Op 17 maart 1982 vertrokken Koos Koster, Hans ter Laag, Jan Kuiper en Joop Willemsen vanuit hotel Alameda in San Salvador naar de provincie Chalatenango. Ze zouden het gebied intrekken dat in handen was van de guerrilla’s van het FMLN. De vier Nederlandse IKON-journalisten waren in El Salvador om reportages te maken over de bloedige burgeroorlog die in het kleine Midden-Amerikaanse land woedde. Bij de plek waar de Nederlanders hadden afgesproken met de gidsen van het verzet, had het leger een hinderlaag gelegd en werden ze alle vier doodgeschoten. De moord op de IKON-ploeg was voorpaginanieuws in de hele wereld. Voor mij als 16-jarige jongen was dit hét moment van definitieve betrokkenheid bij de mondiale verhoudingen. Een point of no return.
Enkele maanden daarvoor was ik begonnen met het kijken naar actualiteitenrubriek Kenmerk van de IKON, waar de reportages van Koster werden uitgezonden. Zijn geëngageerde stijl en hoe hij berichtte over armoede en schendingen van mensenrechten, sprak me enorm aan. Koster had duidelijke opvattingen over de journalistiek. In 1980 had hij eveneens in El Salvador met de aartsbisschop van het land, Oscar Romero, gesproken. Romero, die kort daarna vermoord werd, had tegen hem gezegd: ‘Jullie journalisten hebben een heilig beroep. Jullie moeten de waarheid bekendmaken.’