VVD’s vrijheden op de woningmarkt

Foto: Paul Hajenius Te huur Te duur, via Straatpoëzie, CC BY-NC-ND 4.0
Dossier: ,

een gastbijdrage van Jan Kok

Het conceptverkiezingsprogramma van de VVD voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 is volgens Yvonne Hofs in De Volkskrant van 28 juli 2025, p. 4 ‘onversneden rechts’. Later in haar artikel noemt ze dit programma trouwens ‘rechtser dan rechts’, maar dan zou het logischerwijs radicaal-rechts moeten zijn. Dat lijkt mij een stap te ver.
Dat onversneden rechtse geluid komt ook naar voren in de paragraaf die over wonen gaat.

Alles draait om (individuele) vrijheid bij de VVD, what’s in a name. Het is wel de vrijheid van de bovenlaag, ten koste van de rest.

In dit artikel ga ik dieper in op vier voor de VVD cruciale thema’s in de woonparagraaf: eigenwoningbezit (de vrijheid van de woningkoper); vrije huur (de vrijheid van de woningverhuurder); sociale huur (de beperkte vrijheid van de sociale huurder); deregulering (de vrijheid van de bewoner).

Voordat ik dat ga doen, nog kort iets over de bouwplannen van de VVD. De partij wil ‘met sturing vanuit het Rijk dertig nieuwe grootschalige woonwijken’ bouwen. ‘Dat willen we zowel in dichtbevolkte gebieden, zoals Utrecht, als dunbevolkte gebieden, zoals Flevoland.’ De VVD wil er een wedstrijd van maken: ‘Gemeenten die bouwrecords breken krijgen een financiële bonus om in nieuwe woningbouwplannen te investeren.’

Nu de vier vrijheden.

Eigenwoningbezit: de vrijheid van de woningkoper

De sleutel van jouw eigen koopwoning is de sleutel tot vrijheid.’ ‘Het eigen koophuis is een investering in jezelf; je bouwt vermogen op.’  ‘De VVD is dé partij van het eigen koophuis’.
Dit zijn de ronkende zinnen van de VVD voor haar heilige koe: de koopwoning. Partner van die andere heilige koe, en melkkoe voor de VVD: de auto. In de Visie op Wonen, die de VVD kort geleden heeft uitgebracht, wordt ook gesproken van een heilige graal. Maar dat je na het kopen van een woning 30 jaar een schuld met je meedraagt, is dat eigenlijk wel vrijheid? Huren doe je naar de mening van de VVD als je niet kunt kopen.

De VVD zet groots in. Ze wil ervoor zorgen ‘dat iedereen een eigen huis kan bemachtigen.’ Maar wacht even, het blijkt toch niet helemaal om iedereen te gaan. Maar alleen om mensen die werken (het door de VVD geclaimde bijvoeglijk naamwoord ‘hardwerkend’ ontbreekt dit keer). Immers ‘mensen met een gewone baan moeten een koophuis kunnen betalen’.

Om het eigenwoningbezit te stimuleren, vergeet de VVD even haar uitgangspunt om zuinig om te gaan met belastinggeld. Laat het hier al meteen duidelijk zijn: belastinggeld ook opgebracht door huurders! Een reeks aan maatregelen wordt voorgesteld.

Er komt een ‘Betaalbare koopwet’. Hierin wordt vastgelegd ‘dat overheidsgeld met name naar betaalbare koopwoningen gaat. Per regio bestaan bouwprojecten voor 25% uit betaalbare koopwoningen.’  In Visie op Wonen van de VVD heeft men het dan over koopwoningen tussen de 2 en 4 ton.

Daarnaast wil de VVD een ‘Kooprechtwet’. ‘Elke huurder krijgt het wettelijk recht om de eigen grondgebonden sociale huurwoning te kopen.’  Het lijkt de VVD alleen te gaan om eengezinshuizen, want geen woord over sociale huurwoningen die uitsluitend bereikbaar zijn via trap of lift. Ook niets over sociale huurwoningen op de begane grond in een pand met appartementen. Dat zijn ook grondgebonden woningen.

Opmerkelijk is dat in de Visie op Wonen van de VVD in dit verband nog wordt gesproken over sociale huurwoningen in algemene zin. Verkoop van sociale huurwoningen betekent per definitie een vermindering van de voorraad sociale huur. Hoe veel sociale huurders beschikken trouwens over zo veel geld, dat zij hun woning kunnen kopen? Dat kan alleen de bovenlaag van die vermaledijde zogenaamde ‘goedkoop scheefhuurders’. Daarover later meer.

Cruciaal voor de VVD is dat starters geholpen moeten worden. Bij het woord starter gaat de VVD impliciet uit van koopstarter. Maar er zijn natuurlijk ook huurstarters. Die koopstarters moeten worden ondersteund door:

  • ‘Startershypotheken’. In de Visie op Wonen van de VVD is dit verder uitgewerkt. Starters moeten een beroep kunnen doen op het nieuwe Fonds Nationaal Betaalbare Koopwoningen. Er moeten dan wel miljarden euro’s aan dit fonds worden toegevoegd.
  • ‘Hypotheken met een langere looptijd’. Uit diezelfde Visie op Wonen blijkt het daarbij te gaan om een verlenging van de aflossingstermijn van een hypotheek van 30 naar 40 jaar, om zo de maandlasten te drukken.
  • Startersgeld specifiek kunnen oormerken buiten de heffingsvrije voet voor de koop van een eigen huis.’  Wederom moeten we naar de Visie op Wonen om te lezen dat het hier gaat om maximaal € 70.000 belastingvrij.

