Lies, damned lies, and statistics

Journalisten zouden er goed aan doen de rekenmodellen van bijvoorbeeld het CPB niet kritiekloos te slikken. Maar ook relatief eenvoudige economische indicatoren, die doorgaans eveneens in 'vertrouwenwekkende' getallen worden uitgedrukt, geven soms een vertekend beeld van de werkelijkheid. Woensdagochtend besprak columnist Peter de Waard in de papieren versie van de Volkskrant de grote bezitsongelijkheid die volgens hem in Nederland zou bestaan. Ongelijkheid in bezit of inkomen wordt vaak uitgedrukt in de zogenaamde Gini-coëfficiënt. De Italiaanse statisticus (en tevens fascistisch ideoloog) Corrado Gini (1884-1965) ontwikkelde een wiskundige formule die, als alle vermogens of inkomens in een land gelijk zouden zijn, het getal 0 oplevert. Als slechts één persoon alles bezit of verdient, is de uitkomst het getal 1. Kortom: hoe hoger de Gini-coëfficiënt, hoe groter de ongelijkheid. Volgens De Waard is de Gini-coëfficiënt voor inkomens in Nederland weliswaar een heel bescheiden 0.21, maar is de Gini-coëfficiënt voor bezit maar liefst 0.82, wat op een wel heel erg grote vermogensongelijkheid zou duiden. Zodoende merkt De Waard op dat 'als Nederland wil nivelleren […] dat beter [zou] kunnen door de vermogens aan te pakken dan de inkomens.'

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.