Slechte slapers ervaren comfort minder goed

Hoeveel je slaapt, maar ook de hoeveelheid koffie en alcohol die je drinkt, zijn enkele factoren die je alertheid kunnen beïnvloeden. Wist je dat je door het drinken van alcohol niet per se slechter of minder slaapt? En dat koffie ervoor zorgt dat je juist slechter presteert? Om enkele mysteries rondom onze slaap te ontrafelen, hielden 800 mensen een week lang een slaapdagboek bij. Ze moesten vermelden hoeveel alcohol en koffie ze hadden gedronken en hoe lang ze sliepen en in bed lagen. Om hun concentratie en alertheid te meten, deden ze elke dag een testje waarbij ze zo snel mogelijk op het juiste moment op een knopje moesten drukken. Ook vulden 3500 deelnemers online een vragenlijst in over hun gezondheid, slaapgewoonten en mogelijke slaapproblemen. Deze mensen deden mee aan het Groot Nationaal Onderzoek naar slaap en de resultaten hiervan zijn recent bekend gemaakt  in het wetenschapsprogramma Labyrint. Het onderzoek is uitgevoerd door NTR, VPRO en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in samenwerking met slaaponderzoeker Eus van Someren (VU, Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen) en het Nederlands Slaapregister. Er kwamen een aantal verrassende resultaten uit.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Vertraagd slaapritme

Mensen met een verslaagd slaapritme hebben niet te weinig discipline, maar een genetisch veroorzaakte ziekte. 

Het delayed sleep phase syndrome (DSPS), waarover ik al eens eerder blogde, houdt in dat je biologische klok enkele uren achterloopt bij die van andere mensen. Wie ermee kampt en bovendien (zoals de meeste Nederlanders) een kantoorbaan heeft, beweegt zich weinig alert door de ochtendspits, doet zijn werk minder efficiënt dan zijn collega’s, houdt zich op de been met sloten koffie, is ’s avonds ineens vol energie, valt pas om drie uur in slaap en wenst de wekker om zeven uur ’s morgens naar de hel.

Vier uur slaap per nacht is te weinig. Mensen met DSPS halen het meestal in de weekends in, maar vaak zijn ze zondagavond nog altijd niet uitgerust. Dat vergroot de kans op enkele ernstige en minder ernstige kwalen en kwaaltjes.

DSPS heeft een genetische oorzaak en kan niet worden genezen. Zelf slik ik melatonine, wat me lijkt te helpen om een maatschappelijk iets meer aanvaard slaapritme vol te houden. Een paar weken terug boekte ik een kleine triomf die ongetwijfeld op ieders lachspieren werkt maar die voor mij niettemin heel reëel was: afgelopen zaterdag ben ik erin geslaagd een afspraak die ik om elf uur in Utrecht had, na te komen zonder dat ik ter plekke zat te knikkebollen.

In de trein naar huis las ik het paginagrote artikel dat journaliste Niki Korteweg die dag in het Handelsblad publiceerde over de verbanden tussen slapeloosheid en bovengemelde reeks ernstige en minder ernstige kwalen en kwaaltjes. De onderzoekers Lucia Talamini (UvA) en Torbjörn Åkerstedt vertellen dat wie te weinig slaapt, een grotere kans op depressie heeft. Het gaat hier niet slechts om een statistische correlatie, maar om een steeds scherper begrip van de werking van het hersengebied dat amygdala heet.

Een voor mij (140 kilo) heel herkenbaar deel van Kortewegs artikel gaat over het verband tussen slaapgebrek en obesitas. Vermoedelijk is daarover ergens een congres geweest of is er een boek over verschenen, want niet alleen het Handelsblad maar ook SciencePalooza besteedde recent aandacht aan het verband tussen die twee. U leest het daar en ik beveel het u van harte aan.

Het is goed dat er onderzoek is en nog beter dat er aandacht aan wordt besteed. Het belangrijkste probleem rond DSPS is namelijk dat veel mensen het idee hebben dat het slechts een kwestie is van gebrek aan discipline. Mensen worden ’s morgens zo moeilijk wakker, is de gedachte, omdat ze ’s avonds zo laat naar bed gaan. Deze opvatting – die in ons calvinistische land overal is te horen – kan grote gevolgen hebben voor de betrokkenen. Ik heb ooit iemand ontmoet die als beleidsmedewerker niet aan de verwachtingen voldeed, was overgeplaatst naar het archief en van zichzelf was gaan geloven dat hij lui was, eigenlijk niets goed kon en asociaal was: voor zijn collega’s deed hij op het werk immers nooit iets met de inzet waarmee hij ’s avonds zijn eigen dingen kon doen. Het was voor hem een openbaring toen hij van een arts hoorde wat DSPS was en begreep dat hij zichzelf nodeloos veel verwijten had gemaakt.

Dat wil overigens niet zeggen dat mensen met DSPS hun eigen moeilijkheden nooit zelf vergroten. Ik ben lid geworden van een vennootschap en kan sindsdien mijn eigen werktijden indelen, zodat ik ’s avonds werk. Het zijn de enige uren waarop ik efficiënt werken kán, maar ik staar dus vaak naar het licht van een monitor, en dat houdt me natuurlijk wel wakker. Ik was dan ook blij toen ik, nadat ik vanmorgen een tweet aan het SciencePalooza-stuk had gewijd, van een aardige twitteraar de tip kreeg f.lux te installeren, een programma dat het licht van de monitor aanpast. Dank je wel!

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Slaap je slank

Amerikanen slapen sinds 1960 30% minder lang: waar volwassenen in 1960 aangaven dat ze zo’n 8 tot 9 uur per nacht sliepen, claimden ze in 2005 nog maar 6 uur per nacht onder de wol te gaan. In dezelfde periode is obesitas onder Amerikanen schrikbarend toegenomen. Steeds meer studies beschrijven een oorzakelijk verband tussen de verkorte nacht en overgewicht, vaak gelinkt aan het functioneren van de biologische klok. Hoe zit dat?

De biologische klok is een hersenstructuur die zorgt dat ons lichaam optimaal gebruik maakt van de licht-/donkercyclus. Onze ogen detecteren of het licht of donker is en deze informatie wordt geregistreerd door de biologische klok: de suprachiasmatische nucleus (SCN), een onderdeel van de hypothalamus, een belangrijk regelcentrum in onze hersenen. De SCN speelt deze informatie vervolgens door aan vrijwel alle organen in ons lichaam, met als gevolg dat veel lichaamsfuncties fluctueren gedurende een etmaal. Dit wordt ‘circadiaan ritme’ genoemd, wat komt van ‘circa dies’, dus ongeveer een dag.

Ons natuurlijk ritme wijkt iets af van 24 uur, dus moet onze klok iedere dag een beetje worden bijgesteld wat gebeurt onder invloed van daglicht. Onze huidige leefstijl zorgt er echter voor dat we onze klok veel meer dan een beetje bijstellen, omdat we de natuurlijke donkere fase ‘vervuilen’ met kunstlicht. We zijn veel langer wakker dan wat goed is voor onze lichamen, inclusief de biologische klok, met als gevolg dat onze circadiane ritmes verstoord zijn. We hebben als het ware een permanente jetlag.