GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Hieronder een stuk van Paul Visser.
Het International Institute for Environment and Development (IIED) luidt de noodklok over de erg slechte toestand van de waterputten in Afrika. De slecht onderhouden waterputten bedreigen de gezondheid van de lokale bevolking die sterk afhankelijk zijn van deze waterbronnen, concludeert Jamie Skinner, onderzoeker bij IIED, in een essay voor de wereld waterdag van 22 maart.
In heel Afrika hebben diverse hulporganisaties in de loop van de jaren ongeveer 50.000 waterputten geslagen om lokale gemeenschappen te voorzien van water. Aan het onderhoud wordt echter weinig tot geen aandacht besteedt waardoor de putten al snel in onbruik raken. De hulporganisaties onderhouden de putten zelf niet en ze leiden ook de lokale mensen niet op om de waterputten zelf te onderhouden en beheren. Hier falen de hulporganisaties en donorlanden. Skinner geeft enkele voorbeelden: van de 52 watersystemen die zijn gebouwd in het Kaolack gebied in Senegal werken slechts 32 putten naar behoren. In west Niger is het nog schrijnender: van de 43 daar aangelegde waterputten functioneert er bijna geen enkele meer. Volgens Skinner staat dit voor een geldverspilling van 200 tot 360 miljoen dollar.
Naar de precieze redenen waarom deze organisaties de gemeenschappen niet verder helpen, blijft het gissen. Het kan zijn dat de bouw van een waterput meer aandacht genereert voor hun eigen organisatie om zo donoren te werven voor andere projecten. Of ze verliezen domweg hun interesse als de waterput geslagen is. Naar aanleiding van dit essay van Skinner, kan je zeker concluderen dat een lange termijnoplossing geen prioriteit heeft.
De hulporganisaties moeten zich gaan realiseren dat eenmalige hulp geen optie is voor Afrika. Het is slechts een deel van de oplossing. Lokale mensen opleiden en zelf verantwoordelijk maken zal leiden tot een hoger welvaartspeil van de gemeenschappen in verschillende delen van Afrika. Op deze manier zal het geld voor ontwikkelingshulp wel goed besteed worden.
Reacties (4)
(heb het paper niet gelezen, uit de losse pols dus)
Ach.. als hulporganisatie schiet je altijd tekort. Zorg je voor onderwijs, moet je de facto ook voor banen zorgen, anders zit men na de opleiden thuis duimen te draaien. Zorg je voor banen zitten ze zonder gezondheidszorg weer ziek thuis. En voordat kinderen op überhaupt op school kunnen opletten hebben ze eten en drinken nodig, schiften, toiletten.. en onderwijzers.
Ergo, etc. etc. etc. the fun never ends. Je moet ergens als organisatie de lijn trekken. De portemonnee trekken om een lokaal bedrijf waterputten te laten boren is iets heel anders dan lokaal mensen opleiden en/of zelf onderhoud voor de rekening nemen. Een school bouwen is heel iets anders dan onderwijzers aantrekken en behouden.
Uiteindelijk is een waterput (laten) bouwen gewoon erg aardig en fijn. Dat kan zo duizenden euro’s kosten, geld dat de lokale gemeenschap zich zo mooi kan besparen.. (want een waterput hebben ze linksom of rechtsom gewoon nodig en/of het is een erg nuttige en rendabele investering) en bijvoorbeeld kan besteden aan het opleiden van iemand om het ding te onderhouden… In mijn ogen is uiteindelijk de lokale gemeenschap bezig met kapitaalvernietiging, niet de NGO. Als het alternatief is dat je uren moet lopen om ziekmakend water te halen mag je toch wel een beetje eigen initiatief en investering verwachten.
Nu moet ik natuurlijk eerlijk toegeven dat ik geen verstand heb van waterpompen ;) maar op het eerste gezicht lijkt het me het toch net iets anders dan een tractor die je niet kunt onderhouden (opgeleide monteur, onderdelen bestellen/vervangen, diesel etc.)… en ik kan me nauwelijks voorstellen dat de lokale dorpsklusser zich met een (hand)pomp geen raad weet.
@1: gelukkig is de situatie al aan het verbeteren en komt het alternatief uit de ontwikkelingslanden (dit keer Zuid Amerika) zelf, wat dus meteen je kritische opmerking over het gebrek aan initiatief en investering beantwoordt.
Dat hele waterputten slaan, eigenlijk de hele ontwikkelingssamenwerkingsindustrie, is – vooral in Afrika – verworden tot een compleet debiel stukje economie.
Aan de top de ‘autoriteiten’ en de UN, de laatste verworden tot een organisatie waar kledingvoorschriften belangrijker zijn dan hulp, volop medewerkers die zich voornamelijk bezighouden met hun (riante) salaris en – indien buiten europa/VS, in hun luxueuze beveiligde compound – met de electriciteitsvoorziening tbv koelkast en airco.
Daaronder NGO’s die elkaar beconcurreren met de prachtigste waterputten en sanitaire blokken, lokale autoriteiten die alleen zichzelf willen verrijken, de dikbetaalde ‘adviseurs’ betaald door o.s. geld vanuit europa/VS en Jan Pronk die daar als een opgedirkte lul rondloopt (rondliep) … Hoezo onderhoud waterputten … nobody cares (op en paar uitzonderingen na).
btw, werk je in die sector, liefst in de buurt van Uganda, heb je een beetje invloed en wil je wat extra geld verdienen … word vriendjes met (medewerkers van) Museveni. Succes verzekerd.
Op 25 april Afrikadag. Een aanrader voor de mensen die wat meer inzicht willen krijgen. Want… niet alleen meepraters zijn uitgenodigd!