Meermalen klinkt de laatste tijd de roep om onze toetsneiging in het onderwijs wat meer in te dammen. Niet alleen vanwege corona, maar ook omdat het inzicht dat al dit toetsen geeft beperkt is. Die oproep is terecht, maar onvolledig.
Hoewel inderdaad doorgeslagen, is met toetsen an sich niet zo veel mis. Meten is weten en toetsen geeft inzicht, zelfs al is het niet zaligmakend. Mij lijkt het daarom zinniger om niet zozeer te kijken naar hoe vaak we de stof toetsen, maar vooral wat de stof zelf is die er getoetst wordt. Daarbij focus ik op het VWO. Om de simpele reden dat ik daar het meest inzicht in heb. Zelf heb ik VWO gedaan, en nu heb ik een zoon in de VWO-eindexamenklas. In tijden van corona, waarin het onderwijs aan eindexamenkandidaten noodgedwongen tekort schiet, is het bij uitstek zaak te focussen op kernvaardigheden, en om nutteloze ballast uit het curriculum te schrappen.
Nutteloze bagage
Want het curriculum bevat nogal veel elementen waarvan je je af kunt vragen in hoeverre dat bijdraagt aan nuttige bagage op het carrièrepad van de examenkandidaat. Van sommige elementen is het nut zo ver te zoeken, dat je de indruk krijgt dat het in het curriculum geplaatst is enkel om te toetsen of een leerling snugger genoeg is om door te stromen naar het volgende toetsingsniveau, met als ultieme doel aan het eind van de rit een papiertje als “bewijs van snuggerheid”. De landelijke invoering van het fenomeen toetsweken versterkt deze indruk, want daardoor gaan leerlingen vooral leren voor de toetsen, en niet om kennis op te doen. Daarnaast is het curriculum zo overduidelijk opgesteld door alpha’s dat je je afvraagt of de afkorting VWO nog enige betekenis heeft.
In vergelijking met mijn tijd (ik ben van 1965) hebben ze nu 8 vakken in plaats van 7. Waarom is mij volstrekt duister; was 7 niet genoeg? Daarnaast heeft men in oneindige wijsheid besloten dat VWO’ers tegenwoordig in 2 vreemde talen examen moeten doen. Een rampzalig besluit. Ik had vroeger verscheidene medeleerlingen in mijn examenjaar die nu succesvolle wetenschappers zijn in exacte disciplines, en die waarschijnlijk stuk voor stuk uitgevallen zouden zijn hadden ze verplicht 2 vreemde talen op het VWO moeten doen.
Waar verplicht iedere VWO’er twee vreemde talen door de strot te douwen nou goed voor is is me een raadsel. Internationaal vallen we met deze ambitie volstrekt uit de toon. Ik ken geen enkel ontwikkeld land waar het verplicht is om in twee vreemde talen examen te doen, dus internationaal gezien lijkt het me niet dat we nou de boot gaan missen als we dit weer afschaffen.
Verder heb ik mijn ernstige twijfels over de effectiviteit in het onderwijs van vakken als Frans en Duits. Test eens tien jaar na het eindexamen hoeveel er is blijven hangen van de kennis die in deze vakken is opgedaan, en ik voorspel effectiviteitsscores waarmee er in het bedrijfsleven allang korte metten gemaakt zouden zijn.
Leesplezier gefrustreerd
Het curriculum voor Nederlands is helemaal een drama. Arjen Lubach noemde in zijn uitzending al hoe de eenzijdige focus op tekstverklaring alle leesplezier uit de leerlingen wegslaat. Ik zie dit precies gebeuren bij mijn eigen zoon, nu examenklas VWO. De teksten die ze analyseren moeten lijken er op uitgekozen om min mogelijk aansluiting te hebben op de belevingswereld van pubers.
Wat het leesplezier nog verder naar beneden haalt is het literatuuronderwijs. Ik ken ex-klasgenoten van destijds die dankzij de verplichte literatuurlijst in dertig jaar tijd geen leesboek meer aangeraakt hebben. Hoewel leerlingen nu minder voor de lijst hoeven te lezen dan toen, is deze lijst nog steeds een zware en onevenredig grote belasting voor de examenkandidaat. Ik zie bij mijn zoon exact hetzelfde effect als destijds: gefrustreerde uitroepen als ik ga nooit meer een boek lezen! Dit kan toch niet de bedoeling zijn van onderwijs?
Stevige hiaten
Naast overbodigheden kent het huidige curriculum ook stevige hiaten. Tot mijn verbazing wordt er op het VWO nog steeds geen aandacht besteed aan digitale kennis. Voor wetenschappers is tegenwoordig het gebruik van de computer essentieel; naast omgaan met databases is enig inzicht in programmeren ook zeer nuttig voor een wetenschapper. Ondanks dat VWO staat voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs: niets van dat alles in het curriculum.
Ook wetenschapsfilosofie is een ondergeschoven kindje. Iedere VWO’er met een exact profiel leert bij natuurkunde wat een Coulomb is (eenheid van elektrische lading); specialistische onnuttige kennis waar je echt alleen iets aan hebt als je de elektrotechniek in gaat. Terwijl er zo goed als geen aandacht is voor universele wetenschappelijke basiskennis; b.v. hoe de wetenschappelijke methode werkt, of wat publicatie-bias is. Gezien het welig tieren van pseudowetenschap en het gebrek aan vertrouwen in de wetenschap dat tegenwoordig heerst, lijkt me dat een bizarre omissie.
Ik draag de oproepen om iets te doen aan de toetscultuur een warm hart toe. Maar laten we dan vooral ook niet vergeten om iets te doen aan het curriculum zelf. Want daar ligt mijns inziens nog veel meer een noodzaak. Het is te veel, te specialistisch en nutteloos, achterhaald, en werkt op veel fronten averechts.