De staatsfabrieken massaproduceerden angst. Het werd verkocht voor een redelijke prijs en het was inmiddels verreweg het populairste product geworden in de consumptiemaatschappij. Dit werd door de overzeese drugsbaronnen met lede ogen aangezien. De voormalig topcriminelen waren volkomen uit de markt gedrukt, en dachten met weemoed terug aan de vette jaren dat ze elkaars kartels naar hartelust hadden uitgemoord. De leider van het grootste kartel had sinds de opkomst van de angst de banden met zijn verwaarloosde dochter aangehaald, en had zijn oude hobby internetschaak weer opgepakt. Hij vertelde nu iedere dag aan zijn vrouw dat hij van haar hield, las de krant, liet zijn Mechelse herder uit, trok een paar baantjes in zijn zwembad, en deed een aantal zetten. Het schijnt dat hij vrij aardige partijen speelde, en naar verluid is zijn favoriete opening een koningsgambiet.
Er was angst in duizenden-en-een smaken. Er was angst afwijzing, er was angst voor kometen die met duizelingwekkende snelheid door het melkwegstelsel suisden, er was existentiële angst, angst voor klimaatverandering, angst dat de begroting niet klopte, angst dat er na het 65ste levensjaar moest worden doorgewerkt, angst voor vrouwen, angst voor honden, angst voor het onbekende, angst voor ontvoering door buitenaardse wezens, angst voor oorlog, angst voor te veel keuzemogelijkheden, angst voor depressie, angst voor succes, angst voor economische stagnatie, angst voor de dode hoek, angst voor koffie zonder perfecte schuimkraag, angst voor te weinig status en aanzien, angst voor stress, en natuurlijk de klassieke angst voor de dood. De meest populaire angsten hadden gepatenteerde merknamen: Agorafobie™, Paranoia©, en natuurlijk het goedkope – door een groep chemici via internet ontwikkelde – Panic (cc).
De mensen aten het, dronken het, en injecteerden het direct in het bloed. Sommigen rookten het, anderen snoven het, er waren angst zetpillen die gedurende een langere periode zeer gelijkmatig de angst afgaven, waardoor mensen weliswaar minder schrokker, maar wel quasi-permanent bang waren.
Mijn persoonlijke favoriet was in die jaren het ongrijpbaar narcistische angst voor controleverlies, een constante toestand waarmee ik mijn neuroses meende te kunnen legitimeren. Ik had op de middelbare school een vreselijke hekel aan wiskunde, maar met een klein pilletje zag ik alras de schoonheid der getallen en loste mijn rampzalige liefdesleven op met behulp van Excel.
Het was een fantastische tijd, waarin iedereen precies van elkaar wist waar het getoonde gedrag vandaan kwam. Financiële crisis? Kwam door angst onder beleggers. Sudderend nationalisme? Angst bij een verontwaardigde blanke onderklasse die zich niet vertegenwoordigd voelden door een zittende politieke elite. Fossiele brandstoflobby? Angst voor progressie. De angst maakte van chaotische, oncontroleerbare individuen, een makke, weke en dociele massa die leiderschap zocht, en daarvoor graag hun eigenheid op wilde geven.
Het was voor iedereen beter, maar het best was het voor iedereen aan de bovenkant van een machtspyramide: de managers van Proctor and Gamble of grote oliemaatschappijen, de mediamagnaten, de opiniepeilers, de leraren, de doctoren, de rechters en de psychiaters. Angst stond toe dat systemen nog enkel zichzelf dienden, angst zorgde ervoor dat de werkelijkheid nog enkel werd benaderd vanuit financieel-economisch oogpunt, en angst ontnam ons het oog voor de menselijke maat.
Angst maakte de samenleving overzichtelijk en eendimensionaal en het was het absolute hoogtepunt in de geschiedenis van de mensheid.
Reacties (20)
Maar is het nu science-fiction of een historische roman? Het misbruik van angst bestaat al langer dan vandaag, niets nieuws onder de zon.
Eerst waren er communisten, toen waren er moslims. Er zaten bijna twaalf heerlijke jaren tussenin.
En dan ben je er natuurlijk nog wat vergeten:
Angst voor global warming, die in een wurggreep genomen wordt door angst voor nucleaire technologie. Angst om toe te geven dat de verzorgingsstaat uit de jaren 70 mislukt en onhaalbaar is. En natuurlijk de laatste epidemie angst voor geblondeerde mannen met een grote mond. Allemaal zwaar overdreven en gehypte fobieen die een veel te zwaar stempel op de samenleving drukken.
The only thing to fear, is fear itself.
Maar er is nog hoop! Een zienkenhuis in Den Haag gaat kindertjes van angst en stress afhelpen door ze onder hypnose te brengen.
Nu nog een behandeling die volwassenen uit de angst-hypnose haalt.
En de angst om niet te kunnen brullen wat je denkt, AntonB?
Als je AntonB zo bezig ziet is het gedeelte onderwijs uit de verzorgingsstaat inderdaad mislukt. Ik ben helemaal niet bang om dat toe te geven.
@Crachat; Met Hirsch Ballin aan het roer, vind ik dat nu juist een van die angsten die gegrond is.
leuk verhaaltje hoor.. maar waarom zou die “door de rokende overheidsfabrieken zo massaal geproduceerde angst” uberhaupt aftrek vinden? Ik snap de aaname niet.. is er een grote vraag is naar angst of zo?.. volgens mij vinden mensen het helemaal niet prettig om bang te zijn..
denkfoutje dus.. next!
hee! Opa ALO reageert! vertelt u eens wat intelligents over het koningsgambiet opa?
Ik denk niet dat jij in de positie bent om iets van mij te eisen, iets aan mij te vragen of überhaupt een suggestie te doen. En nee, mijn schoenen poets ik ook wel zelf.
Gaat daarmee naar den oorlog (klikmelink)!
@ Opa: hehe :-) ik dacht dat je op zelfgemaakte klompen liep.. koei’n melk’n enzo..
Zachte raadgevers maken stinkende angst.
.. En zo is eigenlijk iedere mening en ieder doel dat je kunt stellen gebaseerd op angst. Maar angst is een slechte raadgever. Het enige waar we bang voor moeten zijn is angst!
Dus maak een einde aan de terreur van de angst. Stop met het hebben van meningen, of het stellen van doelen.
Angst is handel, zie de advertenties hiernaast.
@ AntonB
En waar die blonde mannen toch allemaal bang voor zijn……………
en genezen kunnen ze niet, ……
kruistochten die boezemen angst in.
Niks mis met angst.
De kerken zijn er groot van geworden.
“Thank God, I’m atheïst” ;-)
Courage is resistance to fear, mastery of fear, not absence of fear.
– Mark Twain