
De Mexicaanse auteur Carlos Fuentes schreef het ooit al: originaliteit bestaat niet. Alle verhalen zijn al geschreven, je kunt hoogstens een interessante variant op een bestaand verhaal schrijven. Waar is dat duidelijker dan in Mexico, waar de nieuwsstroom wordt gedomineerd door verhalen over de drugsoorlog en migratie? Tuurlijk, drugsbendes komen en gaan, soms duiken er slachtoffers op in steden waar het tot nu toe rustig is geweest of keert de rust terug op een plek waar drie weken geleden de onthoofde lijken nog aan bruggen werden gehangen. Maar het patroon is altijd hetzelfde: schietpartijen, onthoofdingen, executies, onschuldige slachtoffers, drugsvangsten, verdachten die trots door de politie met wapens en drugs voor de camera worden gezet.
De drugsoorlog is het meest verslagen thema in Mexico en ook voor mij is het, sinds ik ruim een jaar geleden in Mexico arriveerde als stringer, de belangrijkste bron van inkomsten. Toch wordt het steeds moeilijker om er over te schrijven, want bijna alle invalshoeken hebben we al gehad. Vijftien doden in een wasstraat in Tepic? Been there. Broer van een openbaar aanklager verdwenen in Chihuahua? Done that.
Wij correspondenten moeten nochtans over het onderwerp blijven schrijven. Het domineert Mexico, het bepaalt in grote mate de toekomst van het land. En het spreekt nog steeds tot de verbeelding van de Nederlandse lezer, zelfs na tien verhalen over de uit de hand gelopen situatie in Ciudad Juárez en Tijuana. Maar hoe kun je als correspondent het gevoel van urgentie over de drugsoorlog blijven doorgeven zonder steeds weer hetzelfde verhaal op te schrijven?