De filosofie van de Sceptici
Het vroege Hellenisme – de tijd na Alexander de Grote en voor de overheersing van de Romeinen. Verschillende rijken die allen bestuurd worden door Griekse elites beheersten het hele Midden-Oosten, Egypte, Griekenland en Zuid-Italië. We behandelen hier de filosofische stromingen uit die tijd, en bekijken we hoe de filosofen zich tot elkaar verhielden. In deze aflevering: de Sceptici.
Fundamentele onzekerheid
Wat is waar? De opvattingen hierover komen bij de filosofen die we gezien hebben vaak eerder voort uit overtuigingen dan uit kennis. We zagen het de vorige afleveringen al. Wordt de wereld beheerst door de natuurwetten van de Stoïcijnen, of door het fundamentele toeval van Epicurus? We kunnen daarvoor bewijs verzamelen, maar een uiteindelijk fundamenteel antwoord op die vraag valt niet te geven: we weten het gewoon nog steeds niet. Is er een onveranderlijke waarheid zoals Plato en Aristoteles aannamen, of bestaat er alleen maar een eeuwig stromende wereld waar de Stoïcijnen vanuit gingen? Ook hier zullen we waarschijnlijk nooit enige zekerheid over kunnen verkrijgen.
Die fundamentele onzekerheid is het fundament van de sceptische filosofie. Een sceptisch persoon is in de moderne taal iemand die kritisch is naar alles wat voor waar aangenomen wordt. En deze omschrijving past prachtig bij de Helleense Sceptici. De Sceptici twijfelden namelijk aan alle voorgaande overtuigingen, en meer.