Detailpolitiek (24): Minder Kamerleden

Een tijdje geleden stelde VVD-fractievoorzitter Stef Blok het aantal Kamervragen aan de orde. Hij vond dat het allemaal wel een beetje minder kon met de vragen waarmee de Tweede Kamer het ambtelijk apparaat belast. Ook vond hij dat het aantal aangevraagde debatten wel wat naar beneden kon. Blok noemde het ‘een gezamenlijk probleem’ waar meer op gelet zou moeten worden. Kwaliteit van Kamervragen Jolande Sap was er als eerste bij om het idee te bekritiseren. Want het gaat toch niet om het aantal vragen, aldus Sap, maar om de transparantie, openheid en controle. Als de kwaliteit van de Kamervragen achteruit zou gaan, dat zou pas een probleem zijn, maar daar zei Blok niks over. Vervolgens probeerde Pechtold zijn gehoor wijs te maken dat de grondrechten van Kamerleden met het voorstel van Blok werden aangetast. Maar niemand zei natuurlijk dat Kamerleden geen Kamervragen meer mogen stellen, alleen dat het misschien soms wat minder kan. Bijvoorbeeld niet meer over de lunch bij het ministerie van EL&I, over een probleem van een paar scholieren in Amsterdam, binnenlands beleid van Griekenland zonder gevolgen voor Nederland of kwesties waarbij de politiek nauwelijks kan sturen. Met die kwaliteit valt het vies tegen, had het antwoord aan Sap kunnen zijn.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Minder kamerleden

Wordt het in de Tweede Kamer nog rustiger (Foto: Wikimedia Commons/Sysifus)

Naast een reductie van het aantal ministeries, wil GroenLinks het aantal kamerleden reduceren van 150 naar honderd. En de Eerste Kamer afschaffen. Daarmee zou het aantal politici dat de regering controleren reduceren van 225 naar honderd.

Ik wil twee opmerkingen maken bij het voorstel om het aantal kamerleden te reduceren: het relatief lage aantal kamerleden dat Nederland al heeft in vergelijkend perspectief en het effect op de diversiteit van de kamer.

Er is een sterke lineaire correlatie tussen het aantal kamerleden in het Lager Huis dat een land heeft en het aantal inwoners. Zoals in dit figuur te zien is, geldt voor alle landen in de Europese Unie: kleine landen hebben kleinere Lagere Huizen en grotere landen hebben grotere Lagere Huizen. Alleen in de kleinste Europese landen hebben kamers die kleiner zijn dan 102 leden: Estland, Letland, Slovenie, Malta, Luxemburg en Cyprus hebben allemaal minder dan drie miljoen inwoners. Bij de middelgrote landen is er grote variatie: de kleinste Lager Huizen zijn in Litouwen, Belgie en Nederland. Maar Hongarije, een land met net meer dan tien miljoen inwoners heeft 386 Kamerleden in hun unicamerale parlement. Bij de middelgrote landen valt überhaupt op: als zij eenkamer stelsel hebben hebben ze gemiddeld meer kamerleden in het Lager Huis dan als zij een twee kamerstelsel hebben (208 tegen over 169). Daarna is de relatie lineair: grote landen krijgen steeds grotere kamers. Gemiddeld vertegenwoordigt een lid van een Europees Parlement zo’n 49,252 stemmer. Als we dat in Nederland ook zouden doen zou het aantal kamerleden niet verlaagd moeten worden naar honderd leden, maar verhoogt naar 322 leden (meer dan een verdubbeling). Als we kijken naar landen met een unicameraal stelsel en meer dan drie miljoen inwoners zouden we zelfs aan 529 leden moeten denken (wat meer dan een verdrievoudiging is).

En dan diversiteit. Een reden om een groot parlement te hebben is omdat minderheden daar beter in vertegenwoordigd worden: meer parlementariers betekent dan meer ruimte voor vrouwen en meer allochtonen. Maar ook ruimte voor Friese of boerenvertegenwoordigers. Als we kijken naar de verkozen kandidaten per partij (zonder voorkeursstemmen en ministersbenoemingen) is dit echter niet helemaal waar. Het aantal vrouwelijke kamerleden is onder deze restricties bij 150 leden 55 (37%). Bij honderd leden zou dat 38 leden zijn. Een verbetering. Er zouden meer vrouwen in een kleinere kamer zitten. Bij etnische minderheden is de verhouding net anders: elf kamerleden met een niet Nederlandse achtergrond bij 150 leden (7%) en vijf leden bij een kamer van honderd leden. Daarbij valt het aantal kamerleden met een diverse achtergrond dus iets naar beneden.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.