Afkicken van jihadisme: schaamte wijst de weg

Het handelen van politiek bestuurders en terrorisme-experts doet denken aan dat van achttiende eeuwse geneesheren: zonder deugdelijke diagnose overgaan op laxerende middelen, aderlating en amputaties, meent Aart G. Broek. De jihadstrijders die uit de Islamitische Staat (IS) terugkeren naar Europese landen vormen een taai probleem. Zij zijn potentiële aanslagplegers, ronselen leeftijdgenoten of proberen de consequenties van hun brute dwaling alsnog af te werpen. Ook dit ‘deradicaliseren’ blijkt risicovol. Op alle bestuursniveaus steken bewindvoerders de koppen bij elkaar en breken zich het hoofd over hoe de dreigingen te weerstaan. Experts van uiteenlopend pluimage – waaronder imams - draaien dure overuren om de bestuurders te adviseren. Helaas werkt vrijwel niemand uit een omvattend gedachtegoed over het waarom van menselijke agressie en geweld.

Door: Foto: Wegmisbruikers SBS6 (Dumpert, Youtube) copyright ok. Gecheckt 29-09-2022
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Vogelverschrikker

Na de optocht stonden we in de harmoniezaal, omgeven door luide muziek en confetti. Ik dronk een piepke sjoes, met mijn jongste dochter op mijn arm. Als ik probeerde haar op de grond te zetten, deed ze alsof ze boven een krokodillenvijver bungelde. Benen omhoog en angstige blik naar beneden.
     Bij elke serveerster die passeerde, vroeg mijn moeder of ik nog een sjoeske wilde. Er passeerden nogal wat serveersters.
     Sinds ik getrouwd  ben, proberen mijn ouders me dronken te voeren met carnaval. Vroeger maakten ze zich zorgen dat ik teveel plezier had, nu verdenken ze me ervan dat ik te weinig plezier heb in het leven. Ouderlijke zorg houdt nooit op, alleen de middelen veranderen.
     Mijn vrouw was er niet bij. Vorig jaar had ze voor het eerst in haar leven carnaval gevierd, dit jaar bleef ze thuis. Ze is opgegroeid in Zoetermeer en heeft in Amsterdam gestudeerd. Zo iemand kun je niet elk decennium de polonaise laten lopen.

In de trein hadden mijn dochters en ik tussen de carnavalstoeristen gezeten. Sommige toeristen hadden werk gemaakt van hun kostuums, dat viel niet te ontkennen. Toch had het iets halfhartigs. Het waren pijnloze verkleedpartijen van mensen die wilden voorkomen dat ze er belachelijk uit zouden zien. Een gemiste kans.
     De flirt met zelfvernedering is een van de meer sympathieke kanten van het carnaval. Ik herinner me dat ik als puber een keer verkleed was als bloem. Rond mijn gezicht zat een krans van grote schuimrubberen bloembladen. Ze hingen slap naar beneden, waardoor ik meer leek op een treurwilg. Een te krappe groene maillot en idem truitje omklemden mijn stakerige lijf – hetzelfde lijf dat ik in het zwembad met grote tegenzin blootstelde aan de blikken van mijn klasgenoten.
     Ik weet nog dat ik me onkwetsbaar voelde in het bloemenpak. Er was niets meer te verliezen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Immuniteit, vrijheid van meningsuiting & groepsbelediging

Scheiding der machten (foto: flickr/h.koppdelaney)Tijdens de formatie wilden de VVD en de PVV de vrijheid van meningsuiting uitbreiden. Voor politici die deelnemen aan het maatschappelijk debat moest er een uitzondering komen voor het verbod op groepsbelediging. Minderheden reageren geschokt. Er worden vergelijkingen met Berlusconi getrokken omdat deze net als de PVV ook geprobeerd heeft om vervolging tegen zichzelf stop te zetten. Immers Wilders wordt ook vervolgd voor groepsbelediging.

Ik kan om twee redenen wel iets zien in dit voorstel, alhoewel ik gezien de Nederlandse situatie wetgeving hierover overbodig vind. Ten eerste, ik geloof in scheiding der machten. Dat betekent dat kamerleden geen uitspraken mogen doen over zaken die onder de rechter liggen. Waarom zou niet evenzeer moeten gelden dat rechters zich niet bemoeien met een politiek debat? Is het niet evenzeer onwenselijk als in het proces dat iets legaal wordt gemaakt, rechters mensen vervolgen voor het zeggen dat dat legaal wordt gemaakt. Als een politicus in een maatschappelijk debat over zeg, de monarchie, beledigende dingen zegt over ons Staatshoofd, zou het dan niet onwenselijk zijn als hij daarvoor vervolgd wordt? Immers hoe kan je de maatschappelijke situatie anders veranderen? Ten tweede, het OM, is gelukkig relatief onafhankelijk, maar een minister kan sturend optreden, ook in specifieke zaken. Zou het niet zeer onwenselijk zijn als een minister van een bepaalde partij een politicus van een andere partij zou kunnen uitschakelen voor uitspraken waar hij het niet mee eens is? Volgens mij betekent scheiding der machten dus dat juist de vrijheid van politici in het maatschappelijke debat bijzonder bescherming van juridische vervolging verdient.

Het gaat hier specifiek om groepsbelediging. Halsema sprak recent over het onderscheid tussen belediging en vernedering: “vernedering is niet hetzelfde als belediging, als het lasteren van God of het hard bekritiseren van heilige boeken. Bij belediging komt de staat wat mij betreft geen taak toe. Vernedering betekent dat mensen vervolgd worden om hun geloof of gediscrimineerd worden bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt of in het onderwijs.” Ik denk dat ze hierin gelijk heeft: er staan in ons wetboek van Strafrecht te veel, al dan niet slapende, artikelen die over belediging gaan, van het staatshoofd, van het staatshoofd van een ander land, van het openbaar gezag en dan natuurlijk nog godslastering en groepsbelediging. Ik denk dat als ik Halsema volg er onderscheid gemaakt moet worden tussen spreken en (het oproepen tot) handelen. Mensen mogen niet vervolgd of achtergesteld worden vanwege hun geloof of opvattingen, maar je mag wel over hen spreken, zoals je wilt. Aanzetten tot geweld is natuurlijk uit den boze, maar beledigen is heel wat anders. Het mes snijdt aan twee kanten: als je wilt dat mensen niet vervolgd mogen worden voor hun religieuze opvattingen, mogen mensen dan wel vervolgd worden voor hun discriminatoire opvattingen?