Je hebt van die debuutsingles die je volledig voor zich weten te winnen en waarbij je zonder lang dralen naar de platenzaak rent om meteen het debuutalbum te kopen. Dit overkwam mij zo’n drie jaar gelden met Attack of the Ghost Riders van de debuut-ep Whip it On van the Raveonettes. Een gruizige rock & roll single die je meenam naar de tijd van de bokkenrijders en die dankzij de bezwerende vocalen van het Deense duo Sune Rose Wagner (zanger/gitarist) en Sharin Foo (zangeres/bassiste). Met singles als Veronica Fever, Chains en Beat City werd duidelijk dat er hier een unieke band het levenslicht had gezien. Alle songs waren geschreven in Bes mineur, hetgeen een donker geluid teweegbracht dat je op zijn minst een ‘unheimisch’ gevoel bezorgde. Niet langer dan drie minuten en niet meer dan drie akkoorden was het credo van de band die daarmee een eerbetoon gaf aan the Ramones. Reikhalzend keek ik uit naar het eerste volwaardige album.
Rose Wagner en Foo begrepen dat hun verblijf in Kopenhagen weinig zoden aan de dijk zou zetten en het duo verkaste naar Londen om zich volledig aan het eerste album te wijden. Dat verscheen enkele maanden later in de vorm van Chain Gang of Love, wederom een album waarbij men zich hield aan hetzelfde credo en dat dit keer was geschreven in Bes majeur, een toonzetting die lichter van aard is en minder mysterieus klinkt dan die in mineur. Het album was ook een stuk rustiger dan de Ep; Rose Wagner’s voorliefde voor beatpop en jaren ’50 rythym & blues kwam bovendrijven. Het resultaat was enigszins teleurstellend, de liedjes vervielen meer in zwijmelarij en ook de magie van de samenzang leek te zijn uitgewerkt. Wel toonde de band aan over een grote veelzijdigheid te beschikken. Deze werd echter niet door iedereen gewaardeerd.
En nu is er dan een tweede album uitgekomen, Pretty in Black.
Op dit album blijkt dat the Raveonettes de zichzelf opgelegde stijlmiddelen toch als te beperkend zijn gaan ervaren, waardoor het roer volledig is omgegooid. De gitaren lijken nu meer in de Americana richting te gaan, met hier en daar wat bluesgrass. Bovendien heeft Foo haar bas aan de wilgen gehangen, het bespelen ervan was eerder uit noodzaak geboren omdat er geen andere bassist voorhanden was. Het gevolg is dat ze zich nu volledig concentreert op haar zang en dat heeft ertoe geleid dat men niet meer volhardt in continue samenzang. Dit heeft een positief effect op de kunsten van het tweetal; Rose Wagner speelt gevarieerder en Foo zingt beter.
Bij het beluisteren van de eerste twee nummers komt echter de gedachte op dat het meer een voortborduursel op Chain Gang of Love is, maar bij het derde en vierde nummer Love in a Trashcan en Sleepwalking wordt deze gedachte weerlegd. Het zijn puntige songs die je meenemen door de geschiedenis van zo’n vijftig jaar popmuziek. De cover My boyfriend’s back (oorspronkelijk van The Angels) is een beetje overbodig en Ode to L.A. zal the Raveonettes een ware kersthit opleveren als ze het vakkundig aanpakken. Het laatste spreekt natuurlijk niet echt in het voordeel van de band en Pretty in Black zorgt dan ook voor gemengde gevoelens. Om en om wisselen mindere nummers zich af met kleine briljantjes. En klein zijn ze zeker want de nummers duren niet langer dan twee minuten.
Belangrijke bijdragen zijn er van Martin Rev, de keyboard goochelaar van Suicide en van Moe Tucker, voormalig drummer van the Velvet Underground. Helden van the Raveonettes en vice versa. Het zal nog even duren voordat the Raveonettes de heldenstatus krijgen toebedeeld.
Reacties (3)
Kleine rechtzetting bij deze terecht enthousiaste recensie: The Raveonettes hebben vorig jaar al hun eerste (volwaardige) CD uitgebracht: The Chain Gang Of Love, met juweeltjes als That Great Love Sound en Heartbreak Stroll. Pretty in Black is dus eigenlijk al hun tweede CD.
Dat was de eerste en laatste keer dat ik ’s ochtends vóór de koffie reageer. Half lezen en dan reageren, het moest verboden worden…..
Geeft niks Willie, hebben we allemaal wel eens last van!