Tour de France 2009, Acte 1

Dramatis Personae
Lance Armstrong – voormalig Keizer van Frankrijk, na een periode van drie jaar absentie teruggekeerd
Alberto Contador – Zijn ambitieuze erfgenaam en troonopvolger & koning van Spanje
Carlos Sastre – Tussenpaus, huidige heerser van Frankrijk
Andy Schleck – Graaf van Luxemburg
Fränk Schleck – Broer van Andy, groot krijger
Cadel Evans – Bij gebrekkige troonopvolging de geleende hertog van België
Denis Menchov – Tsaar van Rusland
Laurens ten Dam – zijn eerste luitenant
Robert Gesink – een van de Tsaars sterkste keurvorsten
Andreas Klöden – een oude krijger, voormalig luitenant van Duitsland onder Ullrich
Levi Leipheimer – ambitieuze luitenant van Armstrong
Inigo Cuesta – woordvoerder van de Paus
Kim Kirchen – aartsvijand van de Schleck broers die aanspraak maakt op de Luxemburgse troon
Roman Kreuziger – leider van een opstand in Franstalig Zwitserland
Luis Leon Sanchez – vriend van Alberto Contador, sterke krijger

Acte 1, Scene 1:
INT – kasteel van Lance Armstrong voorjaar 2009

Op: Lance Armstrong, Andreas Klöden, Alberto Contador, Inigo Cuesta

LA:
Zeg nu, Inigo, wat wil de paus van ons?

IC:
Na dit groeten spreekt tot u de soevereine staat Frankrijk, geregeerd door Paus Sastre – heerser van Frankrijk, uit naam van hem die de hemelen regeert.

AC:
Frankrijk ligt open voor wie haar belieft te nemen.

LA:
Stil gij, laat de legaat spreken.

IC:
Carlos Sastre, heerser van Frankrijk en rechterhand van het hemelse rijk begeert dat u uw aanspraken op Frankrijk laat varen en dat u uw zwaard omsmeedt tot ploeg, opdat u vredig kunt terugkeren naar de rust van de afgelopen tijden. Paus Sastre claimt dit jaar weer Frankrijk voor hem op, en doet aanspraak op de gebieden Andorra, Vogezen, Zuid-Zwitserland en Provence, om wederom te Parijs gelauwerd te worden.

LA:
Wat volgt als wij dit weigeren?

IC:
Een korte, doch bloederige oorlog om deze rechten af te dwingen.

AC:
Ongehoord!

LA:
Ga dan in vrede en zeg uw heerser: Hier dan is oorlog voor oorlog, bloed voor bloed.

IC:
Zo zal het zijn.

LA:
Wees als het weerlicht in Frankrijks ogen, want eer u mijn antwoord kunt geven, zal ik daar zijn, en mijn donderschot zal klinken. Laat uw woorden de trompet zijn van mijn toorn.

[Cuesta af]

AC:
Laat mij vooruitgaan in de strijd.

LA (tegen Klöden, die hij niet goed kent):
Wat voor man zijt gij?

AK:
Uw trouwe onderdaan, ik een gentleman, geboren te Duitsland en oud-soldaat van uw grote tegenstrever Ullrich.

LA:
Mijn oog heeft uw benen goed onderzocht, en vind hen perfectie.

AK:
Dank u.

AC:
Laat mij voorgaan in de strijd. Ik ben bekend in Frankrijk heer, want in uw absentie heb ik daar geheerst.

LA:
Wij zullen doen wat goed is voor Kazachstan.

[Armstrong en Klöden af]

AC:
Wat goed is voor Kazachstan, há! Ik zie wat de oude man wil. Hij wil mij mijn rechtvaardige titel afnemen. In feite ben ik de rechtmatige heerser. Vorig jaar was mijn aanspraak op Frankrijk niet ontvankelijk verklaard, en moest ik noodgedwongen uitwijken naar Italië en Spanje. Maar was ik daar niet oppermachtig?

Wie zegt daar dat ik niet heerste? Kwam ik in Italië niet hals over kop, ongepland en onverwacht, vers van het strand, om daar de valse prins Riccò te verslaan? De gifslang Riccò, die wél naar Frankrijk mocht, en daar gecorrumpeerd bleek? Há! En ik dan? Klopte ik hem niet, op talent en op de wil?

En wie spreekt daar van concurrentie in Spanje? In Spanje, met de bloedigste der veldslagen op de verschrikking van de Anglirú? Neen – mijn claim is gerechtvaardigd, mij behoort het keizerschap, en niet de oude man. Zijn tijd was, en zal eeuwig herinnerd worden. Maar de geschiedenis zal ook schrijven over Contador, zo waarlijk helpe mij God almachtig.

[Contador af]

Acte 1, Scene 2
Wallonië, een rotswand ergens tussen Bastenaken en Luik
EXT – Op Andy Schleck, Fränk Schleck

AS:
Ze zeggen dat er oorlog komt, ten zuiden van hier, in Frankrijk. Ik heb daar al gevochten, toen voor Carlos Sastre, die nu paus is geworden. Een groot generaal is teruggekeerd, zegt men, hij kroonde zichzelf ooit tot Keizer.

FS:
Zo zij het.

AS:
Een leemte vulde zijn afwezigheid.

FS:
Turbulente tijden.

AS:
Vorig jaar hielpen wij na vele oorlogen de Paus in het zadel als heerser van Frankrijk, maar hij heeft de oorlog verklaard.

FS:
Wij hebben nu met hem niets te maken.

AS:
Wat zal er gebeuren als de generaal Frankrijk veroverd? Of misschien zijn troonopvolger? Zullen zij bij de grenzen stoppen?

FS:
Ons leger is machtig in de bergen.

AS:
Wij zijn maar klein, en Duitslang ligt in stukken. De grote koningen zijn dood of corrupt en het land is gedompeld in een groot machtsvacuüm. Van hen hoeven wij geen medestand te verwachten. Er zijn daar nog nauwelijks helden.

FS:
En België heeft geen mannen die lange veldslagen kunnen verteren – voor korte slagen zijn zij wel geschikt, maar voor uitputtende oorlogen zijn zij te zwak.

AS:
Wij hoeven aan onze grenzen geen tegenstand te verwachten, en Kazachstan zal alles opslokken.

FS:
Als Frankrijk valt, zijn die landen ook niet veilig. En wij ook niet.

AS:
Vandaag zal ik bewijzen dat het hertogdom machtig is, en door de bergen van Oost – België fladderen.
Een waarschuwing. Ook voor Kirchen.

FS:
Spreekt niet van hem!

AS:
Toch – hij bestaat.

FS:
Hij is niets – een doorn in de voet.

AS:
Hij zal ons niet helpen.

FS:
Hij zal wel moeten, als de generaal optrekt.

AS:
Hij zal ons willen doden, en zelf het Hertogdom in de strijd leiden.

FS:
Hij zal falen, wij zijn met twee en hij is alleen.

AS:
Maar hij heeft sterke bondgenoten.

FS:
Laat het zijn gezegd: Luxemburg zal zegevieren.

AS:
Ik zal nu zegevieren.

[Andy Schleck demarrerend af, iets later gevolgd door Fränk]

(wordt vervolgd)