellebecq, door wie ik me graag laat verrassen.
Met fictie loop ik hopeloos achter. In ”huid en haar” van Grunberg kwam ik niet op gang, terwijl ik toch 12 boeken van hem in de kast heb staan. Als kleine jongen was ik verslaafd aan Jack Vance, een SF-schrijver. Die veertig boeken bevatten thema’s waarvan ik niet begrijp waarom Hollywood er nog niet een paar verfilmd heeft. Als iets minder kleine jongen was ik verslaafd aan Vladimir Nabokov. Die drie boeken die ik nog niet van hem gelezen heb, bewaar ik voor de atoombunker. Een nog groter schandaal is dat ik om de maand 20 bladzijden in “De stamhouder” (geen fictie) van Alexander Münninghoff lees. Over verrassingen gesproken, wat een leven! Geen tijd. ander excuus: komt door internet. Door de stroom van verrassingen die dagelijks op ons afkomt. Ik zit er te dicht op. Arnon Grunberg is in gevecht met de werkelijkheid, schreef ik ergens. Dat werd weggemodereerd. Onbenullen! Ik zit te dicht op de realiteit. Dat moet veranderen. De geest moet waaien.
@2:
Moet je op kerkhof (van de vergeten boeken) zijn.
;-)
De bedenker Ruiz Zofon leeft nog wel :-)
Doet me denken aan de kunst bij de open atelier-routes:
:
Veel verrassender dan die van de galerieën.
Bibliotheken (je weet wel, waar je voor een vast bedrag per jaar zoveel boeken kan lenen als je aankan), passen een zelfde tactiek toe. Ze staan vol met populaire boeken, maar de voorraad klassiekers wordt met het jaar kleiner. En dat is droevig. Bibiliotheken zijn bij uitstek geschikt om je leeservaring te verbreden en af en toe een onbekende titel, schrijver of onderwerp beet te pakken.
@11: Moeten ze wel open zijn. Nadat eerst bij de verbouwing van de enige bieb van enige betekenis in de directe omgeving hier de hele collectie op last van de binnenhuisarchitect in vier sferen was verdeeld, zodat de geoefende siso-zoeker -maar ook het eigen personeel- niets meer kon vinden vond men het daarna nodig om ook het aantal openingsuren drastisch terug te schroeven zodat een bibliotheekbezoek niet meer gecombineerd kan worden met b.v. de marktdag.