Literator, filosoof en schrijver van een van mijn favoriete boeken, Umberto Eco, komt in een opiniestuk nu toch wel onverwacht uit de hoek:
Hij raakte geinspireerd door een Italiaans initiatief om in de buurt van de oude Griekse kolonie Paestum een archeologisch pretpark te bouwen waar de hordes toeristen zich kunnen vergapen aan splinternieuwe tempels in plaats van aan de eeuwenoude echte overblijfselen 60 kilometer verderop. Waar je misschien een afkeurende reactie zou verwachten komt Eco met twee dikke duimen voor dit project: Als de massa’s toeristen met hun lege colablikjes en grafitti nou naar de splinternieuwe aftreksels van culturele erfschatten gaan, kunnen de echte liefhebbers van oudheden rustig genieten van het echte werk.
Umberto Eco stelt de bouw voor van nog een ander pretpark: Uffiziland! Daar kan het onwetende plebs zich vergapen aan gepimpte versies van Botticelli’s Geboorte van Venus en andere meesterwerken, gevoed en gelaafd door de lokale middenstand terwijl de kunstliefhebber de fletse originelen wat langer en in alle rust kan bekijken.
Klassescheiding? Nee hoor zegt Umberto, gewoon een kwestie van de mensen geven wat ze willen. Misschien kan Nederland hier snel op duiken en een KeukenhofLand bouwen met plastic bloemen, dan kunnen de botanisten tenminste ontspannen op tweede paasdag door de keukenhof banjeren.
Reacties (16)
Ik snap Eco?s argumenten juist heel goed. Veel archeologische werken moeten worden beschermd tegen slordige toeristen, anders is er over 50 jaar niks meer te bekijken. Dus een replica (en geen gepimpte versie!!) bouwen is niet eens zo gek, en onderzoekers mogen pas na het halen van twintig accreditaties het echte werk bestuderen. Zo gaat het al jaren in de grotten van Lascaux in Frankrijk.
En je kan verscheidene ruïnes in één park stoppen. Scheelt weer enkele kilometers rijden.
En ik heb nog een beetje de (misschien naïeve) hoop dat je door het leuk te verpakken er wat meer mensen voor kan interesseren.
Ik kan me zo voorstellen dat (om iets heel grandioos als voorbeeld te nemen) een volledige replica van het forum romanum heel wat spectulairder en levendiger is dan de huidige hoop met gras overgroeide stenen.
Ik vind het ook niet ‘voor het plebs’, dat soort snobisme is hier niet op zijn plaats denk ik. Ik zou er graag heen gaan.
We bewaren ruines om een accurate archeologische beschouwing van oude culturen te kunnen doen. Maar dat is alleen van belang voor experts. Voor geinteresseerde leken is het toch veel leerzamer, nuttiger en leuker om de conclusies van die experts, uitgewerkt in een goede replica die het aanschouwelijk maakt *zoals het was* te zien?
Ik vind het een prachtidee. Het lijkt me alleen wel kostbaar.
Overigens vind ik het voorbeeld doortrekken naar (schilder)kunst wel heel iets anders, eigenlijk. Bij schilderijen is het besef dat je naar iets ouds en origineels kijkt een heel significant onderdeel van de totale ervaring. Een replica vangt bijna nooit helemaal dezelfde ‘feel’. Het *draait* bij schilderkunst om authenticiteit. En dat is bij ruines volgens mij anders: de meeste bezoekers van Romeinse tempels willen weten hoe het vroeger was, ze zijn niet geinteresseerd in de specifieke hoop stenen.
Ik vind dat de Japanners wat dat betreft een veel nuchterder kijk op archeologie hebben. De Kinkaku-ji tempel in Kyoto bijvoorbeeld, staat al sinds de 13e eeuw. Het is in die tijd wel een aantal keren tot de grond toe afgebrand en opnieuw opgebouwd, maar dat doet er eigenlijk niet toe: het is nog steeds het oude, originele gebouw.
@Jay: maar zou je het merken als ze het origineel door een replica vervingen? Het vergt wel enig wennen, maar zou een hoop reizen overbodig maken. Ook veel voordelen: alle werken van een stroming of artiest bij elkaar! Als het niet van echt te onderscheiden is, is het toch gewoon echt?
@TT: “Als het niet van echt te onderscheiden is, is het toch gewoon echt?”
Gesproken als een echte behaviorist :)
Ik vind zelf een origineel kunstwerk meerwaarde hebben, maar ik geef direct toe dat dat hem puur in het feit zit dat je wéét dat het een origineel is: je stelt je de hand van de maker voor, die met kwast en palet of beitel en hamer in de weer is. Het feit dat je bij olieverfschilderijen de klodders verf kan zien zitten als je close-up kijkt, en bij beeldhouwwerken plekjes kan zien die de beitel heeft achtergelaten, dat maakt het “echt”.
