De Fifa Vredesprijs: een schoen, een wortel en Trump

De Fifa heeft een nieuwe internationale traditie bedacht, al is het geen traditie waar iemand om gevraagd heeft. Morgen, op 5 december, een datum die in Nederland ruikt naar kruidnoten en passief-agressieve gedichten, reikt ze een Vredesprijs uit. Geen symboliek, geen culturele verwijzing, puur toeval. Maar dat maakt het alleen maar absurder: ergens op de wereld zit een organisatie die structureel conflicten veroorzaakt door stadiondeals, smeergeld en geopolitieke stunteligheid, en precies op die dag speelt ze voor mondiale vredesduif, en geeft een cadeautje weg. En wie staat er op de - waarschijnlijk - eenregelige shortlist? Donald J. Trump. De man die huilde dat hij de nobelprijs voor de vrede niet kreeg, maar het aankomende WK al gebruikte als politiek wapen en dreigde wedstrijden verplaatsen uit Democratisch bestuurde steden. Waar voetbal bedoeld is om landen dichterbij te brengen, maakt Trump er een instrument van om tegen steden te kunnen slaan. De Fifa doet alsof dit allemaal niet bestaat, of nou ja, ze hopen misschien dat als je Trump vleit hij dat soort dingen niet gaat doen. Ze zullen officieel wel beweren dat Trump “wereldwijde aandacht voor voetbal” genereert, of zoiets. Dat is ongeveer hetzelfde als zeggen dat een aangestoken vuilnisbak “aandacht genereert voor afvalbeleid”. Formeel klopt het, maar niemand met een functionerend stel hersenen neemt het serieus. Morgen staat Trump vermoedelijk te grijnzen in een zaal vol mensen die doen alsof ze iets belangrijks meemaken. De Fifa stopt zijn naam in een envelop, zogenaamd met spanning, terwijl iedereen weet dat deze ceremonie net zo open en eerlijk is als het Sinterklaasfeest in Nederland. Hier vieren we die dag een fictieve goedheiligman. De Fifa doet morgen hetzelfde. Alleen beloont deze sint juist de stoute kindertjes. Eigenlijk past het prima bij de organisatie die de Fifa is. De rest kan alleen maar toekijken hoe een toernooi dat ooit over spel ging nu gebruikt wordt als politiek breekijzer, terwijl de prijs die vrede moet vieren vooral bewijst hoe ver we daar vandaan zijn.

Door: Foto: Ari Dinar on Unsplash

Closing Time | Carlos Puebla | Hasta Siempre Comandante

Hasta Siempre Comandante is een lied uit 1965 van de Cubaanse componist Carlos Puebla. De tekst van het lied is een antwoord op de afscheidsbrief van revolutionair Che Guevara toen hij Cuba verliet om een ​​revolutie te ontketenen in Congo en later Bolivia, waar hij gevangen werd genomen en gedood.

Guevara was in zijn jonge jaren een racist, daar zijn teksten van, en op latere leeftijd hielp hij mee in de onafhankelijkstrijd in Congo in de hoop een socialistisch regime te verwezenlijken. En misschien dan nog steeds een racist, de mens is dualistisch. Hij was ook homofoob, ik ben homo en kies toch voor het grote geheel. Zijn cultuur was en is nog steeds onder de invloed van machismo, en dat is mijn strijd om de rechten van lhbtq+ te bevorderen, maar ik ben zelf een sexist naar jonge mannen.

Foto: Ganesh Partheeban on Unsplash

Supportersgeweld

COLUMN - De actualiteit, daar kunnen we het ook over hebben. Bijvoorbeeld over degenen die in een voetbalstadion vuurwerk afsteken. Het probleem is niet het voetbal, is niet het vuurwerk, is niet het feit dat de betrokkenen beschikken over een negatief intelligentiequotiënt. Het probleem is dat we nu al een halve eeuw te maken hebben met “supporters” die zich misdragen. Ik ben de tel kwijt van het aantal maatregelen dat in die halve eeuw is aangekondigd. Hoeveel commissies zich erover hebben gesproken, wil ik niet eens meer herinneren. Gebiedsverboden, stadionverboden, meldplichten, stilgelegde wedstrijden, wedstrijden zonder publiek: het is dweilen met de kraan open.

