ANALYSE - In een prachtig interview met stedenbouwkundige Riek Bakker in de Volkskrant, zegt ze dat we nu eens op moeten houden met de term “krimp”. Alsof krimp zo’n ramp is: ze noemt Parkstad Limburg als een voorbeeld waarbij de regio de realiteit omarmt en er iets moois mee doet.
Toch kleuren de plaatjes waarin krimp in het onderwijs wordt getoond, nog steeds vooral rood (gevaar!). De begeleidende tekst bij onderstaande kaart is veelzeggend:
Tot 2025 daalt in 224 gemeenten het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd. Dit is 57% van de Nederlandse gemeenten, goed voor 40% van het totaal aantal basisonderwijsleerlingen. Toch zijn er ook gemeenten waar na jaren van krimp weer hoop aan de horizon gloort.

Bron: ABF Research (2015), Primos Prognose, bewerking Verus 2016.
Waarom leidt de krimpprognose tot angst?
Uiteraard is dat de reële daling van werkgelegenheid en het blijven zitten met te grote gebouwen. De inkomsten dalen sneller dan de uitgaven en alternatieve inkomstenbronnen zijn niet snel gevonden.
Dan is er nog de ongelukkige omstandigheid dat alle scholen in een regio met krimp te maken krijgen, en dus allemaal de marketing opschroeven. Gevolg: een veel grotere concurrentie om de leerling en jaarlijks sterkere fluctuatie in instroom, met alle gevolgen voor personeel. De noodzaak om echt hard in te grijpen en scholen bijvoorbeeld te fuseren is of net niet aan de orde, of wordt belemmerd door regelgeving. Gevolg kan zijn dat scholen langzaam wegzakken.