Thomas Rosenboom – Zoete mond

Thomas Rosenboom schenkt in zijn nieuwe roman Zoete mond de bewoners van het kleine aan de Rijn gelegen Angelen een zeer wonderlijke ervaring, wanneer hij een witte Beloegadolfijn vanuit de Noordzee de Rijn op laat zwemmen, de rivier die dan, halverwege de jaren zestig, zwaar vervuild is. De passage van het witte dier markeert, met alle ophef die ermee gepaard gaat, het definitieve einde van de eeuwige sluimer die het dorp tot dan toe kenmerkte. Tegelijkertijd wordt het voor de twee markantste inwoners van het dorp eindelijk duidelijk hoe zinloos hun hang naar erkenning en hun rivaliteit is geweest. Zoete mond beschrijft hoe de moderniteit zijn intrede doet in zelfs de meest ingedutte plekjes van Nederland, en slachtoffers maakt. In één van de vier filmpjes die Thomas Rosenboom ter promotie van Zoete mond op Youtube heeft gezet begint hij er zelf over: zijn nieuwste werk moet het minder hebben van de dwingende intrige die zijn werk normaal kenmerkt. Minder spanning, meer rust, we moeten een zachtere kant van Thomas Rosenboom te zien krijgen. Met een thema als dierenliefde ligt het gevaar van een al te zachte kant van Rosenboom misschien op de loer, maar dat komt niet uit. De drijvende kracht bestaat nog, maar zit nu meer in subtiele, bitter-komische afwisselingen en in de stille (maar venijnige) tragiek van de personages.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.