Simpel gezegd: in Nederland zijn wangedrag en betaald voetbal verbonden zoals vast en zeker, altijd en eeuwig, geheel en al. Voetbal en wangedrag vormen een tautologie.

Ondertussen zijn het dus niet alleen de bona fide stadionbezoekers die ervoor opdraaien, maar betalen we allemaal mee voor de politie-inzet. En dat staat me per incident meer tegen. (Per incident: dus mijn weerzin neemt snel toe.) Een agent weet dat ’ie af en toe gevaar loopt, maar het moet frustrerend voor zo iemand zijn dat ’ie de klappen kan opvangen omdat het probleem nu al een halve eeuw niet wordt beëindigd. Als de politie zegt dat ze ’t verder zelf maar uitzoeken, heeft elke agent mijn sympathie.

Foto: Wouter Supardi Salari on Unsplash

Productinnovatie gone wrong: de kruidnootreep

De kruidnotenreep van Bolletje lijkt op het eerste gezicht een onschuldige seizoensgril. Een reepvorm, tien aan elkaar geplakte kruidnoten en negen van die repen in een zakje. Briljant, maar ik zie toch vooral een symptoom van hoe de markt is uitgegroeid tot een laboratorium voor overbodige innovaties die vooral het klimaat en de portemonnee raken. Niet omdat de ingrediënten anders zijn, maar omdat de vorm dat wel is. En die vorm kost grondstoffen, energie en transport. De kruidnoot wordt steeds vierkanter, de wereld erachter steeds krommer.

Het begint al bij het prijsverschil. De kleine zak kruidnoten van Bolletje kost bij Albert Heijn 1,19 voor 200 gram. De kruidnotenreep kost 1,99 voor 155 gram. Je betaalt dus ruim het dubbele per gram. De productie zal niet veel duurder zijn, maar de reepvorm heeft marketingwaarde. Althans dat denken ze bij Bolletje vermoed ik. Dat je de pepernoten niet meer hoeft te tellen, bijvoorbeeld. De consument moet geloven dat hij iets handigs koopt, iets bijzonders, pepernoten die zich gedragen als een reep en dus automatisch een soort functioneel aura krijgen, en daarmee kunnen concurreren met andere repen zoals Mars en Twix, waar de nietige pepernoot dat op zichzelf niet kan.

Dat prijsverschil heeft ook een milieukant. Losse kruidnoten hebben één verpakking. De kruidnotenreep heeft negen individuele wikkels plus een buitenzak. Extra folie, extra verwerking, extra transportvolume. Allemaal materiaal dat na een paar seconden scheuren eindigt in de afvalstroom. De industrie noemt het gemak, de realiteit is dat dit soort producten de hoeveelheid verpakkingsafval jaar na jaar laat stijgen. Het is moeilijk uit te leggen waarom we ons druk maken over plastic rietjes en tasjes, terwijl we tegelijkertijd accepteren dat een seizoenssnack per hap wordt ingepakt.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Closing Time | Joni Mitchell | Woodstock

Joni Mitchells Woodstock gaat over de droom van vrede en een nieuw begin, geïnspireerd door het legendarische festival, ook al was ze er zelf niet. Haar manager besloot voor een optreden in The Dick Cavett Show.

De tekst, die ze schreef in een hotelkamer, na gesprekken met haar vriend Graham Nash die daar wel optrad, viert de generatie van de jaren ’60 en hun idealen van een betere, meer utopische wereld, samengevat in het bekende refrein

Foto: Quinn Dombrowski (cc)

Wat we (niet) weten over het basisinkomen

We beginnen dit stukje met een artikel op de Correspondent. Tim ’s Jongers schreef enkele dagen geleden een artikel over het basisinkomen, met daarin de Wet van ’s Jongers*: naarmate een online discussie over armoede langer duurt, is er altijd wel iemand die begint over het basisinkomen.

Voor wie kan het werken?

