Het komt niet vaak voor dat je in ons land meerdere schilderijen van Antonie van Dyck tegelijk kunt bezichtigen, maar de komende drie maanden kan dat wel. De Hermitage in Amsterdam presenteert een tentoonstelling over de Antwerpse school. De portretten van Van Dyck zijn goed vertegenwoordigd naast de genrestukken van zijn leermeester Rubens en de groepsportretten van diens tijdgenoot en collega Jordaens. Drie portretten van Van Dyck zijn in Vlaanderen gemaakt, de andere zeven stuks zijn uit de tijd dat hij in Engeland werkte als hofschilder. Helaas ontbreken de portretten uit zijn Italiaanse periode. Anthonie van Dyck gold in zijn tijd als de allerbeste portretschilder. Alle schilderijen van de huidige tentoonstelling zijn afkomstig uit Sint Petersburg.
In de grote zaal hangen enkele levensgrote portretten, zoals dat van Lord Wharton, geschilderd in 1639. Eigenlijk is het schilderij net niet groot genoeg: de geportretteerde past maar net op het doek en de kleuren zijn weliswaar sprekend, maar mij is het net een tikkeltje te imponerend om het oprecht als mooi te kunnen beoordelen. Geef mij maar de intiemere portretten die in de zijgalerijen hangen.
Het meeste werd ik geroerd door het gezinsportret uit 1621. Het is onbekend wie het zijn of welke relatie ze met de schilder hadden, maar is wel zeker dat het in zijn Antwerpse periode is gemaakt. Ik kon minutenlang kijken naar de peinzende vader, de beheerste moeder en het verveelde kind. De ouders lijken alles onder controle te hebben, en ook al zit het meisje rustig op schoot, je verwacht dat ze elk moment in actie kan komen. Als een barokengeltje brengt de dreumes beweging in het schilderij.
Hoogtepunt van de tentoonstelling is het portret van Sir William Chaloner uit 1637. Het was het laatste schilderij dat Anthonie van Dyck helemaal zelf schilderde. Vaak was een schilderij in die tijd een product van samenwerking. De meester maakte een schets op het doek en gaf met een paar penseelstreken de kleurstelling aan. Leerlingen vulden de grote vlakken in en deden zo de routinematige schilderklussen. Als het werk bijna was voltooid kwam de hand van de meester er weer aan te pas, die schilderde de handen en het gezicht.
Alles aan het portret van Chaloner is zó Van Dyck. De achtergrond is opgebouwd uit verschillende tinten bruin. Zou dit misschien het Van Dyck bruin zijn wat in onze verfdozen zit? Op de voorgrond staat een man in een zwart zijden kostuum met een royale kraag van witte kant. Van Dyck was zeer goed in het schilderen van kleding. Zijn vader was kleermaker, dus hij heeft als kind al goed leren kijken naar stoffen. De verfijnde kleding van Sir William Chaloner contrasteert met zijn naturelle kop. Hij draagt een puntbaardje in een model dat vaker op de schilderijen van Anthonie van Dyck voorkomt; zo’n baardje wordt ook wel een vandycke genoemd. Het portret hing ook op de grote Van Dyck-tentoonstelling Londen (2007).
Aanvankelijk ging ik er van uit dat de man op het schilderij Sir Thomas Chaloner was. Ik had op internet naar informatie gezocht over dit portret en ik kwam terecht bij een artikel uit 2009 in The Guardian, waarin dit werd aangenomen. In 1648 zou deze Sir Thomas Chaloner in een 135 koppige rechtbank voor de doodstraf van koning Charles I stemmen. Later werd hij beschuldigd van regicide en vluchtte hij naar Middelburg. Het leek mij aannemelijk dat dit allemaal klopte, want de man op schilderij wijst met zijn wijsvinger naar de pommel van zijn zwaard, het ronde bolletje bovenop, dat bedoeld is voor het evenwicht. Het zou dus heel goed om een rechter kunnen gaan.
Toen ik voor de zekerheid nog even de tentoonstellingcatalogus van de Hermitage inkeek, las ik dat de deskundigen er op dit moment vanuit gaan dat de het om een portret van Sir William Chaloner gaat, de opvoeder van de kinderen van Charles I. Het argument hiervoor is dat deze William in tegenstelling tot zijn broer Thomas wel tot ridder is geslagen, daarom wijst hij naar zijn degen. En ook al heb ik de indruk dat het de geportretteerde vooral om de pommel gaat, blijkbaar draagt hij geen zwaard zoals ik eerst veronderstelde.
Ik had natuurlijk beter naar de naam op het bordje naast het schilderij moeten kijken. En ik had ook niet te snel moeten vertrouwen op de informatie op internet. Maar ik vind ook dat de Hermitage bij dit portret te veel nadruk legt op degene die het niet is. Wat is er eigenlijk wel bekend van deze Sir William Chaloner? Ik zou het graag willen weten.
Rubens, Van Dyck en Jordaens, Vlaamse schilders uit de Hermitage, tot 16 maart 2012
Reacties (14)
Verre voorvader van Sue Chaloner? Zo vaak komt die naam niet voor.
Zou zo maar kunnen! Sue komt ook uit Londen.
Spooky…
’t is een kleine wereld
Ik wou nog wel even voor de annalen laten optekenen dat ik er niet rouwig om zou zijn als die hele VOC KUTZOOI op de brandstapel zou verdwijnen…
Commercie is geen Kunst.
Die 25 gesigneerde houtsnedes van Escher hebben op de veiling overigens 9031 euro opgeleverd:
http://www.parool.nl/parool/nl/22/KUNST/article/detail/3046520/2011/11/22/Werk-Escher-uit-kringloop-levert-9031-euro-op.dhtml
Nou, dan dus beter eerst verkopen voor je het gaat verbranden?
Wat zou het totaal schuiven, genoeg om de Kunsten in Nederland weer wat nieuw elan te geven? Maar dan krijgen we op termijn weer wroeging. De verdedigers van Ons Erfgoed komen dan in het geweer (net zoals de verdwenen items naar Rusland via de nazi’s die in de Hermitage in St Petersburg hangen en waar Jef Rademakers (ex pin- upclub) zijn verzameling 19- de eeuwse hoogromantische schilderijen nog heeft geëxposeerd). Voor mij is het een vorm van Entartete Kunst hep er he-le-maal niks mee doe mij maar een Jeroen Bosch daar kan je tenminste nog een plaatje bij draaien…
@007: Entartete Kunst? Met dit begrip kun je niet voorzichtig genoeg zijn.
‘Van Dijck’ en ‘Rubens’ moet je opvatten als een merk dat stond voor kwaliteit. Als Van Dijck in deze tijd geleefd had, dan was hij waarschijnlijk dol geweest op fotoshoppen; hij maakte zijn modellen meestal mooier dan ze in werkelijkheid waren.
Het woord ‘kunst’ heb ik in de tekst niet gebruikt…
Slaat dit op @005 of vind je de werken van Van Dijck geen Kunst – zo van ‘dat kan mijn dochter van 4 ook’ – dus niet, denk ik. Dus het slaat op @005. Het is geen kunst en geen commercie?
Ja, mijn opmerkingen onder 008 en 009 zijn bedoeld voor 005
Goed, en een korreltje zout erbij nemen kan geen kwaad twas wat al te cru nedergetikt…ik versta onder Kunst het op een ander spoor zetten van gedachten, prikkelen..aansporen tot nadenken.
Op een musical van Endemol zit ik dan niet te wachten.
Snappu?
@ 014: Kan me wel vinden in jouw definitie, maar je versmalt het begrip dan wel tot de ‘rol/functie van de kunst’.