Kunst op Zondag | Poëzie

Aanstaande donderdag begint de jaarlijkse Poëzieweek (30 januari – 5 februari). De week begint met de Gedichtendag dat als thema ‘verwondering’ heeft. Dat sluit aardig aan bij mijn verhouding tot poëzie. Slechts een paar dichtbundels in de kast van oude bekenden als Lucebert, Remco Campert, Paul van Ostaijen en vertalingen van Pablo Neruda en Carlos Drummond de Andrade. Verder heb ik me er nooit erg in verdiept en toch een paar keer in verwondering stil gestaan bij een paar toevallige ontmoetingen met poëzie. Ontmoetingen met poëzie die meer was dan een ritmisch versje op rijm. Zulke rijmelarij is wat mij betreft even goed als een uitstekende songtekst. Mij is ook niet veel bijgebleven van de poëzie die op de middelbare school werd behandeld met de steevast herhalende opdracht: ‘wat bedoelt de dichter met….’. Veel meer raakte me Johnny van Doorn, die als een pias werd weggezet in een televisieprogramma van Willem Duys. Mijn ouders lagen rollend van de lacht op de bank. Ik was onder de indruk van de man, zijn gedicht en zijn performance van ‘Een magistraal, stralende zon’. [kliktv nr=1] Van 22 tot en met 25 mei vindt in Arnhem ‘De geest moet waaien’ plaats. Een festival van het gesproken woord, genoemd naar één van Van Doorns prozastukken.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.