Hij heeft een punt. Er is een groep vocale pleitbezorgers voor dit systeem. (Mocht je er meer over willen weten, klik dan vooral hier voor het uitgebreide dossier op Sargasso.) Waar ik ’s Jongers in het verleden wel eens verweten heb wat al te cynisch over het basisinkomen te zijn, is zijn laatste bijdrage erg genuanceerd. Hij beschrijft de stand van de wetenschap en constateert twee dingen: ten eerste dat het voor mensen in diepe armoede niet echt lijkt te werken. Dat blijkt met name uit recent onderzoek uit de VS: het basisinkomen doet vrijwel niets voor de mensen, in die experimenten. Tegelijkertijd beschrijft hij hoe uit een Duits experiment blijkt dat er wel allerlei voordelen zijn van een basisinkomen, wanneer de deelnemers niet vooraf al in armoede leven. Zoals  een betere mentale gezondheid en een toename van vrijwilligerswerk.

Er is wel één ding dat me een beetje puzzelt, als u me een lelijk anglicisme toestaat. En dat is de mate waarin onderzoek gegeneraliseerd wordt naar andere contexten, met name door journalisten. Het mooiste voorbeeld daarvan is Rutger Bregman. Toen hij rond 2013 een belangrijke rol vertolkte met het op de (mainstream) agenda zetten van het basisinkomen, deed hij dat met grote stelligheid: het basisinkomen, dat was de toekomst voor de sociale zekerheid, en de oplossing voor o.a. flexibilisering, globalisering en het toegenomen wantrouwen in de verzorgingsstaat.

Foto: © Peter Cox (met toestemming fotograaf)

Kunst op Zondag | Mounira Al Solh | A land as big as her skin

Het Bonnefanten museum te Maastricht heeft tot 11-1-2026 een prachtige expositie van Mounira Al Solh, een multidisciplinair kunstenares uit Libanon|Syrië|Nederland. Haar werk omvat tekeningen, schilderijen, borduurwerk, performance en video-installaties, en verkent thema’s als migratie, trauma, feminisme en identiteit.

© Peter Cox

Al Solh (1978) wordt geboren tijdens de burgeroorlog in Beiroet, Libanon. Geweld, soms explosief maar vaker sluimerend vormt haar jeugd naar volwassenheid. Creativiteit is haar antwoord hierin. Als kind nieuwsgierig en open naar verschillende materialen en kleur creëert ze haar magische wereld.

In woorden moeilijk te beschrijven want het wordt een meer diverse wereld naarmate zij naar vrouw groeit. Emoties verbeeldt in mythische verhalen, culturele kleuren die ontmoetingen vertellen in expressies waar leven en verlies dansend samenkomen.

© Peter Cox

In 1989 door het voortdurende geweld, verlaat de familie van Mounira Al Solh Beiroet; het gezin emigreert naar Damascus in Syrië. Al Solh studeert schilderkunst aan de Libanese Universiteit in Beiroet (van 1998 tot 2001) en beeldende kunst aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam (2003-2006).

Haar werk is deels beïnvloedt door Picasso en zijn antwoord op het bombardement in Guernica. Zwart witte wanhoop waar het werk van Al Solh een weg blijft zoeken naar licht en een eigen realiteit die zij verweeft in textiel, kleurijke sculpturen, schilderijen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Closing Time | Wizkid

Met het eerste document uit de formatie lijkt me dit even een prettig nummer.

Links zal wel ff diep adem halen, argh de natuur en die kerncentrales waar geen investeerder voor is en ook geen oplossingen biedt.

Rechts huilt traantjes want hun heilige hra wordt afgepakt én terecht, deze jonge generatie moet ook wonen, én rekening rijden, wat een rechtse nachtmerrie toch :)

Maar goed die analyse laat ik over aan de betere schrijvers hier, en ik neem even plaats achter de draaitafel.

Closing Time | Andreas Scholl | How Sweet the Moonlight

How Sweet the Moonlight komt uit Akte V, de slotakte van De Koopman van Venetië. Lorenzo zegt dit in de tuin van Belmont, waar hij en Jessica de nacht doorbrengen na hun huwelijk. 

De Koopman van Venetië is een toneelstuk van William Shakespeare en later tot opera gecomponeerd door André Tsjaikovski die in 2013 in première ging.

How Sweet the Moonlight wordt gezongen door Andreas Scholl, een countertenor. Scholl wordt gezien als een uitzonderlijk wereld talent maar hij ziet zichzelf niet zozeer als operazanger, meer als zanger die ook opera zingt. Grappig genoeg noemt Scholl als zijn muzikale helden Howard Jones, OMD , New Order en de Pet Shop Boys.

Volgende