Geletterd programmeren

Tijd voor een Gerrit Krol-Academie! Een van de vaardigheden die we momenteel waarschijnlijk nog te weinig benutten bij taalstudenten: in een recent onderzoek blijken ze betere programmeurs. Het is een beetje vroeg om heel stellige conclusies te trekken – het is een best klein onderzoek en de effecten zijn nu ook weer niet zo groot – maar het lijkt erop dat mensen die goed zijn in het leren van (natuurlijke) talen, ook goed zijn in het leren om zich uit te drukken in een programmeertaal. Goed kunnen rekenen bleek veel minder belangrijk. Er is trouwens ook wel (veel) ouder onderzoek dat hetzelfde laat zien. Het is vermoedelijk een beroepsperspectief dat we onze studenten nu te veel onthouden. Ik weet eigenlijk niet of er programma’s Nederlands zijn die hun studenten de mogelijkheid geven te leren programmeren.

Foto: Drew Coffman (cc)

De drie onvrijheden van de blogger

COLUMN - Ooit was de column het meest vrije genre dat er was. Nog altijd kan de columnist schrijven waarover hij wil en heeft hij eigenlijk maar één beperking: hij moet een bepaald aantal woorden vol schrijven. Wie gaat bloggen, is nog vrijer: die heeft zelfs die beperking niet. Hij neemt zoveel woorden als nodig is voor zijn betoog en dat is dat.

Paradoxalerwijs leidt deze vrijheid in de praktijk toch tot een beperking. Als iemand schrijft over alles wat bij hem opkomt, is er immers ook geen reden hem te volgen, want in driekwart van de gevallen schrijft hij over een onderwerp dat je niet interessant vindt. Slechts een enkele blogger – slechts een enkele auteur, trouwens – heeft het gouden pennetje dat hem zó goed doet schrijven dat mensen álles willen lezen, domweg omdat hij het schrijft. Onder de columnisten is Max Pam zo iemand: ook al kan ik niet echt schaken, ik heb jarenlang zijn schaakrubriek gevolgd omdat hij zo verrotte goed schreef. Een blogger met deze stilistische vaardigheid heb ik nog niet ontdekt. Ik zeg weleens dat Multatuli het bloggen heeft uitgevonden omdat hij in zijn Ideën alle vrijheden al heeft genomen, maar zijn digitale volgelingen halen diens torenhoge niveau niet.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Lineair-B

COLUMN - Je hebt schrijfwijzen en schrijfwijzen. De oudste vormen, zoals de hiëroglyfen en het spijkerschrift, gaan ervan uit dat er voor elk begrip één teken is. Dit is uiteraard nogal complex, al heeft het ook voordelen: de diverse Chinese talen schijnen allemaal te kunnen worden geschreven met dezelfde tekens. De nadelen zijn echter ook groot: zowel het oud-Egyptische als het Mesopotamische schrift hebben zo’n 6000 tekens, waarvan zo’n 200 echt frequent in gebruik zijn.

Dat zijn enerzijds de meest gebruikte tekens en anderzijds tekens voor éénlettergreepwoorden, zoals ‘ra’, ‘nee’, ‘zie’, ‘ho’, ‘nu’ en ‘bij’. Je kunt bijvoorbeeld ‘verschillende’ ook weergeven als ‘ver’ + ‘schil’ + ‘en’ + ‘de’. Vier tekens is weliswaar meer dan één, maar je hoeft veel minder karakters uit het hoofd te leren en kunt dus toe met veel minder tekens. Het Nederlands kan met ongeveer vijfentachtig lettergreeptekens worden geschreven.

Je kunt het nog verder vereenvoudigen, door alleen de medeklinkers te schrijven. HT LZN N SCHRVN VN N NTCFRBR ZN VRGT WT FNNG MR HT LKT MT 16 TKNS (‘het lezen en schrijven van een ontcijferbare zin vergt wat oefening maar het lukt met 16 tekens’). Dan hebben we een alfabet. Deze ontdekking wordt, niet helemaal terecht, toegeschreven aan de Feniciërs en het waren daarna de Grieken die ergens in de achtste eeuw de klinkers toevoegden.