Een biografie als waarschuwing

Meer dan 24 uur lag Jozef Stalin moederziel alleen, zwevend tussen dood en leven, op de vloer van zijn buitenhuis. En niemand durfde iets te doen. Op zaterdag 28 februari had hij zijn naaste medewerkers Malenkov, Beria, Chroestsjov, Boelganin ontvangen, en uitgebreid met hen gedineerd. De sfeer was prima, ongedwongen – een hele opluchting voor zijn gasten, die heel goed wisten dat de vozjd (leider) onverwacht en genadeloos kon uithalen, en daarna wist je nooit of je de volgende dag nog achter je bureau zou zitten, of in een verhoorkamer. Diep in de nacht vertrok het bezoek. Kort daarop moet Stalin een zware beroerte hebben gehad. De volgende ochtend merkten zijn lijfwachten dat er iets aan de hand was. Of beter, dat er niéts aan de hand was. Dat Stalin zich niet liet zien. Was er iets mis? Geen van hen durfde de persoonlijke vertrekken te betreden; dat was immers verboden. Uiteindelijk, het was maandagochtend, trokken enkelen de stoute schoenen aan en slopen naar binnen, zogenaamd om de post te brengen. Ze zagen Stalin liggen, in een grote plas vocht. In paniek belden ze naar het Kremlin, naar de vier.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Volentekriebels | Straatnamen

COLUMN - Een tip voor eenieder die een straatnaam naar zich vernoemd wil hebben. Noem jezelf naar een straatnaam.

Om een beetje met de tijd mee te gaan houdt het Historisch Nieuwsblad elke maand een online lezerspoll. Mensen mogen reageren op een stelling en Bas Kromhout smeedt er een leesbaar verhaaltje van. Veel waarde moet je daar overigens niet aan hechten, want die Kromhout heeft voor een historicus een verdacht futuristisch kapsel.

Deze maand luidde de stelling: ‘Het is zonde dat de Nederlandse sporen in Zuid-Afrika worden uitgewist.’ Maar liefst 81 procent van de respondenten is het ermee eens. ‘De sporen zijn belangrijk voor de Zuid-Afrikaanse geschiedenis,’ zegt ene E.R. van Dooren. Hij/zij vat daarmee de heersende opvattingen aardig samen.

Ik kan mij goed voorstellen dat zwarte Zuid-Afrikanen niet in Verwoerdburg willen wonen, het stadje dat vernoemd werd naar een van de drijvende krachten achter de apartheid, oud-premier Hendrik Verwoerd. Hoe zouden Van Dooren cum suis het vinden als de A10 wordt omgedoopt tot Hermann Göring? Of als het Haagse gemeentebestuur besluit dat het Zeeheldenkwartier vanaf nu Arthur Seiss-Inquartier heet? Ik vermoed ‘niet zo leuk.’

Daarom zien we verzetshelden wel terug op onze straatnaambordjes en Nazi-kopstukken niet. We herinneren ons liever het goede. Het lastige is dat goed en kwaad vaak hand in hand gaan. Daar doen we meestal niet zo moeilijk over. WOII-winnaar Jozef Stalin moest postuum zijn Amsterdamse laan inleveren toen de Sovjet-Unie Hongarije binnenviel, maar het was een uitzondering op de regel. De meeste helden mogen hun straten en pleinen houden, ook al zijn ze in retrospect schurken en (massa)moordenaars.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.