Het IJsselmeer is historisch gezien één van de interessantste gebieden van Nederland. Rond 500 vóór Christus was het niet meer dan een binnenwater dat bekendstond als Flevomeer. Een groot deel van wat nu water is was destijds land, al bestond het voor een groot deel uit veengronden. Toen de Friezen die in de Middeleeuwen afgegroeven, ontstond een opening, het Vlie, waardoor het zeewater, geholpen door een stijging van de zeespiegel tijdens het Middeleeuws klimaatoptimum, het gebied kon binnenstromen en veel land blank kon zetten. De binnenzee kwam nu A(e)lmere te heten. Later sloeg het water middels diverse vloeden met vernietigende kracht toe en kwam het water Zuiderzee te heten, tot het uiteindelijk na vele eeuwen in 1933 werd getemd door de Afsluitdijk en het IJsselmeer werd genoemd.
In mijn blog van 11 februari j.l. schreef ik al over hoe een compleet eiland (Nagele) in die tijd onder de zeespiegel verdween. Het land dat overspoeld werd was dun bevolkt, maar van de dorpjes is niets teruggevonden en alleen een paar namen zijn in documenten overgeleverd: Espele, Tollebeek, Luttelgeest, Marenesse, Sevenhusum, Lemmerbroek, Kunresyl, Sileham, Ruthe, Algoterp en nog een paar meer, met dank aan het negende-eeuwse klooster Sint Odoluphus te Stavoren dat al deze namen geboekstaafd heeft, maar over dit klooster straks meer.