Den Haag Centraal

Rond 2000 werkte ik een tijdje in Den Haag. Een herinnering die daar in mijn geheugen is gegrift, elke dag een beetje dieper, is het verlaten van het station. Iedere weekdag fietste ik eerst door een ontwakend Amsterdam naar het Centraal Station en nam de trein. Daar was het stil. De mensen waren nog niet werkelijk wakker. Na Leiden veranderde dat: ineens was de trein afgeladen vol, de mensen begonnen te praten en ik was altijd opgelucht als ik in Den Haag aankwam. Het Haagse Centraal Station staat voor mij voor opluchting in de meest letterlijke, fysieke zin van het woord: dat je ademhaling normaliseert omdat de stress van je afvalt. De gitarist die bij een van de uitgangen Bob Dylan stond te vermoorden en de schuifdeuren die maar van één kant open gingen – iemand had bedacht dat het verboden was links door een gang te lopen – konden me, als ik eenmaal door de enorme stationshal naar buiten wandelde, nauwelijks meer uit mijn humeur brengen en soms betrapte ik me erop dat ik fluitend naar de tram wandelde. Ik had de ochtendspits doorstaan en kon aan de dag beginnen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.