D66-voorstel gaat niet ver genoeg

Wat mij het meest bevalt aan het D66-voorstel om studenten voortaan een basisbeurs van 300 euro per maand te geven: zij kunnen niet langer aanspraak maken op huur- en zorgtoeslag. Deze inkomenstoeslagen waren ooit bedoeld voor burgers die voor langere tijd – of voor altijd – te weinig verdienen om de gangbare huren en zorgpremies te kunnen betalen. Het lage inkomen van studenten daarentegen is slechts tijdelijk, en wordt na het afstuderen meestal meer dan evenredig gecompenseerd door een bovenmodaal inkomen. Maar deze correctie is niet de kern van hun voorstel. Voor de rest van de bevolking wil D66 eveneens meer geld in de portemonnee in ruil voor afschaffen van allerlei inkomenstoeslagen. Bij de hogere inkomens in de vorm van een belastingkorting, bij de lagere inkomens door hen een soort basisinkomen van 300 euro per persoon te geven – wat bij studenten een basisbeurs heet.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Snel afschaffen die basisbeurs

Gemotiveerde studentes (Foto: Flickr/MC Quinn)

Nederland kent een aantal subsidies die vooral ten goede komen aan de wat beter gesitueerden. De hypotheekrenteaftrek is daarvan de bekendste. Maar de studiefinanciering is een goede tweede. Het is dus niet meer dan logisch dat de stufi wordt meegenomen bij de zoektocht naar mogelijkheden om te bezuinigen.

Het tegenargument is natuurlijk dat de drempel naar het hoger onderwijs verhoogd wordt. Maar studenten met minder vermogende ouders hebben vanaf het ontstaan van de basisbeurs al moeten bijlenen om rond te komen, of er een baan naast nemen. Voor hen zal nog meer lenen niet de drempel naar het hoger onderwijs verhogen. Dat zal hoogstens gelden voor de groep die naast de beurs door hun ouders onderhouden worden of werken. Maar is het werkelijk een groot probleem als zij wat moeten lenen?

Sterker nog, misschien is de drempel naar het hoger onderwijs momenteel wel te laag. Minister Plasterk constateerde onlangs de het stelsel uit zijn voegen barst. Op naar een stelsel van hoger onderwijs waarin de motivatie om kennis op te doen vele malen zwaarder weegt dan de vrees om een studieschuld op te lopen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.