Maarten dwong me vorige week om het ontwerp voor nieuwe Code voor de Journalistiek te lezen. Met deze zin zijn gelijk al een aantal regels uit die code overtreden. Waarschijnlijk is het nog wel naar de intentie van de Code, maar zeker niet naar de letterlijke regels. En dat is dan ook gelijk de aanleiding voor conclusie dat die Code niet werkt.
Een van de redenen waarom men met een nieuwe Code wil komen, is dat de nieuwe media, internet en burgerjournalistiek het hele journalistieke werkveld in een ander daglicht plaatsen. En men wil graag een Code die met de nieuwe realiteit rekening houdt.
Maar het uitgangspunt is dat er kennelijk een Code nodig is. Journalistiek is niet wettelijk aan strakke regels en papiertjes gebonden zoals dat bijvoorbeeld geldt voor artsen. Iedereen kan zich dus journalist noemen en “nieuws” de wereld in schieten. En de beroepsjournalisten zouden graag zien dat duidelijk is wat het kaf is en wat het koren. Zeggen dat je je houdt aan de Code zal straks de rechtvaardiging zijn om jezelf een “echte” journalist te noemen.
Dat is om meerdere reden kolder. De belangrijkste reden is nog wel dat het vrijwel onmogelijk is om de Code volledige na te leven. Neem bijvoorbeeld de eerste regel:
1. De journalist komt het recht op vrije nieuwsgaring toe. Hij brengt het nieuws waarheidsgetrouw, onafhankelijk, fair en met open vizier.
Welke journalist durft, als feilbaar mens, met droge ogen te beweren dat hij of zij altijd onafhankelijk is en met open vizier werkt. Dat zou namelijk inhouden dat je geen van je ervaringen uit het verleden laat meespelen, dat je zuiver kunt beoordelen dat jouw eigen denkbeelden over hoe de wereld er uit zou moeten zien van geen invloed zijn op hoe je het nieuws beschrijft en dat je lichamelijke en geestelijke gesteldheid ten alle tijden zo goed is dat ze geen negatieve of positieve draaien geven aan wat je wilt weergeven.
Een andere belangrijke reden is dat de journalistieke producten, mits ze voldoen aan de Code, volstrekt onleesbaar (of het equivalent daarvan voor andere media) worden. Ze zullen immers voorzien moeten zijn van allerlei disclaimers, toelichtingen en bronvermeldingen. Hoe is anders door de nieuwsconsument te beoordelen of de journalist zich ook daadwerkelijk aan de regels heeft gehouden?
Een laatste reden is dat er al jaren een code bestaat en er voldoende journalisten zijn die niet eens van het bestaan afweten. Laat staan dat de nieuwsconsumenten zich er van bewust zijn.
Nee, zo’n Code zal, zelfs in een Creative Commons variant, niet zorgen voor een wezenlijke verandering in het werk van journalisten of semi-journalisten.
Een slim online reputatiesysteem zou wellicht beter werken. Iedereen die zichzelf als journalist ziet, kan zich aanmelden. Iedereen die zich als nieuwsconsument ziet, kan zijn oordeel over het werk van een journalist daar aangeven. Falsificaties in een stukje? Minpuntje op het reputatiesysteem. Achterwege laten van relevante feiten? Weer een minpuntje op het systeem. Goede en maatschappelijk relevante scoop gepubliceerd? Veel mensen die een pluspunt geven bij de betreffende journalist.
Op termijn kan zo’n reputatie systeem mensen helpen bij het beoordelen van het werk van journalisten. Veel minpunten? Dan zal het artikel met een korreltjes zout genomen moeten worden. Veel pluspunten, dan is de kans groot dat het waar en relevant is.
Sta je er niet op? Dan is het waarschijnlijk goedbedoeld amateurisme. Iedereen weet waar hij aan toe is.
Eens kijken welk effect dat heeft op de journalistieke wereld.
Reacties (26)
Hmmm. Probleem is natuurlijk dat als een journalist schrijft over iets dat slecht gaat, de mensen in dat artikel het per definitie beschouwen als riooljournalistiek, en altijd roepen dat ze verkeerd geciteerd zijn, uit hun context gelicht enzovoort. Hilbrand Nawijn deed dat ooit met een stalen gezicht, toen hij wat doms had geroepen over de doodstraf. Jammer voor hem: het interview stond op de band.
Kortom: voordat je een minpuntje krijgt, moet daar toch een soort Raad van Journalistiek overheen. Dat zou behoorlijk kut zijn.
Ik zie een nieuw leven voor het dwingende stemadvies van GeenStijl!
“En de beroepsjournalisten zouden graag zien dat duidelijk is wat het kaf is en wat het koren.”
