Je kan er donder op zeggen dat als er weer eens wat schokkends gebeurt in het land dat een kamervraag nooit ver weg is. Vaak is dat goed, want zulke incidenten drukken ons met de neus op het feit dat sommige dingen landelijk niet zo heel goed zijn geregeld of domweg fout gaan. Maar dat kan ook doorslaan. Zo kan je er zo goed als vergif op innemen dat na een incident met allochtonen, hoe klein ook, de PVV haar kamervragen alweer klaar heeft. Hetzelfde gaat op voor de Partij voor de Dieren, ze zijn nooit te beroerd om lokaal dierenleed tot landelijk aandachtspunt te verheffen.
Recentelijk gebeurde het weer. Een homofobe verpleger weigerde een homoseksueel te helpen die met een gescheurde aorta in de sauna lag. De man stierf uiteindelijk, en misschien had adequaat optreden van de verpleger zijn dood kunnen voorkomen. Een schokkend verhaal, daar is iedereen het over eens.
En uiteraard kwamen de kamervragen, dit keer van GroenLinks. De partij wil weten of dit vaker voorkomt, en wat de minister eraan gaat doen om dat te voorkomen. Daarnaast vraagt de partij zich af of de broeder wel voldoende gestraft is of gaat worden.
Wat ík me dan altijd afvraag is wat met deze vragen bereikt zal worden. Het lijkt me duidelijk dat dit niet (veel) vaker voorkomt. Het klinkt misschien een beetje cru, maar in hoeveel situaties is het bij een hulpvraag zo duidelijk dat het om een homoseksuele man gaat? Daarnaast, als het ook in meer alledaagse situaties voor zou komen zouden we er al vaker van gehoord hebben.