Opvallend is dat de afgezwakte jubelton uit de Visie op Wonen – ouders moeten tot € 30.000 belastingvrij kunnen schenken aan hun kinderen om zo de kosten koper te kunnen betalen –  niet is opgenomen in het verkiezingsprogramma.

In Het Parool van 9 juli 2025 p. 3,  zijn economen en andere woningmarktdeskundigen zeer kritisch over de plannen in de Visie op Wonen van de VVD om starters aan een betaalbare woning te helpen. Woningen zullen nog duurder worden en voor starters nog slechter bereikbaar. Voor soortgelijke plannen in het verkiezingsprogramma zal het oordeel niet anders zijn.

En dan natuurlijk nog het H-woord. Handen af van de hypotheekrenteaftrek, zegt de VVD stoer. ‘De hypotheekrenteaftrek is een belangrijk instrument om rust te brengen op de woningmarkt’. Terwijl inmiddels bijna iedereen wel begint in te zien dat het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek de koopwoningmarkt ten goede zal komen.

Om het eigenwoningbezit te stimuleren deinst de VVD er dus niet voor terug om enerzijds veel belastinggeld (nogmaals, ook opgebracht door huurders!) hiervoor uit te geven, en anderzijds lagere belastinginkomsten voor lief te nemen. Woningbezitters die later waarschijnlijk verkoopwinsten gaan opstrijken, waarover zij geen belasting hoeven te betalen.

Tenslotte in dit verband nog het volgende, en dan zijn we weer terug bij de runderretoriek waarmee we begonnen. ‘Jouw koophuis is geen melkkoe voor de gemeente’. ‘Daarom begrenzen we de onroerendezaakbelasting’.

Vrije huur: de vrijheid van de woningverhuurder

Woningkopers staan bij de VVD centraal. Maar woningverhuurders vinden bij deze partij ook een warm onthaal. De redenering bij de VVD is: degenen die nog niet kunnen kopen, zijn voorlopig aangewezen op huren. Particulieren die huurwoningen aanbieden, moeten weer alle ruimte krijgen. De VVD ontpopt zich hier als een ware bevrijdingsbeweging. ‘Het is tijd om de huurmarkt te bevrijden’. ‘We schrappen de wetten die de huurmarkt afknijpen’, Het gaat dan om ‘de Wet betaalbare huur, de lokale zelfbewoningsplicht en het verbod op tijdelijke contracten.’

Het simpele economengeloof in vraag en aanbod viert bij de VVD nog steeds hoogtij. ‘We willen dat er veel meer private huurwoningen worden gebouwd, zodat de huurprijs omlaaggaat’.

Sociale huur: de beperkte vrijheid van de sociale huurder

Ook de VVD kan niet om de realiteit heen dat er huishoudens zijn die zich geen koopwoning kunnen veroorloven en ook geen marktconforme huur in de vrije sector kunnen ophoesten. Daarvoor zijn er de sociale huurwoningen. Hier ligt een taak voor de woningcorporaties. ‘Corporaties worden in staat gesteld en verplicht aanzienlijk meer sociale huurwoningen te bouwen.’

Betreffende dat in staat stellen heeft de VVD jarenlang verzaakt. Denk aan de verhuurderheffing, die de woningcorporaties heeft belemmerd in het bouwen van woningen, het verrichten van onderhoud en het maken van grote stappen richting verduurzaming. Hoe de VVD dat nu anders gaat doen, lezen we niet. Het weerhoudt de VVD er niet van de verplichting tot het bouwen van aanzienlijk meer sociale huurwoningen af te kondigen.

Maar de woningcorporaties mogen niet te veel waar voor hun geld leveren. ‘Zij beconcurreren marktpartijen niet met een te scheve verhouding tussen huurprijs en kwaliteit van de woning.‘ Met andere woorden: een scherpe prijs-kwaliteitverhouding door corporaties wordt niet geapprecieerd, omdat dit de winsten van particuliere verhuurders onder druk zet.

Echter, een uitbreiding van het aantal sociale huurwoningen, laat staan een vergroting van het aandeel sociale huur, daar wil de VVD niet aan. Dit komt naar voren in de volgende programmapunten.

Alle overige (projectmatige) betaalbaarheidseisen laten we in principe los om de bouw aan te jagen.’ Dus geen 30% sociale huur in de nieuwbouw; kan bij de VVD in theorie 0% worden.

Daarnaast laat de VVD het aantal sociale huurwoningen in de bestaande voorraad natuurlijk afnemen met haar Kooprechtwet, waarmee elke huurder het wettelijk recht krijgt om de eigen (grondgebonden) sociale huurwoning te kopen.