Hm. Ik zie, als ‘beroepsjournalist’, net zo weinig in zo’n Code als jij. Journalistieke onafhankelijkheid is zeer moeilijk, en mathematische objectiviteit bestaat natuurlijk niet, om precies de redenen die je noemt. Bovendien kan je je afvragen of journalisten en columnisten die een duidelijke mening verkondigen buiten een code gehouden moeten worden.
Niemand wil die code, en volgens mij zeker de meeste beroepsjournalisten niet. Iedereen die denkt dat ie een journalist is, is er ook een.
Verschoningsrecht, daar gaat het om.
Kleine aanpassing, groot plezier:
1. De journalist komt het recht op vrije nieuwsgaring toe. Hij streeft ernaar het nieuws zo waarheidsgetrouw, onafhankelijk en fair mogelijk en met open vizier te brengen.
Overigens baal ik dat een project bij mij op school net is afgelopen. Dat stond namelijk onder leiding van Huub Evers die zich bezig gaat houden met de nieuwe Code.
Interessant is ook de ruime definitie van ‘journalist’ als je die afzet tegen de enge definitie die de minister van justitie wil gebruiken bij de – na de uitspraak van het EHRM – voorgenomen wettelijke regeling voor het verschoningsrecht voor journalisten.
Je kunt je afvragen in hoeverre ethiek een rol speelt bij het vergaren van nieuws.. je hebt iig geen papieren clubje nodig ( zoals de raad voor de jounalistiek) dat af en toe “FOEI” roept
Als beroepsjournalist hoeft die Code voor mij niet. Voor mij gelden eigenlijk maar twee regels: check de feiten en pas altijd hoor en wederhoor toe. Vooral regel 28 vind ik grappig, namelijk dat je geen nieuws mag stelen. Volgens mij is er geen beroepsgroep waar zoveel van elkaar gejat wordt als de journalistiek.
Over subjectieve media: lees “het zijn net mensen” van Joris Luyendijk of kijk de lezing (51 min, klik op m’n naam). Er zijn helaas heel veel redenen waarom het nieuws subjectief is en daar kan de journalist soms zelf weinig aan doen.
Als de objectieve journalist toch een illusie is, waarom passen ze dan niet de methode van waarheidsvinding toe die ook in de rechtbank wordt gebruikt: twee subjectieve journalisten die beide een partij/mening verdedigen. Deze week: israel vs. palestijnen of kernenergie vs. greenpeace, enz. Ik zie het helemaal voor me. Je moet er natuurlijk wel voor zorgen dat de journalisten aan elkaar gewaagd zijn. (in tegenstelling tot de praktijk in de rechtbank)
WHY INDEPENDENT MEDIA ? http://www.democracynow.org/about
Het probleem blijft bestaan ,dat kleine beginnende websites en of omroepen hun geld ergens vandaan moeten halen .
Met al die culturen hier ,zou je eigenlijk veel en veel meer multicultureel gerichte commerciële omroepen moeten hebben . Ze zijn merendeels pro amerikaans met alleen maar amerikaanse propoganda
Het zou wel tof zijn als er een echte onafhankelijke maar dan engels- talige VPRO zou ontstaan.
Leve de democratie : Fuck you Brussel en Fuck you too bush!
Met wat ik nu ga zeggen moet ik wel een beetje opletten : Fuck You Putin en fuck you too China !
http://www.agjpb.be/vvj/deontologie.php
Je bent Castro en Chavez en Bolkesteijn vergeten, Kim.
Beroepsjournalist: iemand die als doel heeft geld te vangen voor zijn/haar publicaties. Objectieve beroepsjournalisten bestaan dus per definitie niet. Vandaar ook dat ze die code nodig hebben, kunnen ze tenminste nog de schijn mee wekken dat ze integer zijn:-P
Ik heb mijn goede daad voor vandaag weer gedaan …. Ik heb iemand die Wilders stemt overgehaald op een andere partij te stemmen . En jullie ?
Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen omgeving .
S’z Ik denk dat het geldpotje in Venezuela sneller gevuld is als waar dan ook ,dus die twee laat ik erbuiten om jou een plezier te doen.
Het ideale op het internet zou een soort van aggregator zijn waarop verschillende journalisten, specialisten, ervaringsdeskundigen, getuigen etcetera hun krachten per onderwerp bundelen in een soort van overzichtelijke dossiers met beeld en tekst.
Ik heb onlangs een docu gezien over Darfur op Arte en kreeg, via allerlei verschillende invalshoeken, een goed beeld van de situatie daar. Doe zoiets op het internet inclusief hyperlinks en dergelijke en je hebt behoorlijk nieuws.
Op het internet kun je ook verschillende correspondenten laten samenwerken en zelfs dingen “openhouden” omdat je vrij snel toch kunt updaten als er nieuwe elementen boven water komen.
