De toekomst is aan de Britse hoogleraar Nederlands

We naderen het eind van de maand, en dus het eind van de augustusoverwegingen. Septemberoverwegingen komen er niet meer, in september gaan we gewoon weer lekker beuken met de dagelijkse stroom aan toestanden, dus we moeten ons richten op het belangrijkste. En dit heb ik nog niet voldoende duidelijk gezegd: de neerlandistiek zal internationaal zijn of ze zal niet zijn. De toekomst is aan de Britse hoogleraar Nederlands aan een Nederlandse of Vlaamse universiteit. Wanneer je denkt dat de kern van het vak bestaat uit verwondering over het alledaagse, heb je niets zo hard nodig als een blik van buiten de Lage Landen. Iemand die een aantal aannames niet deelt, die de Nederlandse literatuur is gaan lezen zonder in zijn jeugd Pluk van de Petteflet en/of Dolfje Weerwolfje te hebben gelezen, iemand die naar het Nederlands luistert als een taal die toch net nooit de eigen taal zal worden. Er gebeuren in de internationale neerlandistiek nu al mooie dingen. Het afgelopen jaar heb ik hier onder andere een Italiaanse literatuurgeschiedenis en een Duitse inleiding in de taalkunde mogen bespreken. Kwantitatief beginnen de zogeheten extramuralen de zogeheten intramuralen te overschaduwen, en dat kwantitatieve slaat nu mogelijk langzaam om in een kwalitatief verschil. Dat moet dan natuurlijk niet alleen een negatieve reden hebben – de kaalslag binnen het taalgebied –, maar ook een positieve. De internationale dimensie kan ook verder worden uitgebreid door uitwisseling binnen het taalgebied meer te stimuleren: Vlaamse en Nederlandse studenten Nederlands kunnen geloof ik veel hebben aan een concrete confrontatie met de manier waarop ze in het andere lánd, en in het Caribische deel van het taalgebied, omgaan met het Nederlands. Iemand die dat niet weet, verdient eigenlijk de naam neerlandicus niet, maar je zou zoiets ook kunnen zeggen over middelbare scholen. Onlangs was de Antwerpse burgemeester Bart De Wever te zien in het Nederlandse tv-programma Op1. De Wever had voorgesteld om te komen tot een Groot Nederland nieuwe vorm van Benelux confederatie van Nederland en België. Van dat idee kun je vinden wat je wilt (mij lijkt iemand die in België zo slecht samenwerkt niet de eerste om te beginnen over samenwerking met andere landen), maar interessant is wat hij vertelde over de reacties die hij daarop gekregen had: Vlaanderen heeft een grote afkeer van Nederland, Nederland voelt een grote onverschilligheid voor Vlaanderen. https://www.youtube.com/watch?v=13TAwEbJ_KQ&t=1s Het gaat er niet om of die afkeer en onverschilligheid terecht zijn. Het gaat er ook niet om of wij ons er zorgen over moeten maken. Het gaat erom dat zulke reacties getuigen van provincialisme. En het minste dat we kunnen doen is over dat provincialisme heen stappen. Het Nederlands is in Nederland of Vlaanderen niet exclusief ‘de landstaal’, het is een taal waarmee evident ook op een heel andere manier kan worden omgegaan. Zoals er met allerlei zaken in dit leven op een heel andere manier kan worden omgegaan. Door de confrontatie met het nabije en toch zo andere valt van alles aan creativiteit te winnen. Juist dat het Nederlands gesproken wordt in zo diverse culturen als de Nederlandse, de Vlaamse en de Surinaamse maakt de neerlandistiek tot een vak die de missie van iedere geesteswetenschappen – het bijzonder maken van het alledaagse – een eigen dimensie geeft.

Foto: De Toren van Babel. De koning linksonder moet waarschijnlijk Nimrod voorstellen. Artiest: Pieter Breughel de Oude. copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Leer geen trucjes, zing een ode

ACHTERGROND, OPINIE - Fijn van mens zijn is dat je niet alles zelf hoeft te bedenken. Dat we een manier hebben gevonden om onze gedachten met elkaar te delen. Geen andere diersoort lukt dat. Een hond kan misschien de gemoedstoestand van een kompaan aanvoelen, een bij kan uitleggen aan haar medebijen waar geurige bloemen staan, maar wat de mens kan – de ideeën van allerlei andere mensen aanhoren en die combineren tot een geheel nieuwe gedachte – dat kan geen ander dier. Alleen ons lukt dat, dankzij de taal.

Mensen hebben grotere hersenen zodat ieder mens op zich ook redelijk goed kan denken in vergelijking met andere dieren. Maar wat ons bijzonder maakt is dat onze gedachtewerelden nog veel groter zijn dan onze hersenpan, en ook gebruik maken van het geestesleven van anderen – zelfs van mensen die al heel lang dood zijn. Dat lukt ons dankzij het feit dat we gedachten tot zinnen weten om te vormen, die zinnen kunnen onthouden en met elkaar kunnen delen. Dankzij de taal hebben we continu de ideeën en de observaties van andere mensen tot onze beschikking.

Taal is gratis

De menselijke geest is een machine die permanent is aangesloten op het internet, een apparaat waarop voortdurend nieuwe apps worden geïnstalleerd. Er is meer. Omdat mensen zinnen kunnen formuleren kunnen ze ook nadenken over hun eigen gedachten: waarom denk ik dat? Is dat wel een logische conclusie? Doe die gedachte me niet ergens anders aan denken? Omdat je gedachten tot zinnen kunt maken, worden die gedachten een soort dingen die je ook buiten jezelf kunt plaatsen om er zo van een afstandje naar te kijken. We maken daardoor niet alleen gebruik van de ideeën van anderen, maar ook van die van onszelf. Bovendien kunnen mensen al die zinnen ook nog eens aaneenrijgen, tot gedichten, tot verhalen, tot betogen. Ze kunnen zo hele werelden maken van taal, voor zichzelf en voor anderen. Werelden die niets kosten, want taal is gratis; werelden die grootser en dieper zijn dan welke andere wereld ook, want taal grijpt meteen in je gedachten in. Die werelden noemen we literatuur.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.