Natuurlijk kun je ook dat soort dingen repliceren, en ik ben uiteraard niet voldoende expert om een goede replica als zodanig te herkennen. In die zin heb je gelijk. Maar voor mij persoonlijk geldt wel dat een tentoonstelling van replica’s, ook al zijn ze 100% getrouw aan het origineel, minder aantrekkingskracht heeft dan het origineel, puur omdat ik dan weet dat ik niet naar “het echte werk” kijk.
En waarom wel voor kunst en niet voor oude gebouwen? Ik weet het niet zeker, maar ik vermoed dat het te maken heeft met het feit dat het bij kunst (schilderijen en beelden) vaak eigenlijk, impliciet, meer om de kunstenaar draait dan om het beeld of schilderij zelf: wat bedoelde hij met dit beeld? Waarom heeft hij het in deze enscenering geschilderd? Etc.
Gebouwen, zoals tempels e.d., zijn minder persoonlijk: daar draait het niet zozeer om de maker (de architect) maar veel meer om de samenleving/cultuur die die schepping voortbracht.
Ik vind het gave van bijvoorbeeld het Jheronimus Bosch Art Center juist dat ik al zijn werken kan zien. Ook al zijn het replica’s.
Het geeft je een beter totaalbeeld van de artiest.
@Jay: ik vind in beide gevallen de context (info over kunstenaar en bedoeling) vaak belangrijker dan het ding zelf, al geef ik toe dat dat bij gebouwen gevoelsmatig minder belangrijk is.
Maar zoals gezegd denk ik dat het vooral wennen is.
In onze cultuur is beeld nu eenmaal goedkoop geworden, dat is de reden dat musea minder interessant zijn dan vroeger. De nieuwe taak is context scheppen, het waarom uitleggen, de schilderijen naast elkaar laten zien en de ontwikkeling van de artiest tonen, etc.
Het is toch eigenlijk idioot hoeveel geld en moeite er in gaat zitten om alle schilderijen vna een artiest samen te krijgen op 1 fysieke plek!
Zit wat in. Ik merk bij mezelf ook dat ik het allemaal niet helemaal kan rationaliseren, kunst lijkt bij uitstek een onderwerp waar veel onderbuikgevoelens bij komen kijken.
Misschien, als het wat vaker zou gebeuren met kunst (replica-tentoonstellingen) en/of ik er wat vaker heen zou gaan, dat ik het inderdaad op zijn eigen merites zou waarderen.
Was tijdje terug in Beurs van Berlage een set replica’s van Rembrandt. Ben er niet geweest, maar klinkt inderdaad leuk als het vaker gebeurt. Waar zit die Jheronimus Bosch Art Center want ik ben wel fan!
http://www.jheronimusbosch-artcenter.nl/
Ze zijn net open. Er was pas een special over op de tv, dus ik moet er zelf nog heen. Maar het idee trok mij heel erg aan.
Ik ben ooit naar het Dali museum geweest in Figueres en dat viel zo tegen. Al zijn beroemdste kunstwerken waren er namelijk niet. Ik had een zaal met replica’s daar heel erg kunnen waarderen.
Good points. Voor Dali moet je trouwens in Madrid zijn :-)
@12
Now you tell me….
;)
Ik ben het oneens met de notie dat je bij schilderijen wél de originelen moet zien en sluit me daarbij aan bij TT.
Maarrrrr…
Ik vond het een fantastisch gevoel om door die Romeinse ruïnes te lopen en daar om me heen te kijken en me voor te stellen hoe daar duizenden jaren daarvoor mensen woonden, leefden en stierven.
Ik vond het weldegelijk toegevoegde waarde hebben dat die mensen daadwerkelijk dáár geleefd hadden.
Ben juist terug van 10 dagen Firenze… Inderdaad prachtig, maar als kunstwerken slecht reageren op de adem van de toeristen, kunnen ze daar een kreet aan hun arsenaal van: “No photo” “No camera” toevoegen: nml “No breathing” Zal dat leuk worden
Ik ben het helemaal eens met de notie dat sommige kunstwerken alleen als origineel naar waarde te schatten zijn. Ga om te kijken hoe het echte werk je oordeel beïnvloedt eens naar een unieke once in a lifetime tentoonstelling als die van Vermeer in het Mauritshuis. Kul is het zo hoog waarderen van unica in een primair uit reproductie bestaande kunst als fotografie (een slechte print door Cartier-Bresson kost tig keer zo veel als een goede print door een vakbekwame laborant).