Christa Wolf en het onverenigde Duitsland
Vorige week overleed de schrijfster Christa Wolf op 82 jarige leeftijd in Berlijn. Jarenlang was zij de belangrijkste representant van de Oost-Duitse literatuur. Precies een maand voor haar overlijden verscheen in ons land haar laatste roman in Nederlandse vertaling: Stad der engelen of The Overcoat of Dr. Freud.
Ik was er nog maar net in begonnen, met lichte tegenzin, want een comfortabel boek is het niet. Een hoofdstukindeling ontbreekt, de lezer wordt aan de hand van korte aantekeningen door het verhaal van de hoofdpersoon geloodst. Die aantekeningen waren twintig jaar eerder door de schrijfster in Los Angeles gemaakt. Ze wilde daar gaan werken aan een nieuw boek. De muur in Berlijn was nog maar net gevallen. In dezelfde tijd kwam Christa Wolf onder vuur te liggen. Ze bleek korte tijd informeel medewerkster te zijn geweest voor de Staatssicherheitsdienst. Dat zijzelf jarenlang intensief door de Stasi werd gevolgd kreeg minder aandacht in de media.
Ook al wordt dit boek als roman gepresenteerd, het gaat hier om Christa Wolf zelf. Haar verhaal komt zeer langzaam op gang. De eerste honderd bladzijden moet je accepteren, dat het hier om de schrijver gaat, niet om de lezer. De lezer hoeft niets te begrijpen, die moet zich tevredenstellen met de rol als toeschouwer en alle trivialiteiten accepteren. Zinloos is dit alles niet, want na ruim honderd pagina’s doorbijten wordt de lezer beloond voor het vertrouwen. De toon wordt persoonlijker, minder afstandelijk. De schrijfster durft zich dan eindelijk bloot te geven. Ze stelt zich de vraag hoe het mogelijk is dat ze de werkzaamheden als informeel medewerkster is vergeten, ze had er later nooit meer aan gedacht. Ze zoekt haar motieven voor haar diensten voor de Stasi alleen binnen zichzelf. De belangrijkste constatering is dat ze in die tijd nog niet schreef. Ze had met gemak allerlei praktische omstandigheden erbij kunnen halen, maar ze laat haar persoonlijk leven buiten beschouwing. De enige omgevingsfactor die ze toelaat is dat het maar toeval is geweest dat ze in de DDR terecht is gekomen. Als het paard voor de wagen niet zo uitgeput was geweest, dan had ze met haar ouders vanuit Polen, vluchtend voor het Russische leger, verder naar het westen kunnen reizen. Dan was ze volwassen geworden in de Bondsrepubliek en dan was ze waarschijnlijk nooit informant van een geheime dienst geweest, maar ook geen schrijfster. Allemaal speculatie achteraf, want niemand wist in 1945 hoe het verder zou gaan met beide Duitslanden.