Even voor mijn duidelijkheid:
1) Journalistiek is een uitingsvorm van een aantal grondrechten zoals “vrijheid van nieuwsgaring” en “vrijheid van meningsuiting”. Correct?
2) Journalistiek zou (wie is in dit kader “men”) een Code behoeven.
Het komt mij een beetje als met elkaar in tegenspraak zijnd over : vrijheid die door een CODE gereguleerd moet worden. Ik krijg daar geen goed gevoel bij..
@#22 : zie #15
@#17 : ironisch of ongenuanceerd simplistisch ?
Zo’n reputatie systeem lijkt me overbodig. De lezer stemt al met zijn keyboard: als je een verhaal opschrijft wat niet deugd in journalistieke zin en het komt uit, dan besluit de lezer dat de site van die betreffende journalist de aandacht niet meer waard is. De journalist verliest dan lezers en dus inkomsten. Dus schrijft hij deugdelijke stukken. Zo beschouwd heb je die hele code eigenlijk ook niet nodig.
Of zie ik nou iets over het hoofd?
Toch maar even als beroepsjournalist. Ik snap dat de mediaberoepsgroep altijd met argwaan en cynisme wordt bekeken en daar heb ik op zichzelf geen problemen mee. Het publiek is de waakhond van de pers. Maar de meeste reacties hier lijken er op te duiden dat men zelfs de meest eenvoudige ethische moraal bij journalisten zelfs als overbodig of onwerkbaar lijkt te beschouwen. Die kritiek is vaak veel te gemakzuchtig. Drie voorbeeldjes uit het artikelen van Steeph, overigens exemplarisch voor veel van de commentaren.
“Welke journalist durft, als feilbaar mens, met droge ogen te beweren dat hij of zij altijd onafhankelijk is en met open vizier werkt.”
Daarna volgt een soort postmoderne argumentatie dat niemand contextvrij werkt en iedereen zijn opvatting heeft. Tja, uiteraard. Maar zo’n code is geen filosofische tekst, je moet bij elke regel even bedenken welk gevaar wordt afgewend. Ik denk dat niemand het als redelijk zal beschouwen als journalisten van de krant stiekem dor hun bronnen worden betaald, terwijl ze net doen of hun stukje alleen om de waarheid zelf (let op! Geen filosofische term!) zijn geschreven.
“Een andere belangrijke reden is dat de journalistieke producten, mits ze voldoen aan de Code, volstrekt onleesbaar (of het equivalent daarvan voor andere media) worden. Ze zullen immers voorzien moeten zijn van allerlei disclaimers, toelichtingen en bronvermeldingen.”
Sorry, maar onzin. Er wordt echt niet bedoeld dat iedere zin van een voetnoot moet worden voorzien. In elke goede tekst of reportage staan zinnetjes als “volgens het Ministerie van Landbouw” of “de woordvoerder van de getroffen familie”, en dat geldt evengoed als bronvermelding. Kwestie van goed schrijven.
“Nee, zo’n Code zal, zelfs in een Creative Commons variant, niet zorgen voor een wezenlijke verandering in het werk van journalisten of semi-journalisten.”
Tja, daar is de Code ook helemaal niet voor bedoeld. Ik zit em zeker niet elke avond voor de spiegel te repeteren, of ga morgen niet ineens anders de deur uit. Ongeacht hoe je over de inhoud denkt, De Code is – net als de onomstreden Code van Bordeaux (http://virtmed.fcj.hvu.nl/doc/bordeaux-nl.html) simpelweg bedoeld om scherp te houden, journalisten ervan bewust te maken dat ze een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van de maatschappij. Niet meer en niet minder.
Gewoon nadenken over je beroepsethiek, net als veel andere beroepsgroepen dat al jaren doen, en net zoals het publiek dagelijks op steeds hogere toon van ons verlangt.
Inderdaad, journalistiek is geen wiskunde. Een code mag dan ook nooit tot doel hebben om tot drie cijfers achter de komma te bepalen wat wel en wat niet is toegestaan. Desondanks kan het, zowel maatschappelijk gezien als in het belang van de beroepsgroep zelf, geen kwaad na te blijven denken over hoe een serieuze journalist om zou kunnen gaan met een aantal terugkerende dilemma’s uit ons vakgebied. Een code kan daarbij behulpzaam zijn. Wie dat bagatelliseert zoekt – bewust of onbewust – naar een vrijbrief om journalistiek broddelwerk te legitimeren. En dat kan, volgens mij, niet de bedoeling zijn.
Kortom: ofwel je bent journalist en je neemt je vak serieus, ofwel je bent het niet (http://www.geenstijl.nl/quizz/?quiz=ethiek) en slaat dus een andere weg in. Wat ook zijn eigen waarde kan hebben trouwens; ik amuseer me er af en toe kostelijk over.