Populistisch meedeinen in de architectuurkritiek

Onlangs publiceerde het NRC een opmerkelijke architectuurkritiek. Interessant, niet om de spitsvondige opvattingen over architectuur, want het ging niet over architectuur. Evenmin wegens de goede kritiek, want daarvoor ontbrak het teveel aan intellectuele integriteit. Maar wel interessant, vanwege de constructie. Niet in beton, maar in taal. De feitenvrije taal van het populistische sentiment. Het droeg de titel Fuck de Context? Fuck de Koolhaas! Het werd geschreven door rechtsgeleerde Bastiaan Rijpkema, die met zijn expertise in vrijheid van meningsuiting, deze blijkbaar graag eens wilde uitoefenen op een terrein waar hij niets van weet. Dat deed hij samen met Thierry Baudet. Een recent door het NRC aangestelde columnist. Tot het moment dat hij zich als zodanig bewezen heeft, misschien het best aan te duiden als de excuusjongere in het genre. Een duik in het opiniestuk met de diepte van het papier waarop het werd gedrukt.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Baudet bouwt een filosofisch luchtkasteel

Deze gastbijdrage is van politicologen Tom van der Meer en Sarah de Lange en is een reactie op dit artikel van Thierry Baudet. Het stuk verscheen 11 juni in NRC Handelsblad.

In de NRC van 4 juni 2011 doet Thierry Baudet een aantal ferme uitspraken over wat hij de “ondemocratische” Nederlandse politiek noemt. Het stuk is echter losgezongen van feitelijke onderbouwing. Het gevolg is een filosofisch luchtkasteel.

Het probleem?

Baudet signaleert terecht een aantal problemen, met name vanuit het ideaal van een pluralistische, participatieve democratie. De gevestigde partijen hebben inderdaad nagenoeg een monopolie op politieke benoemingen. En partijelites hebben een sterke invloed op de samenstelling van kieslijsten. Deze problemen zijn niet nieuw, maar wel relevant.

Baudet claimt echter dat de macht van de elite nog veel verder gaat. Volgens hem bepaalt de landelijke partijtop wie de lijsten in de grote steden aanvoert, en zelfs welk beleid wordt gepropageerd. Een opmerkelijke stelling, die helaas niet met voorbeelden ondersteund wordt. Voorbeelden van het tegendeel – zoals Ahmed Marcouch die niet als PvdA-lijsttrekker werd gekozen in Amsterdam Nieuw-West – kennen wij wel. Nog los van het (afwezige) anekdotische bewijs, klopt Baudets claim niet met de werking van politieke partijen: de landelijke partijtop bepaalt de lokale lijsttrekker niet. Het zijn uiteindelijk altijd de lokale partijleden die kiezen tussen verschillende kandidaten, ook als er een gesteund wordt door de partijtop. Juist die keuzevrijheid is het hart van de interne partijdemocratie.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Slippendragers zijn geen democraten

Deze bijdrage is van Thierry Baudet en verscheen op zaterdag 4 juni in NRC Handelblad. Lees het weerwoord van politicologen Tom van der Meer en Sarah de Lange hier.

Alle belangrijke politieke posities in Nederland worden bekleed door partijleden die zich populair hebben gemaakt bij de partijtop. Alle ministers, burgemeesters, Eerste Kamerleden, commissarissen der koningin, prominente gemeenteraadsleden en kandidaten voor internationale baantjes zijn partijpolitici. Zij danken hun positie niet primair aan objectieve deskundigheid of aan een electoraat. Zij danken hun positie aan het handjevol mensen rond de leider van hun partij.

Nooit worden mensen benoemd die geen partijlid zijn. Nooit worden mensen benoemd die zich binnen de partij hebben geprofileerd als buitenstaander. Bijna alle ‘gekozen’ politici – Kamerleden, gemeenteraadsleden, leden van de Provinciale Staten – worden door helemaal niemand gekozen. Zij verwerven hun positie op de slippen van de lijsttrekker of de partijtop. Aan hen wordt vervolgens, vanzelfsprekend, loyaliteit verwacht. Het is nauwelijks een overdrijving om te stellen dat de Tweede Kamer geen 150 onafhankelijke leden telt, maar slechts zoveel leden als er fractievoorzitters zijn. De rest van de Kamer doet allerlei onderzoekswerk, onderhoudt contacten met de achterban en vangt soms de klappen op van impopulaire maatregelen, maar een zelfstandige stem hebben ze niet.

Vorige