Sint-Maarten, Sint-Nikolaas, Kerstmis, Drie Koningen: van de cadeautjesfeesten die de christenen in de winter vierden, is het laatste het minst bekend en ik denk dat het niet veel meer wordt gevierd. Op de ochtend van 6 januari kregen de kinderen koek te eten. In één stuk was een boon verstopt. Wie die kreeg, werd met houtskool zwart gemaakt en was die dag koning. Hij was vrijgesteld van karweitjes, mocht zeggen wat er werd gegeten en deelde de cadeautjes uit. In vroeger eeuwen werden ook optochten gehouden en zongen kinderen liedjes om snoep op te halen. Ik miste de zwarte koning in de Zwarte Piet-discussie.
Het verhaal is bekend: de evangelist Matteüs vertelt dat kort na de geboorte van Jezus oosterse wijzen, die wisten dat een nieuwe ster aan de hemel de geboorte aankondigde van een koningskind, met geschenken op bezoek kwamen in Betlehem. Er is nergens sprake van drie koningen, al zijn de geschenken – goud, wierook en mirre – bepaald royaal voor een kraamvisite. Het Bijbelverhaal zit vol vreemde elementen en dan heb ik het niet over de ster, waarover het laatste woord nog niet is gezegd.