De VVD heeft er nog steeds geen problemen mee om statushouders te discrimineren binnen de sociale huursector. ‘We verbieden de voorrang voor statushouders. Voor statushouders kan met flexwoningen tijdelijke woonruimte worden aangeboden om een eerste stap uit het azc te zetten.’ Statushouders moeten derhalve genoegen nemen met flexibele en tijdelijke woonruimte. Dus ook al voldoen ze aan de algemene voorrangseisen; voorrang op een reguliere sociale huurwoning krijgen ze niet vanwege het behoren tot de categorie ‘statushouder’.

En dan is er natuurlijk weer de wens wat te doen aan dat zogenaamde ‘goedkoop scheefhuren’ (ooit van ‘goedkoop scheefkopen’ gehoord?). Maar dat gebeurt reeds jaren. Hebben sociale huurders een middeninkomen, dan worden ze al aangeslagen voor inkomensafhankelijke huurverhogingen. Huishoudens die daar jarenlang mee te maken hebben gehad, kunnen inmiddels huren betalen (ver) boven de sociale huurgrens.

De VVD lijkt het nu in een andere richting te zoeken: ‘jaarlijkse inkomenstoets voor sociale huurwoningen, om te bepalen of de huurprijs nog passend is.’ En ‘We blijven maken afspraken met corporaties over het toepassen van een marktconforme huur waardoor doorstroming op gang kan komen.’
Wordt hiermee bedoeld dat sociale huurders bij woningcorporaties met een wat hoger inkomen de marktprijs voor hun woning moeten gaan betalen? Dat er ook huishoudens zijn die een sociale huurwoning huren van particuliere verhuurders lezen we hier niet. We hebben gezien welke blinde vlek dit voor politici is tijdens de soap rond de voorgestelde huurbevriezing in de sociale huur.

Deregulering: de vrijheid van de bewoner

Schrappen, schrappen, schrappen’ De populistische drievoudige herhaling, die we kennen van ‘minder, minder, minder’, van ‘bouwen, bouwen, bouwen’ en van ‘vliegen, vliegen, vliegen’, wordt ook hier weer van stal gehaald. De onwetende burger moet je blijkbaar iets driemaal achter elkaar inprenten, voordat die het begrijpt. Het gaat in dit geval om het schrappen in regels, in procedures, in bureaucratie.

Wat betekent dit voor de VVD concreet?
We zorgen ervoor dat je voor veel minder bouwprojecten nog een vergunning nodig hebt.’ En ‘Voor de meeste kleine verbouwingen is straks geen vergunning meer nodig.’ Dat blijkt ook te gelden voor aanbouwen. Dat zullen de buren leuk vinden. Yvonne Hofs verwoordt het in haar artikel over het verkiezingsprogramma van de VVD in De Volkskrant van 28 juli 2025, p. 4 mooi: de VVD kiest in dit geval voor de individuele vrijheid van de huizenbezitter, ten koste van vrijheidsbeperking voor omwonenden.

Nog wat specifieker: ‘Daarnaast maken we het mogelijk om een microwoning in je achtertuin te plaatsen, bijvoorbeeld voor een student, starter of mantelzorger.’ Dan moet je (koopwoning) wel een achtertuin hebben en die moet ook groot zijn. Dus deze mogelijkheid is slechts weggelegd voor een kleine bovenlaag.

De VVD stelt ook ‘We maken het eenvoudiger om bestaande panden in meerdere woningen te splitsen’. In het verlengde hiervan wordt gepleit voor ‘een lagere overdrachtsbelasting bij verkoop van gesplitste woningen.’
Ook wordt het permanent wonen in vakantiewoningen volledig toegestaan. ‘Hierdoor kunnen bewoners hun oorspronkelijke woning verkopen, wat bijdraagt aan het vrijkomen van koopwoningen voor andere huishoudens.’ Ook hier weer die kokervisie, alsof iedereen met een beetje geld in een koopwoning woont. Er zullen toch ook mensen zijn die permanent in een vakantiewoning willen gaan wonen, die hun eerste woning huren?

Conclusie

De VVD slaat, zeker wat wonen betreft, weer ouderwets rechtsaf, ondanks de veranderende tijdgeest. Bevorderen van het eigenwoningbezit met belastinggeld, terwijl dat streven al tegen het plafond is aangelopen. Ruim baan voor de ‘arme’ verhuurders van woonruimte. Verkleinen van de sociale woningvoorraad van woningcorporaties (sociale huur van particuliere verhuurders is ook bij de VVD een blinde vlek). En minder regels, minder procedures, minder bureaucratie. Dat wordt veel inleveren, wanneer de VVD er alsnog voor kiest een kabinet te gaan vormen met GroenLinks-PvdA. In dit verkiezingsprogramma, waarin nog steeds alle heil wordt verwacht van de markt, heeft de VVD in ieder geval geen openingen geboden


Jan Kok is auteur van het studieboek voor het hoger onderwijs ‘Werken aan wonen’, samen met Siep van der Werf, en bestuurder van de Huurdersvereniging Amsterdam.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*